Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Hoe dat den seuen enghelen geboden was te storten die seuen gramscappen Gods, waer af deerste gestort was opter aerden, die ander inder zee, die derde op alle fonteynen der wateren.

Cap. xvi.

¶ Die sesthiende Figuere.

[afbeelding]

1

Ga naar margenoot+ENde ic hoorde een groote stemme wten tempel seggende totten seuen enghelen. Gaet henen ende stort die schalen der gramschappen wt op die aerde.

2

Ende die eerste ginc henen, ende goot zijn schale wt op die aerde, ende daer is een boose ende schadelicke sweere aen die menschen gheworden, die dat teeken der beesten hadden, ende die haer beelt aenbaden.

3

Ende die ander engel goot sijn schale wt in die zee, ende het wert bloet als eens dooden ende alle leuende siele die sterf in die zee.

4

Ende dye derde engel die goot sine schale wt, in de water stroemen ende in die waterfonteynen, ende het wort bloet,

5

ende ic hoorde den engel, seggende. HERE, ghi sijt gerecht, die daer sijt, ende die daer was, ende heylich, dat ghi dat ghe-oordeelt hebt,

6

want si hebben dat bloet der heylighen ende der propheten wtgestort, ende ghy hebt haer bloet te drincken ghegeuen, want si sijns weerdich.

7

Ende ic hoorde eenen anderen engel wt den outaer seggen, Iae HERE almachtighe God, v oordeelen sijn warachtich ende gherecht.

8

Ga naar margenoot+Ende die vierde engel storte zijn scaele wt in die sonne, ende hem is gegeuen die menscen heet te maken met vier

9

Ende die menschen waren heet van groter hitten, ende lachterden den naem Goods, macht hebbende ouer dese plagen, noch en deden geen boete om hem den prijs te geuen

10

Ende die vijfste engel goot wt sijn schale op den stoel der beesten, ende haer rijck wort verduystert, ende si aten haer tonghen van smerte,

11

ende lasterden God des hemels om haer smerten van haren sweeren, ende en deden geen boete voor haer wercken.

12

Ende die seste engel goot sijn schale wt, opten grooten waterstroem Euphrates, ende dat water verdroochde, Ga naar margenoot+ op dat den wech der Coninghen vanden opganc der sonnen bereyt soude worden.

13

Ende ick sach wt den monde des draecx, ende wt den monde der beesten, ende wt den monde des valschen propheten drie onreyne gheesten gelijc den vorsschen,

14

Want het sijn geesten der duyuelen, teekenen doende, wtgaende totten Coninghen der geheelder aerden, om die te vergaderen tot inden strijt des groten daechs Gods almachtich.

15

Siet, ick come als een dief Ga naar margenoot+ Salich is hi die daer waket ende bewaert sijn cleederen, op dat hi niet naect en wandele, ende datmen sine schanden niet en sie.

16

Ende hi hadse vergadert in een plaetse, die daer int Hebreeusch Armagedon heet

17

Ga naar margenoot+Ende die seuende engel goot sijn schale wt in dye lucht, Ende daer ghinc een grote stemme wt vanden hemel, vanden stoel, seggende. Het is geschiet.

18

Ende daer geschieden stemmen ende donderen ende blixemen, ende daer geschiede so groten aertbeuinge dat sulcke niet geweest en is, sint der tijt dat daer menschen op dye aerde geweest hebben, sulcke aertbeuinge alsoo groot,

19

Ende die groote stadt is in drie deelen geworden ende die steden der heydenen sijn gheuallen, Ende die groote Babylon wort ghedacht voor Gode, op dat hi haer den kelck des wijns der indignacien zijnder gramscap soude geuen Ende alle Eylanden vloden, ende die bergen en sijn niet geuonden,

20

Ende daer viel eenen grooten haghel als een pont vanden hemel op die menschen ende dye menschen lasterden God om die plaghe des haghels want sijn plaghe is seer groot gheworden.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 8

margenoot+
C vers 12

margenoot+
Matth. xiiij b ij.Petri. iiij.c

margenoot+
D vers 17


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken