Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Mahomets Alkoran en Tweevoudige beschrijving van Mahomets leven (1658)

Informatie terzijde

Titelpagina van Mahomets Alkoran en Tweevoudige beschrijving van Mahomets leven
Afbeelding van Mahomets Alkoran en Tweevoudige beschrijving van Mahomets levenToon afbeelding van titelpagina van Mahomets Alkoran en Tweevoudige beschrijving van Mahomets leven

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.98 MB)

ebook (3.36 MB)

XML (1.04 MB)

tekstbestand






Vertaler

Jan Hendriksz Glazemaker



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Mahomets Alkoran en Tweevoudige beschrijving van Mahomets leven

(1658)–Anoniem Mahomets Alkoran–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 616]
[p. 616]

58. 't Hooftdeel van de Ballingschap, begrijpende vierëntwintig regels, te Medina geschreven.

IN de naam van de goedertiere en barmhartige God. Al 't geen, 't welk in de hemelen, en op d'aarde is, verheft Gods heerlijkheit. Hy is almachtig en wijs. Hy is 't, die de bozen van onder de genen gebannen heeft, die de geschreve wet wisten. Toen hy hen voor d'eerstemaal bande, geloofde gy niet dat zy uit hun huizen moesten vertrekken. Gy geloofde dat hun burgten hen van zijn straffing zouden beschermen: maar hy heeft hen overvallen, en de schrik in hun harten ingeworpen. Zy hebben, door hun eige handen, hun woonplaatsen verdelgt, om de ware gelovigen te helpen. O gy, die wijs zyt, aanmerkt hun einde. Indien God hen niet bevolen had uit hun lant te vertrekken, zo zou hy hen op een andere wijze gestraft hebben. Zy zullen eindelijk de straffen van 't helsche vuur gevoelen, om dat zy zijn geboden en Profeet ongehoorzaam zijn geweest. De geen, die hem ongehoorzaam is, zal strengelijk gestraft worden. Gy snijd niet de palmbomen af, en laat hen niet staan, dan door Gods toelating. Hy dekt met schaamte en schande de genen, die hem ongehoorzaam zijn. Hy beveelt u een deel van de roof, die gy op de vijanden verkreegt, zo

[pagina 617]
[p. 617]

van paerden en kamelen, als van d'andere goederen, aan de Profeet te geven: hy geeft hem macht en achtbaarheit over de geen, die 't hem goetdunkt; hy is almachtig. Hy beveelt u een deel van 't geen, dat gy op de stedelingen van Mecha verovert, aan de Profeet te geven. Hy beveelt het geen, dat hem goetdunkt. Deelt het meê aan God, aan de Profeet, aan zijn magen, aan d'armen, wezen en pelgrims, op dat 'er geen wanördening tusschen u koomt, die rijk zijt. Doet het geen, 't welk de Profeet aan u bevelen zal, en onthoud u van 't geen, 't welk hy aan u zal verbieden. Vreest God: hy is streng in zijn straffingen. Doet goet aan d'armen, die hun middelen en huizen hebben verlaten, en ten dienst van God, en om zijn wet en Profeet te beschermen, van de bozen afgescheiden zijn. De genen, die voor hen, ten dienst van God, hun huizen hebben verlaten, beminnen de genen, die hen gevolgt zijn: Zy benijden hen niet de goederen, die zy bezitten, schoon zy zelven behoeftig zijn. De genen, die niet gierig zijn, zullen zalig wezen; de genen, die na hen komen, zullen voor hen bidden, en zeggen: Heer, vergeef onze zonden aan ons, en aan onze broeders, die ons in d'onderhouding uwer geboden voorgegaan zijn. Plaats niet de haat in onze harten tegen de genen, die uw wet volgen: gy

[pagina 618]
[p. 618]

zijt goedertieren en barmhartig. Ziet gy niet dat de bozen tegen hun broeders, die zo boos als zy zijn, zeggen: Indien gy niet zo haastig uit Medina waart getrokken, zo zouden wy met u uitgetrokken wezen, en nooit de geen gehoorzaamt hebben, dien gy gehoorzaam zijt geweest: Zo gy gestreden had, wy zouden u beschermt hebben. God ziet dat zy boos zijn. Indien zy vertraagt hadden met vertrekken, zy zouden niet meê getrokken wezen: indien zy gestreden hadden, zy zouden hen niet geholpen, maar de rug gekeert, en geen bescherming gevonden hebben. Zy zijn meer voor de menschen bevreest, dan voor God, om dat zy onwetende zijn. (De Joden) zullen niet gezamentlijk tegen u strijden, dan in hun burgten, en achter de muren. D'oorlog is wreet onder hen: maar denk niet dat zy te zamen vergaderen, en zich vereenigen zullen. Hun harten zijn gedeelt, om dat zy geen kennis hebben. Zy zijn gelijk de genen, die hen voorgegaan zijn. Zy wierden gestraft, en gedoot; en zy zullen in de dag des Oordeels grote pijnen gevoelen. Zy zijn gelijk de geen, die van de duivel verleid is, die tot hem zeide: Ik ben onschuldig van uw boosheit: ik vrees voor God, de Heer van 't Heeläl. Hun beider einde is, in 't helsche vuur gestort te worden, daar zy eeuwiglijk zullen blijven: Zodanig is de vergelding der

[pagina 619]
[p. 619]

bozen. O gy, die gelooft, vreest God, en denkt op 't geen, dat gy in de dag des Oordeels zult doen. Vreest God; hy weet al 't geen, dat gy doet. Weest niet gelijk de genen, die zijn geboden vergeten: hy zal hen ook vergeten; en zy zullen in 't getal der verdoemden blijven. Zy zullen rampzalig zijn; en de genen, die in 't Paradijs ingaan, zullen zalig wezen. Indien wy d'Alkoran op een berg doen afdalen, zo zal de berg zich van de vrees, die hy van Gods woort zal hebben, openen. Ik spreek dus door gelijkenis tot het volk; misschien zal 't zich bekeren. Daar is niet, dan een enig God: hy weet het tegenwoordige, verleden en toekomende. Hy is goedertieren en barmhartig. Daar is niet, dan een enig God, Koning van alles. Hy is heilig, de verlosser, waarachtig, en een straffer, sterk, machtig en heerlijk. Gelooft zy God; hy heeft geen medegenoot. Hy is God, de Schepper, die al 't geen, 't welk in de werrelt is, gemaakt heeft. Alle de heerlijke namen behoren hem toe. Al 't geen, 't welk in de hemel, en op d'aarde is, verheft zijn heerlijkheit. Hy is almachtig en wijs.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken