Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Maatstaf. Jaargang 24 (1976)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Maatstaf. Jaargang 24

(1976)– [tijdschrift] Maatstaf–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 15]
[p. 15]

Voor mevrouw Ofiti van Frans Pannekoek alias Bullie van der Knaak

 
Brullend, krijschend, wenend
 
in opaas slagschip gezeten
 
zag ik jou daar op 5 Mei, dobberend
 
op zeer dure, doch uiterst ondrinkbare
 
wijnen; badend, zwetend, klagend ende
 
vermakend treurig, vierend, de eeuwige;
 
het slachtveld van al wat leeft ende
 
sterven moet in opaas bed; ja
 
(Mie, Mie een tijger pak'm).
 
Versprekende bevlekte geslachten, verloren
 
tuinen, spinnende geslagen poezen en begraven
 
vele, vele vaders edoch:
 
ik ben geen wees nog, mijn leed is kleiner
 
en onbeschonkener. En de velen, die je
 
leven hebt geschonken in onbedaarlijk lachen;
 
stampvoetend, in tweehonderd ongepoetste laarsjes
 
over je haar ruischend als geheimzinnige rietpluimen
 
over je opgeblazen, roze aangezicht
 
wilde ik niets zeggen; tovenares met wonderschone,
 
ingewalde, groene, je reeds verlatende ogen;
 
tuimelend, doorzichtig als evenzovele nachtvlinders
 
stukgeslagen op splintervrije voorruiten.
 
 
 
Je verkleurde postzegel, gescheurd uit een
 
groot onkreukbaar blad, allang geveild, meegenomen
 
door goering of anderszins oostgeboren tuig:
 
en jij, gehuld in rode, atoomvrije malloot
 
waaruit nog juist wat schaamhaar piepte.
 
Nooit laat om te lachen; maar nu het sterven de
 
over-hand begint te nemen en vlinders ende vogels
 
zo gillend ter aarde storten, bij reeds door varkens
 
omwoelde parken: wilde ik; je bijna niet meer
 
herkende vriend Bullie, nogmaals tot U spreken
 
nu Gij nog levend als een bromtol zonder zweepslag
[pagina 16]
[p. 16]
 
of stoot, aangedreven wordt gehouden op drijfzand
 
uit het dorpje wat Jerez heet.
 
 
 
Het is wellicht nu halfzes in de ochtend en de
 
dichter slaapt in vel van ongewassen honden
 
terwijl zij vroeger op dit uur stoffen zuigde
 
op andere, nevelige ochtenden in overtollige
 
ongeverfde paleizen.
 
Liefste mevrouw: op deze melkgevende groene vlaktes
 
waarop ik allang niet meer huis; moet ik Uw doorschijnende
 
rafels zien breken en vertrappen terwijl ik machteloos
 
toekijk, omdat Uw flessen Huisgif U levend verwoesten?
 
Als U dus, eenmaal aangekomen in de
 
plaggenhutten waar vaders wonen, het minderjarig,
 
mogelijk nog geurig zaad langs Uwe niet meer
 
maar nog schuifelende benen struint, en
 
waarvan geen wisselgeld meer wordt teruggezonden,
 
terwijl hier nog de fazanten roepen en de voertuigen
 
op stal hun laatste restje haver eten voordat zij,
 
trappelend en snuivend wederom deze stille en benevelde
 
wereld zullen bevuilen, razend, rokend.
 
Wij, begaafde mollen of anderszins blinde,
 
gepuiste sjofeurs; geniën, die wij zijn;
 
jij, die de dood reeds voor jaren verdronken hebt;
 
een autoband in overvolle zwembaden, ziende hem eronder
 
te houden, terwijl toeschouwers, lachend,
 
op de kant in geverfde onderbroeken in
 
schuin gemarkiezeerde ligstoelen, het Gooise Geteisem
 
van heden; hoererend tv volk, ja, die verdringen
 
langzaam de nu nog maar laag vliegende, krijsende
 
fazanten, geheime oneetbare, opgezette plumeau's.
 
Achter deze groene vlakte waar kuil en hol
 
dezelfde zijn en waar jij zult wonen achter glazen en bevroren
 
tralieruiten, ingemetselde westerveldse rookpluimen
 
stuur mij van daar eens een klein briefje
 
waarop vermeld staat: ik vergeet je niet, ook al zijn wij ver.
 
 
 
10 mei 1976

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • Karl Arnold Kortum

  • Herman Dijkstra

  • Fritzi ten Harmsen van der Beek

  • T.A. Steinlen


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Frans Lodewijk Pannekoek


datums

  • 10 mei 1976