Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Hier beghint die Epistel Pauli tot Timotheum.

¶ Die Apostel vermaent Timotheum dat hi die gheboden der wet niet houden en sal, ende danct God, dat hy hem totter Apostelscap gheroepen heeft, ende porret Timotheum, dat hy altijt de valsche leeraers wederstaen sal.

Dat eerste Capittel

1

Ga naar margenoot+PAulus een Apostel Iesu Cristi, na dat beuel gods, ons salichmakers, ende des HEREN Iesu Christi, dye onse hope is.

2

Timotheo mijnen sone van aerde, door dat ghelooue.

Genade, barmherticheyt, vrede van God onsen HERE Iesu Christo.

3

Also ick v vermaent hebbe dat ghi tot Epheso soudt blijuen, doen ic in Macedonien reysde, also doet, op dat ghi sommigen gebieden soudet, dat si niet anders en leerden,

4

Ga naar margenoot+ooc niet en achten op die fabulen, ende op der gheslachten registere, die geen eynde en hebben, ende brengen meer vraghen op, dan dye beteringe in God door dat gelooue.

5

Want die hooftsomme, ende dat eynde des gebots, is liefde van een reyn herte, ende van goeder conscientien, ende van onbeueynsden gelooue,

6

van welcken sommige hebben ghedwaelt, ende sijn omgekeert in onnutte clapperije,

7

ende willen der scriftueren meester wesen, ende en verstaen niet wat si seggen, oft dat si setten.

8

Wi weten nochtans dat die wet goet is, ist datse yemant recht gebruyct, Ga naar margenoot+

9

ende weet dat, dat den rechtueerdighen geen wet en is ghegeuen, maer den onrechtuaerdighen ende den ongehoorsamen, ende dien die ongodlijck leuen, ende den sondaren, den onchristelijcken, den onreynen, den vaders dootslagers, ende moeders dootslagers,

10

den dootslagers, den hoeriagers, den knechtkens scheynders, den menschen dieuen, den logenaers, den meyneedigen, ende so wat anders der Ga naar margenoota saliger leere tegen is,

11

Ga naar margenoot+na den Euangelio der glorien des saligen Gods, welc mi betrout is. *

12

Ende ic dancke hem, die mi crachtich heeft gemaect in Christo Iesu onsen HERE, dat hi mi voor trouwe geacht heeft ende gesedt in dat ambacht,

13

ick die te voren was een lasteraer, ende een veruolger, ende een versmader, mer mi is barmherticheyt geschiet, want ic hebt onwetende gedaen int ongeloue,

14

So is nochtans des te rijcker geweest die genade ons HEREN iesu Cristi, door dat geloue, ende die liefde in Cristo Iesu.

15

† Want dat is sekerlic waer, ende een dierbaer woort, dat Christus Iesus gecomen is in die werelt, die sondaers salich te maken, onder welcken ic die principaelste ben.

16

Mer daerom is mi barmherticheit geschiet, op dat eerst aen mi Iesus Cristus betoone alle lancmoedicheyt, dien tot een exempel die aen hem geloouen souden ten eewighen leuen.

17

Mer God den Coninck der eewicheyt, den onuerganckelijcken, onsienlijcken, ende die alleen wijs is, si eere ende glorie van eewicheyt tot eewicheyt Amen. *

18

Ga naar margenoot+Dit gebot beueel ic v Timothee mijn sone, na die voorgaende prophecien ouer v, dat ghy inden seluen oeffent een goede ridderscap door dat ghelooue,

19

ende goede conscientie, welc sommige van haer gestooten hebben, ende int gelooue schipbrekinge gheleden hebben,

20

onder welcken is Hymeneos, ende Alexander, welcke ic heb den duuel gegeuen, op dat si gheleert werden, voortaen niet meer te lachteren.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 4

margenoot+
Io. vij.c.

margenoota
Salige leere, dats dye leere der salicheyt des gheloofs, ende der liefden ij.ti. iiij a

margenoot+
C vers 11

margenoot+
D vers 18


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken