Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Literatuur Zonder Leeftijd. Jaargang 8 (1994)

Informatie terzijde

Titelpagina van Literatuur Zonder Leeftijd. Jaargang 8
Afbeelding van Literatuur Zonder Leeftijd. Jaargang 8Toon afbeelding van titelpagina van Literatuur Zonder Leeftijd. Jaargang 8

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Literatuur Zonder Leeftijd. Jaargang 8

(1994)– [tijdschrift] Literatuur zonder leeftijd–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 3]
[p. 3]

[Nummer 31]

Wie schrijft, blijft. Wie leest, leeft. Domweg een kwestie van overleven.
redactionele inleiding

Ooit, heel lang geleden, maar dan nog eerder, zegt Mensje van Keulen, voelden we ons thuis bij boekpromotie. Boeken op een aantrekkelijke manier neerzetten. Kinderen verleiden tot lezen met prikkelende informatie over verhalen en de schrijvers daarvan. En natuurlijk veel voorlezen en vertellen en plaatjes kijken en praten over boeken ...

Iets minder lang geleden kreeg boekpromotie gezelschap van taaldrukken. Creatief met taal en beeld omgaan. Ervaringen en taal aan elkaar koppelen, de integratie van receptief en actief taalgebruik, zowel binnen als buiten het onderwijs. En dat alles onder het mom van expressie.

Een tijdje terug stormde de leesbevorderingstrein ons land binnen. In die trein zaten invloedrijke bobo's met een heleboel pegeltjes. En dus begon iedereen als een gek wissels om te gooien en met vlaggetjes te zwaaien om die trein voor zijn of haar deur te laten stoppen. Nederland begon het lezen te bevorderen: de bibliotheken, het onderwijs, de uitgevers en de boekverkopers, de schrijvers en lezers, de media, de musea en de centra...Wij bevorderden het technisch en het begrijpend lezen, het foutloos en het inzichtelijk lezen, het plezier in lezen, het praten over lezen, het kijken naar boeken, het verzamelen, kopen en lenen van boeken, het voorlezen in wedstrijdverband en spoorzoeken in boeken. Wie kan lezen, zo zei Jan Terlouw, heeft toegang tot alles wat door mensen is bedacht, tot het bouwwerk van de wetenschap, tot de ontdekkingsreizen over de wereld, in het zonnestelsel, in de kunsten, in de ziel. Wie kan lezen wordt partner in de fantasie van een legioen schrijvers en dichters...En hij had nog veel meer moois in de aanbieding.

Die trein begon zo hard te rijden dat niemand in de gaten had dat haar zusje, de literaire vorming op dood spoor gezet dreigde te worden. Die was zes jaar geleden weliswaar officieel zesde discipline

[pagina 4]
[p. 4]

binnen de kunstzinnige vorming gedoopt, maar op ambtelijk niveau wist niemand precies of broer leesbevordering en zus literaire vorming het een beetje konden vinden samen. Ze waren beide op weg naar het einddoel literaire competentie, maar leesbevordering kreeg de HSL en literaire vorming Tsjip.

Aan de Hogeschool voor de Kunsten in Arnhem geeft Peter van den Hoven aan de faculteit Theater (Docent Drama), binnen het vak taal, al meer dan tien jaar in de rust en stilte die daarvoor nodig is, een cursus verhalen schrijven in het HBO. Die cursus kreeg de toepasselijke naam Dramatiseren op papier. De opleiding besloot dat het tijd werd voor een presentatie. Vakken als video en spel deden dat immers elk jaar. Peter van den Hoven koos er een toepasselijke vorm voor.

-Een rondetafelgesprek met heren die alle hoekjes van het lezen en schrijven kennen: Jos van Hest, Ed Leeflang, Wam de Moor en Pieter Quelle.
-Een verslag van de filosofie achter zijn cursus, de opzet en de resultaten daarvan in een flink aantal verhalen, die door Poeka Veldman mooi geïllustreerd zijn.
-Marja Käss biedt haar ervaringen met de Teleaccursus Een gedicht is een tijdrovend werkje aan.
-Peter van den Hoven spreekt met medewerkers van WVC over Literaire Vorming en het beleid.
-Leo Lentz maakt zich zorgen over het niveau van het leerplan fictie dat hem te naïef en te kneuterig is.
-En met de sombere bespiegelingen van Peter van Gestel over de Moeder in de jeugdliteratuur belanden we impliciet of expliciet bij de boeken die de jeugd (niet) wil lezen. Boeken zijn streng, zegt hij en daar helpt geen moedertje lief aan. Met behulp van zijn meetlat kunnen verhalen als Het schaap is zwart en Als je maar diep genoeg graaft, krijg je het vanzelf wel warm op hun impliciete merites beoordeeld worden.

Vast staat dat de jeugdliteratuur in dit nummer van Literatuur zonder Leeftijd langs een bijzonder spoor trekt. Wie het certificaat literaire competentie heeft gehaald mag/kan blijven lezen en schrijven en moet daar als het even kan ook maar van genieten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken