Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Die Apostel trect die quade tot goede, haerlieden te voren leggende dat oordeel, ende die goede tot patientien ende ander goeden wercken

Dat .v. Capittel.

1

Ga naar margenoot+WEl aen ghy rijcke, weent ende huylt in uwe onsalicheden die v toecomende sijn.

2

V rijcheden sijn veruuylt, ende uwe cleederen sijn vanden motten geten.

3

V gout ende v siluer is verroest, ende haren roest sal v tot getuyge sijn, ende sal eten v vleesch als dat vier Ghi hebt v gramscap verghadert inden laetsten daghe.

[pagina *]
[p. *]

4

Siet, den loon dijnre arbeyders, die v lant ghemaeyt hebben, ende van v vercort is, hy screyt ende roept, ende den roep der maeyers is gegaen in die ooren des HEEREN Sebaoth,

5

Ghi hebt wel geleeft op aerden, ende uwen wellust gehadt, ende uwe herten geweyt, als op eenen slachdach,

6

Ghi hebt veroordeelt den gerechten, ende ghedoot, ende hi en heeft v niet wederstaen.

7

Ga naar margenoot+†Daerom lieue broeders, sijt lancmoedich totter toecoemst ons HEREN. Siet, die ackerman verbeyt die costelike vrucht der aerden, verduldichlic hem lijdende, tot dat hy ontfange den morgen reghen ende den auont reghen.

8

Hierom sijt lijdtsaem, ende sterct v herte, want die toecoemst des HEREN naect.

9

Lieue broeders wilt niet suchten tegen malcanderen, op dat ghi niet en wert verdoemt, Siet, die rechter staet voor de dore.

10

Lieue broeders neemt tot een exempel, dat ongemac, ende dye lancmoedicheyt der propheten, ende haren arbeyt, ende ghedoochsaemheyt, die tot v hebben ghesproken inden naem des HEREN. *

11

Siet, wi prijsen salich, die hebben gheleden. Ghi hebt ghehoort dat lijden van Iob, ende hebt gesien dat eynde des HEEREN, want hi ontfermhertich ende een ontfermer is.

12

Ga naar margenoot+Mijn broeders, voor alle dingen en wilt niet sweren, noch byden hemel, noch byder aerden, noch bi gheenen anderen eede, Mer v woort si Ia, dat Ia is, ende v Neen, dat neen is, op dat ghi niet en valt in geueystheyt,

13

Mer is yemant onder v in onghemake, die bidde Isser yemant goets moets, die singe Psalmen,

14

Isser yemant cranc onder v, die hale die oudtste vander vergaderingen, ende laten ouer hem bidden ende saluen met olie inden naem des HEREN,

15

Ende dat gebet des gelouigen sal den crancken helpen, ende die HERE sal hem verlichten, ende heeft hy sonde gedaen, si sullen hem vergheuen sijn.

16

† Daeromme, belijdt malcanderen v sonden, ende bidt voor malcanderen, Ga naar margenoot+ op dat ghy wert behouden, want dat gebet des gherechtighen vermach vele, alst crachtich is.

17

Helyas was een man gelijc wi, ende hy badt een ghebet dat niet reghenen en soude op die aerde, ende het en reghende niet in drie iaren ende ses maenden.

18

Ende anderwerf badt hi, ende den hemel ghaf den reghen, ende die aerde gaf haer vrucht.

19

Mijn broeders, ist dat yemant onder v dolende worde vander waerheit,

20

ende yemant dien bekeert, dye sal weten, dat so wie den sondaer bekeert heeft vander dolinghen sijns weechs, die heeft sijn siele vander doot behouden, ende sal bedecken die menichfuldicheyt der sonden *

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 7

margenoot+
C vers 12

margenoot+
D vers 16


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken