Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina *]
[p. *]

Hier beghint die Epistel van sint Iacob

[afbeelding]

Die Apostel vermaent ons dat wy die temptacien wederstaen sullen, bewijsende dat God geen oorsake en is van onse temptacien, noch van onse sonden, ende seyt dat wi altijt der waerheyt aen vallen sullen, daer wijse hooren.

Dat .I. Capittel.

1

Ga naar margenoot+IAcobus een knecht Gods, ende ons HEREN Iesu Cristi, salicheit den twaelf geslachten die inder verstroyinghen sijn. Ga naar margenoot+

2

Mijn lieue broeders, achtet voor enckele blischap, als ghi valt in menigerhande becoringen,

3

ende weet dat v beproefde geloue verduldicheyt werct

4

Mer die verduldicheyt laet een volcomen werc hebben, op dat ghi sijt volcomen ende geheel, ende dat v niet en gebreke.

5

Mer ist dat yemanden ghebreect wijsheit die bidse van God, die alle menschen oueruloedelick geeft, ende en verwijtes nyemant, ende si sal hem ghegeuen werden

6

Mer hi moet bidden int gelooue, nyet twifelende. Want die twifelt, die is gelijc een bare vander zee die beweget wert ende gedreuen vanden winde.

7

Daerom die mensche en meyne niet, dat hy yet van Gode den HERE ontfangen sal.

8

Want een wanckelmoedich man is ongestadich in alle sijn wegen

9

Ga naar margenoot+Mer een broeder die neder is, dye beroeme hem sijnder hoochten,

10

ende die daer rijck is, die beroeme hem sijnder nederheyt, want hy sal vergaen als een bloeme des gras.

11

Die sonne is op gegaen met hitten, ende heeft dorre gemaect dat hoy, ende sijn bloemen sijn af geuallen, ende dye schoonheyt is verdoruen. Also sal ooc die rijcke in sijn haue verderuen.

12

Salich is die man, die temptacie verdraecht, want als hi beproeft is, so sal hi ontfangen die croone des leuens die God gelooft heeft den ghenen die hem lief hebben.

13

Nyemant en segge als hi Ga naar margenoota becoort wort, dat hi van God becoort wort, want God en is niet een versoecker tot quaden dingen, want hi en becoort niemant,

14

Mer een yegelic wort becoort van sijnder eygender begeerlicheyt als hy daer af getogen ende geloct wort,

15

Daer nae, als die begeerlicheit ontfanghen is, baert si die sonde, ende als die sonde volbracht is, baert si die doot.

16

Daerom mijn alderliefste broeders, en wilt nyet dolen

17

Ga naar margenoot+† Want alle goede gaue, ende volmaecte gaue comet van bouen neder, dalende vanden vader der lichten bi welcken geen veranderinge en is, noch wisselinge der duysternissen,

18

Want hi heuet ons na sinen wille gebaert, midts den woorde der waerheyt, op dat wi sijn eerstelingen sijnder scheppenissen souden sijn.

19

Alder liefste broeders elc mensche si snel te hooren, mer traech te spreken, ende traech tot toornicheit.

20

Want die toornicheyt des menschen en werct die gerechticheit Gods nyet.

21

Daerom legt af alle onsuyuerheyt ende boosheyt, ontfanct dat woort, ende latet met saechtmoedicheydt ingeplant zijn, dat uwe siele mach salich maken. *

22

Ga naar margenoot+† Mer ghi sult sijn werckers des woorts, ende niet hoorders alleene, Ga naar margenoot+ bedriegende v seluen, Ga naar margenoot+

23

want ist dat yemant van v is een hoorder des woorts, ende niet een wercker, die is gelijc een man die sijn lichamelijc aenghesicht aensiet in eenen spiegel,

24

ende als hi hem gesien heeft so gaet hi wech, ende hi vergheet hoedanich hi ghestelt was,

25

Mer wie hem seluen doorsiet in die wet der volcomender vryheit, ende in haer blijft, ende niet en is een vergetelic hoorder, maer een wercker, die sal salich sijn in sijn werck.

26

Wie hem seluen laet duncken dat hy God dient, ende niet en bedwinct sijn tonge, mer hi verleyt sijn herte, dien dienst Gods is ydel.

27

Die reyne ende onbeulecte Gods dienst voor God den vader is dese, die weesen ende weduwen in hare tribulatien te besoecken, ende hem seluen van deser werelt onbeulect te bewaren.

margenoot+
A vers 1
margenoot+
Amo v.a

margenoot+
B vers 9

margenoota
Becooren, dat is verwecken tot quaet ende is des duuels eygen werc. i.tes. iij b

margenoot+
C vers 17

margenoot+
D vers 22
margenoot+
D vers 22
margenoot+
Ro. v.b.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken