Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Die apostel seyt dat wi oncuysheyt ende gulsicheyt scouwen sullen, ende pacientie altijt hebben.

Dat .iiij. Capittel

1

Ga naar margenoot+WAnt nv Christus int vleesch gheleden heeft voor ons, so wapent v oock met den seluen sin,

2

want wie int vleesch lijdt die hout op van sonden,

3

dat hi nv voort aen dat noch achter blijft inden vleesche, niet na der menscen lust, mer nae die wille Gods leue,

4

Want het is genoech dat ghi den voorleden tijt des leuens toegebracht hebt na der heydenschen wille, Ga naar margenoot+ doen ghi wandeldet in dertelheit, wellusten, dronckenheden, gulsicheden, ende onbehoorlijcke afgoderijen

5

Ende het gheeft haer vreemt, dat ghi niet met haer en loopt, in dat selue onbehoorlijcke leuen, ende verspreken v, Die welcke sullen rekenscap gheuen dien, dye daer bereyt is te oordeelen, die leuendigen ende die dooden.

6

Want daer toe is ooc den dooden dat Euangelium vercondicht, op dat si geoordeelt worden na den mensce int vleesch, mer dat si leuen inden gheest Gods,

7

dat eynde alder dinghen is seer na gecomen

† Hieromme so weest nv nuchteren, ende wakende int ghebet

8

voor allen dingen, Ga naar margenoot+ hebt onder malcanderen een bernende liefde, Want die liefde bedect der sonden menichfuldicheyt.

9

Neemt malcanderen op als gasten sonder wederspreken,

10

ende die een diene den anderen, een yegelijc met der gaue die hi ontfanghen heeft, als die goede huyshouders der menichfuldiger genaden Gods.

11

Ist dat yemant spreect, dat hy spreke als Gods woorden, als yemant een ambacht doet dat hi dat doet, als wt der cracht die God verleent, op dat ghi in allen dingen God glorificeert door Iesum Christum, welcken si glorie ende cracht van eewicheyt tot eewicheyt Amen.

12

Mijn liefsten laet v die hitte onder v niet verwonderen, als ghi door dat Ga naar margenoota vier ondersocht wert, recht oft v wat nyeus gheschiede,

13

maer weest deelachtich des lijdens Christi.

Weest vrolic, op dat ghi ooc inder tijt der openbaringe sijnder glorie, blijschap ende hope moecht hebben

14

Ist dat ghi versmaet wert om den naem Christi, so sijt ghi salich, want dat der eeren, glorien ende cracht Gods is, ende die sinen geest is, die sal op v rusten, Ende bi haer wort versproken, mer bi v gepresen,

15

Mer nyemant lijde onder v als een moordere oft een dief, oft als een misdader, oft als die nae ander lieden goet staet.

16

Ist dat yemant lijdt als een Christen so scame hi hem niet, mer prijse den HERE in dier saken,

17

want het is tijt dat dat oordeel begint vanden huyse Gods. Ist dan dat het begint aen ons, wat eynde salt dan worden met dien, die aent Euangelium Gods niet en geloouen?

18

Ende ist dat die rechtueerdige nauwelic behouden sal worden, waer sal die onrechtueerdige ende sondaer verscijnen?

19

Daerom alle die daer lijden na den wille Gods, die beuelen haer sielen als den getrouwen schepper met goeden wercken.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 4

margenoot+
C vers 8

margenoota
vier, dats tribulatien van God gesonden om den mensce te proeuen i.cor. iij. heb. xij g deu iiij d


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken