Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Historie van Malegijs (1903)

Informatie terzijde

Titelpagina van Historie van Malegijs
Afbeelding van Historie van MalegijsToon afbeelding van titelpagina van Historie van Malegijs

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.36 MB)

XML (0.81 MB)

tekstbestand






Editeur

E.T. Kuiper



Genre

proza

Subgenre

ridderroman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Historie van Malegijs

(1903)–Anoniem Malegijs–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 96]
[p. 96]

Hoe dat Galaffers den coninck Yvorijn van Mombrant wter gevangenisse verloste, ende die stadt Eggermont deerlicke vercochte ende leverde.

DOe coninc Yvorijn acht daghen had ghevanghen gelegen, so dacht Galaffers die den coninck Yvorijn bewaerde, dat hi den coninck wt laten wilde, op dat hi verheven mocht werden. Ende hi is ghegaen tot sinen neve, poortier vander stadt wesende, ende heeftet hem te kennen ghegheven. Die poortier dit horende verblijde hem wter maten seer van dat grijselijck ende vervaerlicken boosen opset, dat welcke Galaffer metten coninck ghemaect hadde, [ende] sijn tsamen eendrachtelijck ghegaen totten coninck Yvorijn, ende hebben hem seer waerdelijcken ende met groter reverencien gegruet seggende aldus. Heer coninc die oyt in eeren ende welvaren tot deser tijt toe gheseten hebt, ende alle genuchten ws lichaems gehadt hebt, en ghevet u nu dan niet vele aen dat ghi aldus hier soe eenlijcken ende sonder geselschap van uwen heeren moet ghevangen sitten, als een misdadich mensche, ende daerom ghenadige coninc en ist uwer edelder herten niet een groote pijne. Daer op die coninck antwoorde ende seyde, tis my een groote pijne in mijnder herten, ick soude wel willen gheven al dat ick heb, maer ten mach my nyet baten. Doe seyde Galaffer. Heer coninck ic vrage u int heymelijc, oft daer yemant waer dye te weghe gebrengen conde so verre dat ghy wter ghevangenis verlost wordes ende wt liet ende oftmen die stadt in uwen handen leverde soudijt hem ook ghrootelijcken loonen? Daer op die coninck blijdelijcken antwoorde. Isser yemant die mi verlossen wilt, ende helpen mi mijn lijden wreken, ick sal hem thertochdom van Eggermont in sijn handen leveren. Dit dochte den twee verraders goet, ende si ontsloten den coninck ende leyden hem op een camer. Doe seyde die poortier tot Galaffer. Gaet ghi buten der

[pagina 97]
[p. 97]

poorten, ende segt den capiteynen, dat si hen bereet maken teghen datmen een vlamme vuers thoonen sal ende dan sal ick deen poorte open doen, ende latent al in comen. Doe ghinck die verrader Galaffer int heyr, ende hi wert ghevanghen ende voorden generael capiteyn (gheheeten Colant) ghebraecht. Doe vraechde hem die capiteyn, wat hy by nachte in theyr dede. Daer op Galaffer antwoorde ende seyde. Coninck Yvorijn u heere is verlost wter ghevangenisse ende hi beveelt u door mi, dat ghi u terstont bereedt maect, men sal die stadt in uwen handen leveren. Die heydenen vraechdent oftment ghelooven mocht. Galaffer seyde. Ic sal by u lieden blijven, ende ist anders dan ick segghe men doode mi, siet men thoont ons een litteyken dat wi in comen souden. Ende terstont soo liepen die heydenen na die stadt ende vonden die poorten open, ende liepen in die stadt wel tot .xx. C. ende doe wert de poorte toe gesloten. Doe die coninck van Mombrant sach dat sijn volc binnen was, so quam hi bi sijn volck. Doe die heydenen haeren coninc saghen, so riepen si, Yvorijn, Mombrant, ende deelden hem in alle straten. Galaffer met den coninck Yvorijn ghingen nae tpaleys daer Druwane ende Spiet ende Aymijn ende Benfluer op waren ende liepen die doren op dat si quamen in die camer daer sise vonden, ende daer werden si roepende, Yvorijn Mombrant, Yvorijn Mombrant. Spiet dit siende liep wt sijn bedde, om sinen rinc te halen, mer hi en condes niet vinden. Doe quam die coninc daer hi Spiet vant, ende hy nam hem gevangen. Ende doe quam hi in die camer daer hy Druwane Aymijn ende Benfluer vant, die hi seer schimpelijc toe sprac ende seyde tot Aymijn. Du iongelinc wildes mi doot slaen, mer tmocht u nu wel geschien. Doe seyde Aymijn. Hadde ic mijnen wille gehadt, soo en waert hier toe niet gecomen. Druwane ende Benfluer screyden seer bitterlijcken, ende si

[pagina 98]
[p. 98]

badt om gracie tegen haren vader, maer ten mocht haer niet helpen, ende si werden van malcanderen in die ghevangenisse geleyt, op datse malcander niet spreken en souden. Och wat was daer menich man vermoort, menighe maghet ghescoffiert, ende vrouwen vercracht ende als si haren wille volbracht hadden, so dooden sise, ende dooden aldat si vonden. Nu wil ick hier laten van coninck Yvorijn, ende schrijven van coninc Karel die ghevanghen lach.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken