Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Maatstaf. Jaargang 24 (1976)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Maatstaf. Jaargang 24

(1976)– [tijdschrift] Maatstaf–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 24]
[p. 24]

Portfolio Kees Hauwert
Door Martin Hart

Vlak voordat mijn boek over ‘Ratten’ zou verschijnen, hield een studente mij een afbeelding van een rattenkoning onder ogen die in het tijdschrift Avenue stond. Aangezien de afgebeelde ratten zeer spitse koppen hadden, was het bijna zeker dat degeen die de afbeelding had vervaardigd ook inderdaad een echte rattenkoning gezien moest hebben. Een tekenaar die een afbeelding maakt van een rattenkoning zonder er zelf ooit een gezien te hebben, tekent onvermijdelijk stompe koppen van bruine ratten omdat dat de ratten zijn die men steeds ziet. De zwarte rat met zijn spitse snuit komt in Nederland bijna niet meer voor. De ongeveer zevenenvijftig rattenkoningen die sinds de vijftiende eeuw in Europa gevonden zijn, bestonden echter altijd uit zwarte ratten. Dat hangt ongetwijfeld samen met het feit dat zwarte ratten veel langere staarten hebben. Bovendien zijn die staarten flexibeler dan de staarten van de bruine ratten en daarbij komt dat zwarte ratten de neiging hebben hun staart om iets heen te winden. Die drie feiten tezamen maken het waarschijnlijk dat er een koning van zwarte ratten kan ontstaan. Toch is het een zeldzaam verschijnsel en elke vondst dient zorgvuldig gedocumenteerd te worden. Daarom wond die afbeelding van de rattenkoning van Kees Hauwert mij zo op: dit was iemand die misschien wel een koning gezien had, ik had de vondst in mijn boek kunnen verwerken maar nu was het te laat. Toch diende ik hem onverwijld te vragen of hij inderdaad ooit zelf betrokken was geweest bij een vondst. Ik begon dadelijk met naspeuringen naar zijn adres en eventueel telefoonnummer. Terwijl ik daarmee bezig was ging de telefoon. ‘Met Kees Hauwert,’ zei een stem aan de andere kant van de lijn, ‘ik hoorde dat u een boek over ratten aan het schrijven bent.’ Een geval van Jungeriaanse synchroniteit, iets dat mij toch vrij vaak overkomt maar elke keer weer een grote verrassing is. Het bleek dat Hauwert inderdaad een rattenkoning had gevonden in de buurt van Lutjebroek. De ratten waren al dood. Dat komt vaker voor hoewel in de meeste gevallen de ratten die een koning vormen nog in leven zijn als ze met de staarten verknoopt gevonden worden. Ze worden ontdekt omdat ze luid piepen, zeg maar schreeuwen. Hoe de koningen ontstaan is nog steeds niet duidelijk. In mijn boek over ratten heb ik de theorie verdedigd dat ze ontstaan omdat nog vrije jonge ratten in het nest tijdens het spelgedrag, waarbij ze zeer snel over elkaar heen buitelen, met de staarten in de knoop kunnen raken, zeker als er ook nog een kleverige substantie in het nest aanwezig is. Daar ratten van alles naar het nest slepen is dat zeer goed mogelijk. Zeker is in ieder geval dat de koningen niet gemaakt zijn door één of andere grappenmaker en zeker is ook dat de ratten niet zo geboren worden.

In de litho Rattenkoning komen drie motieven voor die in het werk van Kees Hauwert een belangrijke rol spelen. In de eerste plaats natuurlijk het motief dier, in de tweede plaats het motief ‘zeer spitse kop’ en in de derde plaats het motief van de ‘verstrengeling’. Eén van de meest boeiende aspecten van het werk van deze ruige lithograaf, die zelf zijn steendrukken verzorgt, is wel dat deze motieven steeds terugkeren. Hij is zeker niet iemand die dieren tekent, het ‘dier’ is bij hem inderdaad een motief, een thema. Tot nu toe heeft hij steeds dieren verwerkt in zijn litho's die op de grens van stad en land, van land en water of van water en lucht verkeren. Ratten en uilen zijn verstedelijkte landdieren, salamanders en

[pagina 25]
[p. 25]


illustratie

[pagina 26]
[p. 26]


illustratie

[pagina 27]
[p. 27]


illustratie

[pagina 28]
[p. 28]


illustratie

[pagina 29]
[p. 29]


illustratie

[pagina 30]
[p. 30]


illustratie

[pagina 31]
[p. 31]


illustratie

[pagina 32]
[p. 32]


illustratie

[pagina 33]
[p. 33]

kikkers zijn op het land gekropen waterdieren en gepen zijn nauw verwant met de vliegende vissen. In een serie litho's laat hij zijn kikkers zelfs aan parachutes zweven, naar hij zelf zegt om uiting te geven aan de vreugde over het feit dat ze weer toenemen, maar het is natuurlijk veel opvallender dat deze op de grens van land en water verkerende dieren nu ook nog het luchtruim hebben bezet. Hetzelfde keert immers terug bij de gepen. Ook deze dieren laat Hauwert vliegen, hij noemt de geep zelfs een ‘vogelvis’, en dat van iemand die niet wist dat de geep met de vliegende vis verwant is!

Het motief van de ‘zeer spitse kop’ was aanvankelijk een wat surrealistisch motief in het werk van Hauwert. In een vroegere fase tekende hij niet bestaande hagedisachtige dieren met zeer spitse koppen of op vliegende reptielen lijkende vogels met lange, spitse snuiten. Zelfs heeft hij vliegtuigen getekend met deze spitse voorkant. Sinds die tijd is hij zich steeds meer gaan bezighouden met bestaande dieren maar het motief van de spitsheid is blijven terugkeren, en bij de ratten en nu onlangs weer in zijn laatste en tot op heden stellig ook meest indrukwekkende serie litho's die als onderwerp de geep hebben. De kop van de geep is inderdaad de essentie van spitsheid en als zodanig geschapen voor verwerking als motief door Kees Hauwert. Op het eerste gezicht is het meest bijzondere van de geep - zijn fosforiserende groene graat - niet in een afbeelding van een intakte geep te vangen. Maar Hauwert heeft in bijna al zijn litho's van de serie Gepen die groene kleur verwerkt, waardoor de serie een eigenaardige eenheid heeft, ondanks het feit dat de geep in elke volgende litho van deze serie steeds minder een gewone vis en steeds meer een motief is geworden voor een bijna surrealistisch aandoende en in ieder geval uitbundige creatieve fantasie rondom deze slanke vis, juist zoals ook in de serie ‘Uilen’ dat dier hoe langer hoe meer emancipeerde van een gewoon dier tot een abstractie van deze vogel met als hoogtepunt de litho Uilenpaar waarop men twee koppen zonder lichamen ziet tegen een donkerrode achtergrond.

Het motief van de ‘verstrengeling’ is in zijn meest verdunde vorm niet meer dan dat in ieder geval meer dan één dier op een litho is afgebeeld. Het is zeer uitzonderlijk als Hauwert slechts één dier tegelijk afbeeldt; bijna altijd tekent hij twee, drie of veel dieren tegelijkertijd. En deze dieren maken veelal contact, hetzij doordat zij, zoals dat bij de uilen het geval is, tegen elkaar aan zitten, hetzij dat zij, zoals bij een serie over paarden en roofvogels, een soort van symbolische relatie vormen. Een volgende stap is dat de dieren op enigerlei wijze verstrengeld zijn afgebeeld, soms gewoon maar door de perspectivische vertekening zoals bij de kikkers die aan parachutes neerdalen en waarvan de poten om elkaar heen geslagen kunnen zijn, en soms echt verstrengeld. Het is weinig minder dan verbluffend dat de rattenkoning (kan men een meer bijzondere vorm van verstrengeling bedenken?) zijn pedant vindt in de litho Gependans waarop een aantal gepen is afgebeeld die op soortgelijke wijze verstrengeld zijn als de ratten van de koning. Juist dit feit, namelijk dat Hauwert op zo'n eigenaardige en steeds weer oorspronkelijke wijze dezelfde motieven in allerlei vermommingen opnieuw opvoert, maakt dat men nieuwsgierig is naar wat er verder zal komen en maakt ook dat men vroeger werk telkens opnieuw kan bekijken met ‘nieuwe’, dat wil zeggen, door recenter werk, verrijkt vermogen tot observatie.

[pagina 34]
[p. 34]

Betreft: Kees Hauwert - graficus

Woonadres: Van Limburg Stirumstraat 78, Den Haag

Atelieradres: Repelaerstraat 61, Den Haag

Telefoon: 070-88 28 86

Geb. datum: 8 augustus 1942

Geb. plaats: Lutjebroek (gem. Grootebroek)

Opleiding: Grafische School - boekdrukker

Beroepsopleiding - offsetdrukker

Kon. Academie Den Haag - illustratie/decoratief

Vrije Academie Den Haag - steendrukken

 

Naast mijn eigen werk doceer ik momenteel in het grafisch-technisch onderwijs t.b.v. de Staatsdrukkerij: tekenen, offsetdrukken en kunstgeschiedenis. Daarbij verricht ik regelmatig demonstraties papier-marmeren.

 

Ik heb me voornamelijk ontwikkeld in de technieken, etsen en lithograferen. In mijn atelier beschik ik over een eigen litho-, ets- en boekdrukpers, en ik verzorg dus al het drukwerk zelf. Op deze manier werken slechts weinig prentkunstenaars. Voor elke kleur moet apart een steen worden getekend en geëtst. Door dit zelf te doen kunnen technische eigenzinnigheden verwerkt worden, zoals speciale strukturen.

Mijn exclusieve thema is het dier. De met elkaar of met de kunstenaar converserende kikkers, ratten, roofvogels of paarden geven op een artistieke manier uiting aan een engagement: twijfel, verontrusting, maar ook de hoopvolle verwachting dat de roofvogelpopulaties zich weer zullen herstellen, zoals dat ook bij de kikkers al weer enigszins het geval is.

Overzicht exposities

1966 Kunstzaal Polder Den Haag
1967 Gemeentehuis Nootdorp*
1968 Het Houten Huis De Rijp
Staatsdrukkerij Den Haag
De Pier Scheveningen*
Gemeentemuseum Den Haag*
1969 Staatsdrukkerij Den Haag
Galerie te Antwerpen*
Pulchri Studio Den Haag*
1970 Galerie Van der Vlist Leiden
1971 Opening eigen atelier met uitgebreide expositie Den Haag
1972 Euromast Rotterdam
Staatsdrukkerij Den Haag
1973 Witte Molen Gouderak*
Galerie Van der Vlist Leiden*
Galerie Triptiek Den Haag
1974 Dierenpark Wassenaar
1975/1976 Drommedaris Enkhuizen

*Tweemans- of groepsexposities



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • Karl Arnold Kortum

  • Herman Dijkstra

  • Fritzi ten Harmsen van der Beek

  • T.A. Steinlen


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Kees Hauwert

  • Maarten 't Hart