Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Leven van Lutgart (1899)

Informatie terzijde

Titelpagina van Leven van Lutgart
Afbeelding van Leven van LutgartToon afbeelding van titelpagina van Leven van Lutgart

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.30 MB)

XML (1.18 MB)

tekstbestand






Editeur

François van Veerdeghem



Genre

poëzie

Subgenre

heiligenleven


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Leven van Lutgart

(1899)–Anoniem Lutgart, Leven van–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
bron

François van Veerdeghem (ed.), Leven van Sinte Lutgart (tweede en derde boek). Boekdrukkerij voorheen E.J. Brill, Leiden 1899

codering

DBNL-TEI 1
dbnl-nr _lut001lutg01_01
logboek

- 2007-06-04 DH colofon toegevoegd

verantwoording

gebruikt exemplaar

exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: S.Ned. 35 4028

 

algemene opmerkingen

Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Leven van Sinte Lutgart (tweede en derde boek) in de editie van van François van Veerdeghem uit 1899. Het origineel dateerd uit circa 1274.

 

redactionele ingrepen

In het origineel staat een aantal maal een komma onder letters in superscript. In deze digitale editie kan dit niet worden weergegeven en is de komma telkens achter de betreffende letters geplaatst.

p. 209: de ‘Verbeteringen en toevoegsels’ op deze pagina zijn in de lopende tekst doorgevoerd.

 

Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. π2, IV, LXX. 2, 144, 210 en 212) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.

 

[pagina ongenummerd (π1)]

LEVEN van SINTE LUTGART.

 

[pagina I]

LEVEN van SINTE LUTGART, TWEEDE EN DERDE BOEK. NAAR EEN KOPENHAAGSCH HANDSCHRIFT vanwege de MAATSCHAPPIJ DER NEDERLANDSCHE LETTERKUNDE TE LEIDEN UITGEGEVEN DOOR FRANS VAN VEERDEGHEM, Hoogleeraar te Luik.

BOEKHANDEL EN DRUKKERIJ voorheen E.J. BRILL leiden. - 1899.

 

[pagina II]

BOEKDRUKKERIJ VOORHEEN E.J. BRILL, LEIDEN

 

[pagina 3]

INHOUDSOPGAVE.

[()II l. walsch. XI. l. die.... bedroech ... valschen. XVI. l. dat se die viande.]


[()f. 2 ro.]I. Tprologe.
II. Hir begint dander partie van den boke. Van din dat mense abdisse maken woude, ende van din dat si te Gode bat dat his hare verdroge, ende van din dat onse Vrowe te hare quam ende sise troeste mettin dat si hare benam dat walch te leerne.
III. Van din dat se onse Vrowe hit vasten seven ijar om te verweerne die Gods wrake.
IV. Hoe dat si mester Jacope van Vitri verloste van den bande van cranker minnen.
V. Van din dat si dis abts Simoens sile van Foinni verloste van den vegevire.
VI. Hoe si begerde wesen versekert van haren levene ende hoe si dar af versekert wart.
VII. Van din dat si sterven begerde ende hoe dat geverstet was ende van den roepene der wonden Gods.
VIII. Van den paus Innocentiuse die te hare quam tire wilen dat hi verschit.
IX. Van mester Yanne die te hare quam tire wilen dat hi verscheeden was.
X. Van din dat hare anderwerf van Gods halven bevolen was te vastene seven ijar.
XI. Van din dat si met beden verloestede ene nonne die di viant bedroeg met valchen visionen.
XII. Van din dat si verledegde ene nonne die mettin viant beseten was ende ene andre die die alf bedrogen hadde.
XIII. Van din dat si Yolenden bekirde ende van dien dat si se te hare weder hit comen na hare doet.
XIV. Van din dat hars selves suster te hare quam na hare doet.
XV. Van din dat hare verboden was dat sacrament tontfane ende hoe dat gewroken was.
[()f. 2 vo.]XVI. Van din dat se die viant rampenerde ende van din dat si die viande alle sere ontsagen.

 

 

[pagina 4]

[()XL. l. dat se twe.]


XVII. Van din dat se onse Here verledegde van ongedoude van herten met enen scapere die van over xiii milen quam.
XVIII. Van din dat ene nonne sach ene vlamme virs ut harre kelen varen.
XIX. Van din dat si onsen Here bat dat hi hare name sine gracie van sutheiden ende hi se ere andre gave.
XX. Van din dat si Ysabelen genas met harre beden.
XXI. Van din dat hare onse Here gaf martilie te doegene.
XXII. Van din dat si genas ene vrowe van harre doefheit.
XXIII. Van din dat si al bloetroet wart alse pensede om die passie ons Heren.
XXIV. Van din dat se en bruder van Haffelgem, die in hovetsonden was, en conste niet angesien.
XXV. Van din dat si bekirde heren Thimere met harre beden.
XXVI. Van din dat si vertogt wart ere nonnen in drome, die si sider genas met beden van coringen ende van sicheiden.
XXVII. Van din dat si Resplenden vorseide dat si van haren coringen genesen soude in goeden vriendage.
XXVIII. Van din dat se en kint genas van den groten evele.
XXIX. Van din dat hare vertogt wart ene schare van heilegen in visione.
XXX. Van din dat ver Sibilie van Gaijs berespt wart in drome om haren wille.
XXXI. Van din dat en sondere, die sprac ijegen hare, sach enen groten schijn blaken boven hare.
XXXII. Van din dat hare onse Vrowe oppenbarde ende dankde hare.
[()f. 3 ro.]XXXIII. Van din dat hare onse Here leerde hoe hare hars evenkerstens ontfarmen soude.
XXXIV. Van din dat si enen elijt van Godes halven troeste te varne dar hi abt gekoren was.
XXXV. Van din dat hare ene heilege ijoncvrowe oppenbarde ende seide hare horen name.
XXXVI. Van din dat si vorseide van enen, die uter ordinen geronnen was, dat hi weder comen soude.
XXXVII. Van din dat si der hertoginnen vorseide dat si sterven soude.
XXXVIII. Van ere die si van coringen genas ende seide wat hare derde.
XXXIX. Van din dat si bruder Damase verloesde van koringen.
XL. Van din dat si twe ingle leidden ten outare.
XLI. Van din dat si en wijf versekerde die onthopt was ende dat se walsch sprac.
XLII. Van din dat onse Here vegde de trane van haren ogen.
XLIII. Van din dat se die heilegen ende dingle plagen te visiteerne.

 

 

[pagina 145]

Inhoudsopgave.

[()XVII l. sic .... se dabt. - XVIII l. schit.]


[()f. 252 vo.]I. Hir beginnet tprologe van der derden partien.
II. Van din dat si blent wart XI ijar vor hare doet.
III. Van din dat bruder Iordan te hare quam na sine doet ende seide hoet met hem staet.
IV. Van din dat hare derde werf was bevolen te vastene VII ijar.
V. Van din dat si meester Yacops sile van Vitri sach comen in hemelrike.
VI. Van din dat hare vertogt wart die dach van harre doet vif ijar eer si verschit.
VII. Van din dat se bruder Iordan noch quam visiteren ende seide hare dat si hem cortelinge volgen soude.
VIII. Van din dat hare vertogt wart dat die Tatren in dit lant nit comen en souden.
IX. Van din dat hare vertogt wart heren Bouduins doet van Barbenchon.
X. Van din dat si onttekde enen haren vrint hoegedaen si plach te bescowene Gods anschin.
XI. Van din dat ene stemme wart gesendt dar si lach, die seide delicie mee esse cum filiis hominum.
XII. Van din dat onse Here te hare quam ende hare beval dat si besech ware met drien dingen.
XIII. Van din dat onse Here ende onse Vrowe te hare quamen ende si se troesteden.
XIV. Van din dat se onse Vrowe ende Sente Jan Baptiste quamen visiteren.
XV. Van din dat si din nonnen vorseide dat si na hare doet geplacht souden sin ende waromme.
XVI. Van din dat si enen haren vrint verdingde met beden iegen Gode.
XVII. Van din dat si bleef sijc liggende ende dat si dabt van Haffelgem quam visiteren.
XVIII. Van din dat si van erterike schijt ende op welken tijdt.

 

 

[pagina 146]

[()XIX l. onbevlect. - XXIII l. hit.
XXVI l. quetchingen. - XXVII l. gruweliken.]


XIX. Van din dat die lichame slecht ende ombevlecht was doe si versceden was.
[()f. 253 ro.]XX. Van din dat se en wijf genas van hare minxle doe si dien lichame halp dwaen.
XXI. Hoe die lichame ter eerden wart gedaen ende war si begraven leegt.
XXII. Van din dat si bruder Damase vorseide welken vinger hi behouden soude van hare.
XXIII. Van din dat si ere vrowen oppenbart wart in visioene ende ene nonne hare volgen hijt.
XXIV. Van der wraken dar se af hadde geprofeteert ende hoe si gestilt wart.
XXV. Van din dat Beatris van Ravia genas bi harre cracht van enen geswelle.
XXVI. Van din dat ere nonnen die hoeftswere wart gesacht ende hoe si van ere queetchingen genas.
XXVII. Van din dat Marie van Andene genas van enen griweliken hoeftswere.
XXVIII. Dit es di conclusie van desen boken.

 

 

[pagina 209]

VERBETERINGEN EN TOEVOEGSELS.

TWEEDE BOEK.

Vs. 592: deze l.: dese
Vs. 618: hs. sine l.: sinen
Vs. 1052: daah l.: dach
Vs. 1094: sosterwijs l.: soscerwijs
Vs. 1217: groet. l.: groet
Vs. 1263: vertuschen l.: vercuschen en zie III, 1965
Vs. 1267: hoge l.: hogen
Vs. 1702: aldaer l.: aldaer
Vs. 1712: aldosterwijs l.: aldoseerwijs
Vs. 2074: hs. nochten l.: nochtan(?)
Vs. 2200: sunderlinge hs.: sonderlinge
Vs. 2399: algader l.: algader
Vs. 2476: gingen hs.: ginge
Vs. 2502: hefft hs.: heftt
Vs. 2590: aldosterwijs l.: aldoscerwijs
Vs. 2756: avecoepen l.: avocoepen
Vs. 2855: anderwerf l.: anderwerf
Vs. 2885: gewonde l.: gewoude
Vs. 3385 : oe l.: oe
Vs. 3628; beraet l.: baraet
Vs. 4205: dach l.: dach
Vs. 4510: outladen l.: ontladen.
Vs. 4576: Der l.: Die
Vs. 4740: gi vrowen l.: gi vrowen,
Vs. 5252: allen l.: alle
Vs. 5472: danc l.: danc.
Vs. 5486: hs. XII (ook in het opschrift van dit hoofdstuk) l.: XIII, zooals in de inhoudsopgave en de Vita Lutgardis.
Vs. 5537: dragen l.: dragen
Vs. 5641: minnen l.: minen
Vs. 5884: laten hs.: late
Vs. 6041: oogen l.: ogen
Vs. 6097: hs. antwerden l.: antwerde(?)
Vs. 6206: seide. l.: seide:
Vs. 6678: vrie l.: vrië
Vs. 6682: Aanteekening: Zie bij vs. III, 5234.
Vs. 6868: die l.: di
Vs. 7300: es l.: es
Vs. 7553: hs. hop ie l.: hopic
Vs. 7553, Aant.: 7558 l.: 7554
Vs. 7594: Ai l.: Aï
Vs. 7653: verschonet l.: verschouet(?)
Vs. 7861: doolden l.: doelden
Vs. 8063: Nirwen l.: Nirwen
Vs. 8269: uoch l.: noch
Vs. 9360: karmen l.: karmen,
Vs. 9852, Aant.: belast l.: belast
Vs. 10976: jonge l.: ijonge
Vs. 11314: behouden l.: behouden.
Vs. 11861: hs. waalsche l.: walsche
Vs. 12340: hadde l.: hadde.
Vs. 12671: comen l.: comen.
Vs. 13158: binnen l.: binnen
Vs. 13375: berecht l.: berechtt
Vs. 13753: also l.: also!
Vs. 13774: alse l.: also
Vs. 14475: Nochseget l.: Noch seget
Vs. 14531: Begint met eene alinen.

DERDE BOEK.

Vs. 506: Goede l.: goede
Vs. 532, Aant.: Heilege l.: Heilige
Vs. 675: somen l.: somen
Vs. 676, Aant.: Hîstoria l.: Historia
Vs. 1023, Aant.: 1033 l.: 1022
Vs. 1429: brut l.: brut,
Vs. 1572, Aant.: nergens elders l.: nergens, behalve in dit gedicht; zie III, 3118.
Vs. 1699, Aant.: Aisean l.: Aiseau
Vs. 1800: sonden l.: sonden.
Vs. 1865: tale. l.: tale,
Vs. 2079: stemme l.: stemmen
Vs. 2172: gheechent1) l.: gheechent2
Vs. 2281: zoo l.: so
Vs. 2702 en 3127: l.: zonder alinea.
Vs. 3166: Die ie l.: Die ic(?)
Vs. 4833: Si lief i leet l.: Si lief si leet

 

[pagina 211]

INHOUD.


    Bladz.
  Inleiding.  
I. Een woord vooraf V
II. Aywières VI
III. Sinte Lutgart VII
IV. Thomas van Cantimpré en zijne Vita Lutgardis VIII
V. Dietsche vertalingen der Vita Lutgardis XIII
VI. Willem van Afflighem XIII
VII. Broeder Geraert XVII
VIII. Het Handschrift der Sinte Lutgart XIX
IX. Ouderdom van het dichtwerk XXVI
X. De Dichter XXX
XI. Het Gedicht XXXIII
XII. Verhouding tot Broeder Geraert's en tot Cantimpré's Lutgardis XXXVIII
XIII. De Taal XLII
XIV. De Versbouw XLVI
  De Versbouw in 't algemeen XLVI
  De Rhythmus. A. Metahole. B. Woordbetoning: 1. Monosyllaben. 2. Dissyllaben. 3. Polysyllaben. 4. Composita. 5. Derivata. 6. Flexie. 7. Enclisis en proclisis. 8. Vreemde woorden en eigennamen XLVIII
  De Theses. A. Elisie en Hiaat. B. Syncope. O. Apocope D. Diaeresis LV
  Het Rijm LXI
  Caesuur, Enjambement, Rijmscheiding LXIV
  Eindbeschouwingen LXV
XV. De Uitgave LXVII
XVI. Besluit. LXVIII
  Tekst  
  Tweede Boek 1
  Derde Boek 143
  Lijst der verklaarde woorden en termen en der besproken persoons- en plaatsnamen 205
  Verbeteringen en Toevoegsels 209

 


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken