Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Literatuur. Jaargang 16 (1999)

Informatie terzijde

Titelpagina van Literatuur. Jaargang 16
Afbeelding van Literatuur. Jaargang 16Toon afbeelding van titelpagina van Literatuur. Jaargang 16

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Literatuur. Jaargang 16

(1999)– [tijdschrift] Literatuur–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 315]
[p. 315]

Literatuur-signalementen

Verborgen schatten

De Nederlandse archieven liggen vol met belangrijke informatie over de Nederlandse literatuurgeschiedenis. Helaas hebben de meeste neerlandici te kampen met een hardnekkige drempelvrees voor deze instellingen en wordt er zelden gebruik gemaakt van deze verzameling informatie. F. van Boheemen en Th. van der Heijden zijn twee onderzoekers die deze schroom gelukkig niet kennen en hebben jarenlang systematisch in deze schatkamers gezocht naar archivalia met betrekking tot de geschiedenis van de Nederlandse rederijkers van de Middeleeuwen tot het begin van de achttiende eeuw. De resultaten van hun nijvere zoektocht is nu geboekstaafd in twee delen: een bronnenuitgave (Retoricaal Memoriaal. Bronnen voor de geschiedenis van de Hollandse rederijkerskamers van de middeleeuwen tot het begin van de achttiende eeuw. Delft: Uitgeverij Eburon, 1999, 842 blz., ƒ 149,50, cd-rom-versie: ƒ 65, -) en een deel met studies gebaseerd op dit materiaal. (Met Minnen Versaemt. De Hollandse rederijkers vanaf de middeleeuwen tot het begin van de achttiende eeuw. Delft: Uitgeverij Eburon, 1999, 415 blz. / 99, -.)

Het bronnenboek is alfabetisch geordend op vestigingsplaatsen van rederijkerskamers en daarbinnen chronologisch. Per plaats wordt een overzicht gegeven van alle bekende data, niet alleen de nieuw gevonden archivalia, maar ook de bekende literatuur.

Dit deel moet volgens de auteurs anderen inspireren tot verder onderzoek naar de geschiedenis van de rederijkers. Het ontbreken van registers lijkt echter het tegenovergestelde te bewerkstelligen. Als archiefonderzoekers weten Van Boheemen en Van der Heijden zeker, op p. 7 wijzen ze er nota bene zelf op, hoe belangrijk juist het ontsluiten van bronnen is. Iemand die nu iets wil weten over een niet plaatsgebonden onderwerp is gedwongen het hele bronnenboek door te nemen.

Het bronnenboek is eveneens uitgegeven op cd-rom en te raadplegen via een internetversie (op de site van de UB van de KU Nijmegen). Het is te hopen dat in ieder geval bij deze versies een register zal worden gemaakt.

Ook de beschrijving van sommige archivalia laat te wensen over. Zo worden bij archivalia uit het Huydecoperarchief verkeerde nummers gegeven (de oude en nieuwe nummering worden afwisselend gebruikt en bovendien soms verward).

In Met Minnen Versaemt laten de auteurs zien tot welke nieuwe inzichten dit nieuwe materiaal kan leiden. Van der Heijden geeft een overzicht van de verhouding tussen rederijkers en overheid en Van Boheemen, behandelt de rederijkerswedstrijden in het gewest Holland en het belang van rederijkerstoneel als inkomstenbron voor charitatieve instellingen. Het is wel heel slordig dat in de laatste bijdrage van Van Boheemen de termen weeskamer en weeshuis, twee volstrekt verschillende instellingen, door elkaar worden gehaald. Het was niet de Amsterdamse weeskamer die profiteerde van de toneelvoorstellingen, zoals abusievelijk wordt beweerd in de tabellen op p. 384, maar uiteraard het Burgerweeshuis. Bovendien is dit deel eveneens zeer matig ontsloten. Een index op plaatsnamen is het enige wat de lezer gegund wordt. Het is niet te hopen dat dit tot gevolg zal hebben dat alleen de auteurs de vele schatten die er nog in verborgen zitten weten op te graven.

Dat niet alleen uit archieven nieuwe inzichten in de rederijkersgeschiedenis te vinden zijn, bewijst de negenenveertigste aflevering van het Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek, dat dit keer gewijd is aan ‘Hof-, Staats- en Stadsceremonies’ (red. R. Falkenburg e.a. Zwolle: Waanders, 1999, 307 blz., ƒ 225, - (ƒ 195, - bij abonnement), waarbij rederijkers een belangrijke rol spelen. W. Hummelen reconstrueert op basis van afbeeldingen van zestiende-eeuwse inkomsten de stellages waarop rederijkers bij ‘Blijde Inkomsten’ hun bijdragen aan de feestelijkheden opvoerden en Bart Ramakers analyseert de beeldtaal die de kamers, die deelnamen aan de Haarlemse rederijkerswedstrijd van 1606, gebruikten. Als altijd is dit jaarboek overvloedig en mooi geïllustreerd.

ellen grabowsky

Deventer bijbels

Van 1 juni tot en met 1 augustus 1999 wijdde de Athenaeumbibliotheek te Deventer een expositie aan bijbels uit de eigen collectie. Frank van Wijk stelde ter begeleiding van die tentoonstelling een catalogus samen: Van middeleeuws handschrift tot Statenvertaling; bijbels uit de collectie van de

[pagina 316]
[p. 316]


illustratie
De expositiefolder bij de expositie ‘Van middeleeuws handschrift tot Statenvertaling’.


Athenaeumbibliotheek. Deventer, 1999, 15 blz., ills. In de in- en uitleiding bij de catalogus, die toelichtingen bevat bij zes handschriften en negen drukken, wordt heel in het kort ingegaan op de geschiedenis van de bijbel en van de bibliotheek. Dat de Athenaeumbibliotheek zo'n prachtige collectie bijbels heeft, variërend van een fragment uit de negende en tiende eeuw tot en met de Statenvertaling en een proefdruk met correcties daarvan, is gezien het verleden van Deventer niet verwonderlijk. Door de religieuzen van de Moderne Devotie zijn veel bijbelhandschriften vervaardigd: vanaf 1477 zijn er bijbels gedrukt. Bovendien heeft de zeventiende-eeuwse bibliothecaris Jacobus Revius er veel aan gedaan om het kerkelijk boekenbezit weer op peil te brengen.

pjv

Luyken-collectie gecatalogiseerd

Van 20 mei tot en met 2 juli 1999 wijdde de Universiteitsbibliotheek Amsterdam in samenwerking met

illustratie
Een pagina uit een tentoongestelde bijbel op de expositie ‘Van middeleeuws handschrift tot Statenvertaling’


het Amsterdams Historisch Museum (AHM) een tentoonstelling aan het werk van de illustrator en dichter Jan Luyken (1649-1712) en zijn zoon Casper (1672-1708). Aanleiding voor de expositie was het verschijnen van de catalogus Jan en Casper Luyken te boek gesteld; catalogus van de boekencollectie Van Eeghen in het Amsterdams Historisch Museum (Hilversum: Verloren, 1999, 576 blz., ills., ƒ 125, -; ISBN 90 6550 581 4), samengesteld door Nel Klaversma, bibliothecaris van het AHM, en Kiki Hannema. De catalogus beschrijft de boeken van de Luyken-collectie (900 tekeningen, 10.000 prenten, 1000 boekbanden), die de kinderen van Christiaan Pieter van Eeghen (1816-1889) in 1907 schonken aan de stad Amsterdam. Bij de samenstelling van de catalogus is gebruik gemaakt van de speciaal ontwikkelde applicatie voor het beschrijven van oude drukken in het programma ISIS van de afdeling Zeldzame en Kostbare Werken bij de UB Amsterdam.

De catalogus van Klaversma en Hannema is een welkome aanvulling op de oeuvrecatalogus van Van Eeghen en Van der Kellen. Dat blijft nog steeds het standaardwerk voor de prenten, maar nu zijn ook de 1508 boeken waarin die prenten voorkomen beschreven op een wijze die beantwoordt aan de moderne bibliografische opvattingen. Bovendien heeft het AHM in de periode na Van Eeghen nog een flink aantal Luyken-drukken aan de collectie kunnen toevoegen. Van iedere druk wordt een volledige titelbeschrijving gegeven, inclusief collatie- en paginaformule en STCN-vingerafdruk. Ten behoeve

[pagina 317]
[p. 317]


illustratie
Een portret van Jan Luyken (1649-1712), was te zien op ‘'t Verborgen goed. Treckt ons gemoed’ De boekillustratoren Jan & Casper Luyken (foto fotodienst Universiteitsbibliotheek Amsterdam)




illustratie
Een gravure van Jan Luyken, was te zien op ‘'t Verborgen goed. Treckt ons gemoed’ (foto fotodienst Universiteitsbibliotheek Amsterdam)


van boekhistorisch onderzoek wordt in de annotatie melding gemaakt van drukkersmerken, privileges, opdrachten, lofdichten, voorwoorden, ex-libris en in het boek opgenomen boekhandelscatalogi.

De catalogus is voorzien van een namen- en een prentenregister. Het namenregister bevat auteurs, editeurs, boekdrukkets en boekverkopers, privilege-verlenende instanties, begunstigden van opdrachten, illustratoren, lofdichters en vorige bezitters. Het prentenregister geeft de prentnummers uit Van Eeghen/Van der Kellen. De catalogus is ook digitaal te raadplegen op de afdeling ZKW van de UB Amsterdam en ze zal mettertijd ook digitaal aangevuld worden.

Bij de voorbereiding van de expositie is een gedicht van de jonge Jan Luyken uit 1667 herontdekt: Jan Luicken, Aen den geestrijcken poëet kaarel Verloove ([Facsimile-uitgave van Amsterdam UB, HS. Gl 26.] Amsterdam: UB en Stichting AD&L, 1999, 3 bladen in een mapje, ƒ 5, -). Het betreft een manuscript dat al geruime tijd in het bezit is van de UB, maar pas nu onder de aandacht van de Luyken-onderzoekers is gekomen. Of het

illustratie
Een onbekend briefgedicht van Jan Luyken aan zijn vriend Karel Verloove, was te zien op ‘'t Verborgen goed. Treckt ons gemoed’ (foto: fotodienst Universiteitsbibliotheek Amsterdam).


[pagina 318]
[p. 318]

een autograaf betreft, is nog onzeker, maar eenieder kan via de door Stichting AD&L uitgegeven facsimile en transcriptie zijn oordeel daaromtrent vormen. het gedicht is gericht aan Karel Verlove, een dichter uit de kring van Jan Zoet waarin Luyken in zijn jonge jaren eveneens verkeerde. Verlove wordt ook genoemd in het slotdeel van de Duytse lier uit 1671.

Een beknopte toelichting bij de tentoonstelling van de hand van Nel Klaversma: 't Verborgen goed, treckt ons gemoed (Leiden: de Amoniet, 1999, 8 blz., 5 briefkaarten en een boekenlegger) is als ‘vriendenmapje 11’ van de Vrienden van de UB Amsterdam met de had gezet en gedrukt door Gerard Post van der Molen, die ook vijf Luyken-prentbriefkaarten drukte en een Luyken boekenlegger. Deze Ammoniet-publicaties zijn uitsluitend verkrijgbaar in de tentoonstellingszaal van de UB Amsterdam. De opbrengst is bestemd voor het restauratiefonds van de UB.

pjv

Perk in de Deltareeks

In de Delta-reeks worden klassieke teksten uit de Nederlandse en Vlaamse literatuur opnieuw voor een breed publiek beschikbaar gemaakt. Daartoe worden die teksten voorzien van een inleiding en van commentaar, waarbij al te grote zwaarwichtigheid wordt vermeden, maar tegelijkertijd zoveel mogelijk wordt gestreefd naar toegankelijkheid van de tekst voor de lezer van nu.



illustratie
Een portret van Jacques Perk (in: Jacques Perk, Gedichten: met voorrede van M.R.C. Vosmaer en inleiding van Willem Kloos. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker, 1999).


Onlangs verscheen in deze reeks Jacques Perk. Gedichten. Met een voorrede van Mr. C. Vosmaer en inleiding van Willem Kloos, bezorgd door Fabian R.W. Stolk (Amsterdam: Bert Bakker, 1999). Daarmee zijn sinds Stuivelings editie, waarvan in 1976 een derde en laatste druk verscheen, de gedichten van Perk én Kloos' beroemde inleiding weer beschikbaar, maar nu met annotaties naar de laatste stand van onderzoek.

Stolk gebruikte de tekst van de uitgave uit 1882 als basistekst. Daarmee koos hij voor de uitgave zoals Kloos die verzorgde, een uitgave waarvan we weten dat die niet zonder problemen is omdat Kloos nogal eigenzinnig met Perks teksten omsprong. Dat Stolk niettemin voor deze basistekst koos, is alleszins te verdedigen, want vooral via die uitgave bereikten Perks gedichten een groot publiek. Bovendien fungeert Kloos' inleiding sindsdien als het ‘poëtisch programma’ van Tachtig en is als een Siamees zusje met Perks gedichten verbonden. Samen spelen ze een sleutelrol in de ontwikkeling van de Nederlandse poëzie aan het eind van de negentiende eeuw.

Stolk voegde behalve een verantwoording van zijn uitgave ook een selectieve bibliografie en een register op titels en beginregels van de gedichten aan zijn editie toe. Daarmee zijn de gedichten van Perk weer voor langere tijd beschikbaar en toegankelijk gemaakt.

gvb


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • E.M. Grabowsky

  • G.J. van Bork

  • P.J. Verkruijsse

  • over F.C. van Boheemen

  • over Th.C.J. van der Heijden

  • over Jan Luyken

  • over Jacques Perk

  • beeld van Jan Luyken

  • beeld van Jacques Perk