Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Historie van Malegijs (1903)

Informatie terzijde

Titelpagina van Historie van Malegijs
Afbeelding van Historie van MalegijsToon afbeelding van titelpagina van Historie van Malegijs

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.36 MB)

XML (0.81 MB)

tekstbestand






Editeur

E.T. Kuiper



Genre

proza

Subgenre

ridderroman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Historie van Malegijs

(1903)–Anoniem Malegijs–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Hoe die coninghinne haer meyninge Malegijs voor ooghen leyde, twelc hy haer weygerde.

DIe coninginne die altijt meer in liefden wert bernende op Malegijs dicwil in haer selven aldus segghende.

 
O Venus vrouwe
 
Die ick aen schouwe
 
Als onghetrouwe
 
Midts dat ghi mi duerbrant om vrayen
 
Op eenen kersten, dies heb ic rouwe
 
Dat ic na houwe
 
Aen uwen ghebrouwe
 
Dies moet ic sayen
 
In der tranen douwe
 
Met droeven beschouwe
 
Ach tstaet mi nouwe
 
Wie mach my payen
 
Ach der fortunen drayen
 
Loopt mi te sterc
 
Sint dat ick sach blayen
 
Sijn ooghen merck
 
Och sint heb ick gheweest int werck
 
Van Venus legende
 
O coragie sterck
 
Die mi dus schende
 
In al mijn allende
 
Moetty nu weten
 
Want soudic van drucke sterven ten eynde
 
Sonder troostinghe amende
[pagina 311]
[p. 311]
 
Ick werde saen vergheten
 
Al mijn vermeten
 
Is naer uwen persoone
 
Saghe ick u gheseten
 
Onder mijns mans croone
 
So soudic mi bedancken vanden loone
 
Der avontueren
 
Valt mi ten bethoone
 
In Venus berueren
 
Tsal hem gebueren
 
In spijte diet leet is
 
Der trouwen mantele soudick ontstucken schueren
 
Hoe dattet te wreet is
 
Mijn lichamelicke ionste hem bereet is
 
Als tliefste pant
 
Daer hi int secreet is
 
Wil ic gaen te hant
 
Al het verstant
 
Moet hi verstaen
 
Der trauwen bant
 
Werpe ick onder tsant
 
Die liefde mijns mans [is] nu ghedaen
 
Hier leyt mijnder herten vruecht ghevaen
 
Die ic spijt alle nijders sal ontslaen.

Doen die vrouwe aldus clagende gecomen was voor die gevangenis daer Maleghijs in was, ende si hiet hem dat hi ter vensteren comen soude. Doen si hem sach seyde si. Ghi edel kersten hoe ist met u, en verdrietet u niet aldus gevangen te liggen, soudijs niet wel verdrach nemen mocht u gebueren. Daer Malegijs op antwoorde ende seyde. Och edel vrouwe ick soudet wel willen verdrach hebben in dient

[pagina 312]
[p. 312]

my mocht gebueren mer lacen neent. Daer op de coninginne seyde. Het sal u wel gebueren in dien ghi minen raet volgen wilt, ende ic sal u maken een coninc van Orcanien ende van Turckien, ooc sal ic u onderdanich maken al der heydenen landen, also dat ghi verheven sult zijn boven alle heydenen. Malegijs dit hoorende was zeer verwondert ende seyde. Edel coninginne wat ist dat ghi op mi begeert daer en is geen sake so groot in die werelt behouden mijn eere ende mijn gelove ic en salt volbringen. Die coninginne seide. Malegijs ic heb u gecoren tot mijnen man, want ick sal coninc Putiblas ter eeren van u aen een side helpen, ende ic sal u vry laten ende u so bewaren dat u niemant misdoen en sal ter tijt toe dat alle saken geopenbaert zijn, dies moet ghi u geloove af gaen, ende my voor die liefste houden. Malegijs dit hoorende wert in hem selven beschaemt, ende en wiste wat seggen, mer ten lesten seyde hi. Edel coninginne ic dancke u seer van tgene dat ghi my segt, mer aengaende dat ick mijn geloove af gaen sou, ic storve mi liever dusent doden dan ict dede, ooc mede so en soude ic niet consenteren dat ghi uwen man dooden soudet, aldus en spreect daer niet meer af. Die coninginne dit hoorende seyde. Ghi valsche kersten ontsegdi mi dese bede die ic u hier soe schoon te voren legge, tfy mi dat ict u oyt geseyt hebbe: mer ter goeder trouwen meyndy dat u gebuert soude hebben neent vry, mer ic belove u ghi sulter om sterven so geringe als coninc Yvorijn coemt, ende hi sal u doen hangen in spijte van allen kerstenen. Doen Malegijs dit hoorde so seyde hi. Ick moet wel te vreden sijn in tgheen dat my Godt toe seynden wilt ende daer mede ghinc die coninghinne nade sale daer die heeren ghinghen sitten eten, maer haer en luste etens noch drinckens. Dit willen wi laten van Malegijs, ende segghen voort van Scarles sinen knape.

[pagina 313]
[p. 313]

Doen die knape Scarles gescheyden was vanden grave Gautier van Lyons, so en ruste hi niet voor dat hi te Eggermont en quam daer hi wel ontfangen was van Buevijn, van Druwane, ende van Oriande ende si vraechden waer dat Malegijs was. Daer op die knape antwoorde ende seyde. Edel hertoge dat moet ic u clagen, Malegijs u sone is gevangen van coninc Putiblas van Turckien ende van Orcanien, ende is gevoert in heydenis daer hem die coninc swoer te dooden binnen den termijn van twee iaren, mer door bede vanden coninginnen so heeft hi respijt gecregen tot dien eynde, dat zijn vrienden hem souden comen verlossen daer die coninc bi hoepte dat hi te meer kerstenen verslaen soude, niet te min die gracie Gods is meerder dan des conincx voornemen. Aldus so bidt u Malegijs u sone dat ghi u vaderlicke ionste toonen wilt ende helpen hem wten laste daer hi nu in is, want hi noyt in meerderen last en was, ende die grave Gautier van Lyons die heeft een cruysvaert doen bieden door alle sinen landen, ende hi is voort gereyst na Parijs totten coninc ende tot alle den heeren ende edelen iongers hem vermanende dat si wilden Malegijs helpen verlossen. Buevijn dit horende wert seer suchtende ende seyde. O lieve bode ic sorghe dat coninc Karel vander saken niet en sal willen horen, want hi Malegijs noit bemint en heeft, nochtans kenne ic die ionghers so edel ende so loyael dat si hem noode achter souden laten. Ende ic met den grave van Moncler mijn beminde broeder met al mijn vrienden sullen doen al dat in ons vermoghen is, ende hi seynde terstont sonder eenich vertoeven boden wt aen alle sijn heeren ende edelinghen, also dat hi veel volcx bi een vergaderde, die alle bereet waren om Malegijs den coenen ridder te verlossen wten handen der Sarasinen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken