Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Lust en Gratie. Jaargang 10 (1993)

Informatie terzijde

Titelpagina van Lust en Gratie. Jaargang 10
Afbeelding van Lust en Gratie. Jaargang 10Toon afbeelding van titelpagina van Lust en Gratie. Jaargang 10

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.38 MB)

Scans (29.74 MB)

ebook (6.88 MB)

XML (0.84 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Lust en Gratie. Jaargang 10

(1993)– [tijdschrift] Lust en Gratie–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 6]
[p. 6]

[Nummer 37]

Redactioneel

Inderdaad, de geruchten die in de subculturele wandelgangen gonsden zijn werkelijkheid geworden: Lust & Gratie laat met ingang van dit nummer na ruim negen jaar haar vaste ondertitel ‘Lesbisch cultureel tijdschrift’ vallen. Al vanaf het ontstaan van Lust & Gratie heeft de ondertitel in de diverse samenstellingen van de redactie ter discussie gestaan. Hierin streden twee inzichten, of liever gezegd, twee strategieën, om voorrang: enerzijds werkt de onverbloemde ondertitel bevrijdend, hij eist ruimte op, hij laat onverhuld zien dat er een lesbische cultuur bestaat. Anderzijds roept de ondertitel een al te eenduidig beeld op van het lesbische dat niet lijkt te stroken met de brede lesbisch/feministische inhoud van het tijdschrift.

De verhouding kunst en seksuele geaardheid is een uiterst ingewikkelde - daar wijzen de vaak oeverloze discussies over lesbische literatuur, biseksuele schilderkunst en homoseksuele muziek op. Wanneer is een roman, een verhaal of een gedicht lesbisch? Als de auteuse ervan de damesliefde praktizeert of als het werk een lesbieuze thematiek heeft? Of ontstijgt het literaire zelfs aan deze beperkingen en gaat het erom of wij als lesbo aan de tekst een lesbische betekenis kunnen toekennen?

Wie de inhoud van de verschenen Lust & Gratie's doorneemt, zal opmerken dat de bijdragen variëren van uitgesproken radicaal lesbisch of feministisch tot bijdragen die minder uitgesproken zijn. Wat de teksten bindt, is dat zij altijd de ervaringen, gedachten, meningen van en over vrouwen vanuit een brede, niet dogmatische lesbisch/feministische visie centraal stellen.

 

In het redactioneel van Lust & Gratie nr 1 (1983) werd reeds gesteld dat het begrip lesbisch niet alleen naar bedpraktijken verwijst. De redactie van het eerste uur gaf een ruime betekenis aan het lesbische, daarbij geïnspireerd door het baanbrekende artikel ‘Gedwongen heteroseksualiteit en lesbisch

[pagina 7]
[p. 7]

bestaan’ van Adrienne Rich (in 1981 in vertaling uitgebracht door de stichting Lust & Gratie). Rich kiest in haar verhandeling voor de termen ‘lesbisch bestaan’ en ‘lesbisch continuüm’ in plaats van de beperkte en statische term ‘lesbianisme’. ‘Lesbisch continuüm’ definieert zij als een gebied van ervaringen waarbij het niet alleen gaat om de bedgeneugten, om de seksuele ervaringen die vrouwen met elkaar hebben of willen hebben, maar om ervaringen in het leven van elke vrouw, de hele geschiedenis door. Hieronder vallen dan ook andere vormen van intense gevoelens van vrouwen, zoals een rijk gedeeld innerlijk leven, het bondgenootschap tegen de niet aflatende tirannie van mannen, het geven van praktische en politieke steun.

Rich probeerde met haar even radicale als verbindende betoog de gapende kloof tussen het lesbische en heteroseksuele te overbruggen. De ontrafeling van het instituut heteroseksualiteit en het zichtbaar maken van wat zij het ‘lesbisch bestaan’ noemt, is in Rich' visie in potentie bevrijdend voor alle vrouwen. Het is vanuit deze visie dat de redactie destijds, als een soort politiek statement, het woord lesbisch in de ondertitel opnam.

Toch is het altijd sukkelen gebleven met deze ondertitel. De gekozen strategie en de achterliggende ideeën werden over het algemeen niet of slecht begrepen. Aan de metaforische betekenis van het lesbische als het utopische, tegendraadse, subversieve, werd vaak voorbij egaan. Enerzijds kregen wij kritiek van binnenuit dat wij het lesbische te breed opvatten en anderzijds kritiek van buiten dat het woord lesbisch op een dwaalspoor zet omdat de inhoud van Lust & Gratie blijkbaar veel verder gaat. De directe achterban, de lesbische (sub)cultuur, vindt dan dat wij het elastiek van het lesbische te ver uitrekken, de overige geïnteresseerden zijn niet op de hoogte van de rekbaarheid van het begrip en lezen de ondertitel als etiket. Wij willen niet wonen in de hokjes van onze geest en wij willen ook niet bij voorbaat worden opgeborgen in voor anderen veilige hokjes. Het spelen met diverse ondertitels (vanaf nr. 30) was daar een uiting van.

 

Onze ambitie om een specifiek tijdschrift te maken met algemene pretenties onderstreepten wij twee jaar geleden al door het woord ‘universeel’ in onze ondertitel op te nemen (zie redactioneel nr. 29). De openheid die wij voorstaan, willen wij nu nog meer nadruk geven door de etiketterende ondertitel te laten vallen. Niet onbelangrijk in deze keuze is ook de zich in toenemende mate verjongende redactie, die zich minder betrokken voelt

[pagina 8]
[p. 8]

bij een strategie die dateert van begin jaren tachtig.

De redactie gaat er niet van uit dat wij een gelukzalig ‘post-feministisch’ tijdperk zijn ingetreden en dat de bevrijding van de anders georiënteerden een feit is. Evenmin betekent het dat de inhoud van Lust & Gratie wezenlijk zal veranderen. Immers, de kracht van Lust & Gratie ligt in het programma dat uniek is in de letteren en dat werkelijk iets toevoegt. Wij behouden onze geëngageerdheid met de lesbische en feministische cultuur. Wij willen grenzen overschrijden, vooropgezette meningen en denkbeelden ondergraven, wij willen niet geruststellen maar verwarren. Hopelijk zullen nog meer verwante schrijfsters, dichteressen en essayisten hun bijdragen aan Lust & Gratie willen leveren en wint het blad een nog groter publiek voor de ondogmatische, feministische visies.

 

Dit nummer van Lust & Gratie is volledig aan poëzie gewijd. In De Groene Amsterdammer van 9 december vorig jaar constateert de tegelijkertijd woedende en vertwijfelde dichter Marc Reugebrink dat de poëzie met ‘een fijnzinnig soort censuur’ wordt bedreigd. Hij stelt met nauw verholen verbittering dat de dag- en weekbladen zich in hun aandacht voor literatuur steeds meer lijken te richten op schrijvers en dichters die goed in de markt liggen. De economische markt wel te verstaan. Al jarenlang willen cultuurpessimisten ons doen geloven dat literatuur in steeds sterkere mate een onderdeel van de massacultuur vormt en - volgens Reugebrink - ‘dus in feite een tak van de amusementsindustrie is geworden’.

Het is een feit dat de algemene media steeds minder ruimte aan poëzie geven. In de meeste kranten zijn de wekelijkse of tweewekelijkse poëzierecensies verdwenen, waardoor veel belangrijke dichtbundels niet of nauwelijks besproken worden. De paradoxale situatie is aldus dat bij een groeiende aandacht voor literatuur - de kunst- en literatuurbijlages worden dikker en dikker - over poëzie steeds meer wordt gezwegen. Alsof poëzie een luxe is!

In haar lyrische essay ‘Poëzie is geen luxe’ benadrukt de op 17 november 1992 overleden dichteres Audre Lorde het belang van de dichtkunst, zeker voor vrouwen. Voor haar is poëzie ‘de manier om het naamloze te benoemen’. Waar de taal nog niet bestaat, helpt de poëzie die te modelleren: ‘Poëzie is niet alleen droom en visie; ze is het structurele bouwwerk van ons leven. Ze legt de fundamenten voor een toekomst waarin veranderingen mogelijk zullen zijn. Ze slaat een brug over onze angsten heen naar wat nog nooit geweest is.’

[pagina 9]
[p. 9]

Een jaar geleden kondigde Lust & Gratie aan zich meer toe te leggen op de bespreking van het werk van Nederlandse schrijfsters. Dat resulteerde toen in essays over zeven Nederlandse prozaïstes: Marja Brouwers, Hermine de Graaf, Kristien Hemmerechts, Doeschka Meijsing, Monika van Paemel, Astrid Roemer en Nicolette Smabers. Ditmaal plaatsen wij vijf beschouwingen over Nederlandse en Vlaamse dichteressen. Maaike Meijer laat in haar ‘Winterbrieven uit Harfsen’ zien hoe Gerhardt en Eybers in hun gedichten een brug slaan over onze angsten voor het ouder worden. Paul Claes gunt ons enig inzicht in het complexe poëtische universum van Christine D'haen. Verder beschouwingen over de poëzie van Ankie Peypers, Miriam Van hee en Elly de Waard. Natuurlijk zijn we zeer verheugd dat we daarnaast zo veel dichteressen zelf aan het woord kunnen laten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken