Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Mahomets Alkoran en Tweevoudige beschrijving van Mahomets leven (1658)

Informatie terzijde

Titelpagina van Mahomets Alkoran en Tweevoudige beschrijving van Mahomets leven
Afbeelding van Mahomets Alkoran en Tweevoudige beschrijving van Mahomets levenToon afbeelding van titelpagina van Mahomets Alkoran en Tweevoudige beschrijving van Mahomets leven

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.98 MB)

ebook (3.36 MB)

XML (1.04 MB)

tekstbestand






Vertaler

Jan Hendriksz Glazemaker



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Mahomets Alkoran en Tweevoudige beschrijving van Mahomets leven

(1658)–Anoniem Mahomets Alkoran–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

44. 't Hooftdeel van de Kniebuiging, begrijpende negenenvijftig regels, te Mecha geschreven.

IN de naam van de goedertiere en barmhartige God. God is zeer voorzichtig en wijs. Dit boek is van d'Almachtige en wijze gezonden. De hemelen, en d'aarde zijn zeer zekere tekenen van zijn eenheit by de genen, die in zijn wet geloven. Uw schepping, en de schepping aller dieren zijn tekenen van zijn grootheit by de genen, die zijn vrees voor ogen hebben. 't Onderscheit van de nacht en dag, de regen, die hy van de hemel zend, om d'aarde haar vruchten te doen voortbrengen, en om haar na haar doot te doen opwekken, en de verscheidenheit der winden zijn tekenen van zijn almachtigheid by de genen, die 't weten te begrijpen. Ik vertel u Gods wonderen met waarheit. In wie zullen d'ongelovigen geloven, zo zy niet in 't woort van zijn goddelijke Majesteit geloven? Ramp is over de genen, die Gods geboden horen,

[pagina 559]
[p. 559]

en hoogmoedig worden, als of zy hen niet gehoort hadden. Verkondig aan zodanige lieden dat zy de strengheden van onëindige pijnen zullen lijden. Zy spotten met het geloof, als men daar af tot hen spreekt. Zeker, zy zullen in 't helsche vuur gestraft worden. Hun rijkdommen, en d'afgoden, die zy aanbidden, zullen hen niet konnen beschutten: Zy zullen eeuwiglijk verdoemt wezen. Dit boek geleid het volk op de weg der zaligheit. De genen, die niet in Gods wet geloven, zullen d'uitwerkingen van zijn gramschap gevoelen. Hy heeft de zeen geschapen, die de schepen, tot voordeel van uw koophandel, dragen. Gy zult misschien van deze genade dankbaar zijn. Hy heeft al 't geen, 't welk in de hemel, en op d'aarde is, voor u geschapen: 't is een teken van zijn goetheit voor de genen, die 't aanmerken. Zeg tot de genen, die in de wet der zaligheit geloven, dat zy den genen vergeven, die Gods vrees niet voor ogen hebben. God zal hen naar hun verdiensten straffen. De geen, die goet doet, zal goet vinden. Gy zult voor zijn goddelijke Majesteit vergaderen, om geoordeelt te worden. Zeker, wy hebben de Schrift, en onze geboden aan de kinderen van Israël geleert, en hen in de wetenschap onderwezen, en de genade van voorzegging gegeven. Wy hebben hen met alderhande goederen verrijkt, en boven de

[pagina 560]
[p. 560]

gehele werrelt gestelt. Wy hebben onze wet aan hen geleert; en niemant heeft tegen onze geboden getwistreedent, dan de genen, die 'er kennis af hadden, en dit uit nijt, die tusschen hen gekomen is. Maar uw Heer zal in de dag des Oordeels hun verschillen oordelen. Wy hebben onze wet aan hen geleert; onderhou haar, en volg niet de begeerlijkheden der onweetenden: zy konnen u niet van d'eeuwige pijnen bevrijden. D'ongelovigen gehoorzamen malkander, en de ware gelovigen gehoorzamen God. Dit boek is 't licht des werrelts: het geleid de genen, die in zijn goddelijke Majesteit geloven, op de weg der zaligheit, en tot Gods barmhartigheit. Menen de bozen in hun leven, en na hun doot gelijk de goeden gehandelt, en niet geoordeelt te worden? God heeft de hemel, en d'aarde, tot bewijs van zijn macht, geschapen. Hy zal yder naar zijn werken oordelen, en niemant ongelijk aandoen. Aanmerk hoe zy 't geen aanbidden, 't welk hen in de verbeelding koomt. God heeft hen van zijn zekere kennis afgeleid, hen doof gemaakt, hun hart verhard, en hen verblind. Wie zal hen geleiden, zo God hen verleid? aanmerken zy 't niet? Zy zeggen: Onze verrijzenis zal gelijk het leven van deze werrelt wezen: sommigen sterven, en anderen worden geboren; de lange jaren doen ons sterven. Zy weten niet wat zy

[pagina 561]
[p. 561]

zeggen, en spreken alleenlijk door waan. Als men tot hen preekt, zo hebben zy niets anders te zeggen, dan; Doe onze vaders verrijzen, zo 't geen, dat gy zegt, waarachtig is. Zeg tot hen: God doet u leven en sterven, en zal u in de dag des Oordeels vergaderen: daar is niet aan te twijffelen; maar 't grootste deel van 't volk weet het niet. God is Koning der hemelen, en der aarde, en van de dag des Oordeels. Hy zal in deze dag d'ongelovigen vergaderen. Gy zult alle aanhangen en godsdiensten voor hem op hun kniejen vergadert zien: yder aanhang zal haar zonden in een bezonder boek geschreven zien; en zy zullen alle naar hun verdiensten gestraft worden. Men zal tot hen zeggen: Ziet daar dit boek, 't welk tegen u spreekt; wy hebben 't geen, dat gy gedaan hebt, naaukeuriglijk opgeschreven. God zal zijn barmhartigheit aan de vromen bewijzen; dit is d'opperste gelukzaligheit. Men zal tot de bozen zeggen: Heeft men Gods geboden niet aan u verkondigt? Gy hebt u verhovaerdigt, en zijt ongelovig geweest toen men tot u zeide dat Gods beloften, en de dag des Oordeels ontwijffelbaar waren. Gy zeide dat het niets, dan waan was, en dat gy 't niet geloofde. Zy zullen eindelijk hun zonde bekennen, en de pijnen, die zy veracht hebben, gevoelen. God zal in de dag des Oordeels tot hen zeggen: Ik

[pagina 562]
[p. 562]

heb u heden vergeten, gelijk gy de koomst van deze dag vergeten hebt. 't Helsche vuur zal uw woning wezen; niemant zal u daar af bevrijden, om dat gy met mijn wet gespot, en u op de goederen van d'aarde verhovaerdigt hebt. Zy zullen nimmer uit deze gloet komen, en zich niet konnen bekeren. Men is lof aan God schuldig, die een Heer der hemelen, en der aarde is. Men is in alle plaatsen lof aan hem schuldig. Hy is almachtig en wijs.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken