Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Die Apostel leert Timotheum vanden weduwen, hem leerende welcke rechte weduwen sijn, ende dus leerende spreect hy vanden dienaren der kercken, leerende hoe ende in wat manieren datmen die ondersaten in haerlieder wercken oordeelen sal

Dat .v. Capittel

1

Ga naar margenoot+DEn ouden en schelt niet,

2

mer vermaent hem als eenen vader.

3

Die iongen als die broeders, die oude vrouwen als die moeders, die iongen als die susteren, met alder cuysheyt.

4

Eert die weduwen dye rechte weduwen sijn. Ist dat eenige weduwe kinder oft neuen heeft, die laet eerst leeren dat haer eygen huysen godsalich sijn, ende gelijc den voorouders te vergelden,

5

want dat is wel gedaen ende aengenaem voor God. Mer die een rechte weduwe is, die niemant te besorgen en heeft, ende alleen is, die hebbe haer hope op god gestelt, ende blijue int gebet ende smeecken nacht ende dach

6

Mer die in wellusten leeft, die is leuendich doot,

7

Dit gebiet, op dat si onstraffelic sijn.

8

Mer ist dat yemant die sine, sonderlinge sijn huysgesin niet en besorget, die heeft dat gelooue versaect, ende is arger dan een ongheloouich.

9

Ga naar margenoot+En kiest geen weduwe onder tsestich iaren, ende die eens mans wijf geweest is,

10

die getuychnis hebbe van goeden wercken, ist dat si kinderen opgeuoedt heeft, ist dat si gastvry geweest is, der heyliger voeten heeft ghewasschen, ist dat si den bedroefden hantreyckinge heeft bewesen, ist dat si alle goede wercken heeft nageuolcht.

11

Der iongen weduwen ontslaet v, want als si weeldich sijn gheworden tegen Christum, so willen si houwen,

12

ende hebben haer ordeel dat si dat eerste gelooue verworpen hebben,

13

daer bi so sijn si ooc luy, ende leeren lancx die huysen loopen,

14

Niet alleen sijn si luy, mer ooc clapachtich, curioos, ende spreken dat niet sijn en soude.

Hierom so wil ic dat die ionge weduwen houwen ende kinderen dragen, huys houden, den wedersegger gheen oorsaeck gheuen te schelden,

15

Want sommige sijn scoon afgekeert na den duyuel toe.

16

Ga naar margenoot+Ist dat yemant, man oft wijf, gheloouige weduwen heeft, die besorge die, ende en laet die vergaderinge niet belast worden, op dat die rechte weduwen sijn, mogen genoech hebben.

17

† Die ouders die wel regeren, die sijn tweeuoudigher eeren weert, bysonder die daer arbeyden in dat woort ende inder leeringe,

18

Want het seyt die scriftuere. Ghy en sult den osse den mont niet verbinden die daer dorsschet, Ga naar margenoot+ Ende een arbeyder is sijns loons waert.

19

En ontfanct geen clacht tegen den ouders, sonder twee oft drie ghetuygen.

20

Ga naar margenoot+Die sondigen die straft voor allen, op dat ooc die ander vreese hebben.

21

Ic betuyge voor God ende den HEERE Ihesu Christo, ende voor den wtuercoren Engelen, dat ghi dit onderhout sonder yemants achterdeel, ende niet en wijct ter siden wt. *

22

En legt nyemant haest die hant op, noch en maect v niet deelachtich der vreemder sonden. Hout v seluen reyn,

23

Drinct niet meer water, mer besicht een weynich wijns om uwer maghen wille, om dat ghi dicwils cranck sijt.

24

Sommiger menschen sonden sijn te voren openbaer, ende gaen voor henen ten oordeel, sommiger volghen na.

25

Desgelijcken oock die goede wercken sijn te voren openbaer, ende die haer anders hebben, en connen haer niet verberghen.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 9

margenoot+
C vers 16

margenoot+
deu. xxv i.cor. ix.

margenoot+
D vers 20


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken