Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Historie van Malegijs (1903)

Informatie terzijde

Titelpagina van Historie van Malegijs
Afbeelding van Historie van MalegijsToon afbeelding van titelpagina van Historie van Malegijs

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.36 MB)

XML (0.81 MB)

tekstbestand






Editeur

E.T. Kuiper



Genre

proza

Subgenre

ridderroman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Historie van Malegijs

(1903)–Anoniem Malegijs–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Hoe dat die stadt was ghewonnen ende deerlijck verbrant vanden Sarasinen.

ALs die wachter had gheblaesen den dach, ende die sonne begonste te rijsen, maeckte Gardifort sijn volck bereet om dye stadt te bestormen ende hi seide tot sinen knechten dat si vroemelic vechten souden, want hy gaf hem die stadt te vier ende te sweerde. Die knechten hebben hem gereet gemaect om dye stede te bestormen ende hebben die mueren af geschoten bespringende also die stadt. Die van binnen weerden hem seer vromelick ende goten veel siedender olie ende peck wt also dat sijer veel verbranden, ende so weder stonden si deerste storme. Ter wijlen waren die bussen weder al ghevult, ende Morgalin quamse bestormen aen dander side also dat die van binnen daer liepen om dat te weder staen, ter wijlen so werden die bussen gheschoten ende die heydenen quamen weder aen ende overliepen de stadt also dat si een poorte in creghen. Doen dit die kerstenen sagen dat sijs niet langer houden en mochten so vloden si opt casteel dat seer sterck ende onwinlijck was maer Galier was aen die side daer Morgalin stormde, ende hi en conde opt casteel niet gheraken, mer hi vant een cisterne ende daer vloot hi wt, want die heydenen quamen seer sterck ter poorten in: ende wat si inden wech vonden sloegen si doot mer aent casteel en conden si niet comen om dattet soo sterck was ende daer was dat meeste deel van den binnenvolcke in ende het was wel voorsien van victalie. Doen

[pagina 332]
[p. 332]

die heydenen sagen dat si aen tcasteel niet en mochten comen so sijnse weder om geghaen in die stadt ende hebbense gepilgeert ende berooft van alle de goeden die si vonden. Die casteleyn Odaert siende dat die heydenen pielgheerden in alle straten so liet hy die valbrugge neder vallen teghen den avont, ende hy seyde. Mijn broeders, die heidenen hebben daer beneden eenen schoonen roof ghehaelt, ende sy hebbense ghebracht in haer booten om te voeren in haer schepen, ende si zijn weder om gegaen in die stadt om meer goets te halen, wat soudy daer af segghen dat wi met onser vijftich mannen gingen ende iaechden die heydenen wech die daer by die schepen sijn ende haelden den roof hier op ons casteel, ende datter een deel volckx hier beneden inder poorten bleef staende wacht houdende oft wy by foortse wijken moesten dat si ons dan te hulpe quamen. Desen raet docht hem allen goet ende Odaert is met vijftich mannen wel voorsien van wapenen wt gegaen ende zijn gegaen aen die booten, ende staken die heydenen den hals af die die booten bewaerden ende si voerden dese booten met den goede tot aen tcasteel door eenen waterganc also dat si den meesten rijcdom vander stadt opt casteel cregen, dies si seer blijde waren, ende doen gingen si al te samen boven opt casteel etende ende drinckende goede chiere maekende om allen druc te vergeten. Ende si hadden twee ghevangen ende waren twee ghebroeders des ammiraels sonen Faradin, ende die heydenen hadden wel hondert kerstenen gevangen onder mannen ende onder vrouwen. Doen die heidenen metten goede quamen wter stede ende die booten niet en vonden, ende sagen al haer volck daer verslagen ligghen so hebben si groot misbaer gemaeckt, ende si zijn int stadt geloopen om ander booten, ende daer bleven bi tgoet ontrent .xxv. heydenen die tgoet bewaren souden. Die

[pagina 333]
[p. 333]

wachter dit siende heeftet Odaert gheseyt: ende Odaert beval datmen die booten daer brengen soude ende hi is wt gegaen met een deel volcx van wapenen ende heeft die heidenen bevochten so strangelick dat si hem gevangen gaven ende liet dat goet opt casteel voeren met dye booten. Onder dese gevangen was een verloochent kersten die Godevaert hiet ende als hi dese twee ionge heren opt casteel gevangen sach so seyde hi. Ghi heren ic sie hier twee gevangenen daer ghi u gevangenen mede lossen sult in dien ghi wilt, ende si sullen u wel beloven van hier te reysen sonder eenige schade meer te doen, ende wildi mi beloven niet te misdoen ick sal wederom beloven nemmermeer u af te gaen ende ic salt al bestellen dat die Sarasinen van hier ruymen sullen. Die heren lieten hem wt op zijn geloove, ende is nae theyr gegaen. Godevaert peysde dat hy God had vertoornt ende seyde. Heb ic quaet gedaen ic sal nu goet doen, ende seggen den heren dat si tslot niet winnen en mogen ende dat gemaect is bi Malegijs consten ende wie daer tegen steket die sal bedorven worden ende dattet geen lieden en sijn die daer in wonen. Aldus so is hi gegaen in de tente daer de heeren saten ende heeftse gegruet in sarasijnsce spraken. Dies si hem seer dancten ende vraechden hem waer hi gheweest had. Daer hi op antwoorde ende seyde. Ghy heren waer zijn u twee sonen. Doen seide Faradin. Ic en weet niet waer si zijn si waren mede inden storme inden inganc vander stadt biden scepe ende aldus en can ick niet weten oft si levende oft doot zijn. Doen seyde Gardifort. Sijnse noch levende ende si gevangen zijn si sullen verlost werden al wattet ooc coste. Als Godevaert dit hoorde seyde hi. Ghy heeren u sonen zijn beyde ghevangen ende veel machtige Mesopotanien met hem lieden. De ruesen vrageden waer si gevangen waren si soudense met crachte halen. Daer

[pagina 334]
[p. 334]

op Godevaert seyde. Tis u onmogelijck want het casteel daer si op zijn dat is gemaect metter swarter consten vanden grooten meester Malegijs, oock zijnt duvelen die tcasteel bewaren dus en ist nyet winlijc. Mer ist dat ghi u twee sonen hebben wilt so moet ghi hem leveren al die gevangenen die hier int heyr gevangen zijn ende voort hem lieden beloven dat si vreedtsamich opt casteel sullen gaen ende voort al dander gevangen die daer zijn sullen si ooc daer tegen laten gaen, aldus siet wat ghi doen wilt, want al laechdi daer hondert iaer voor si souden dat wel teghens houden, ende als Malegijs weder van sinte Iacobs coemt so sal hi u allen met toveryen doen halen aldus besiet wat u te doene staet. Gardifort die ruese seyde. Ghi heren wat segdijer af, dese Malegijs can duvelsconsten ende als hi coemt so sal hi ons bestellen also hi dede Berteluite ende Glutifacx onsen broeder ende Synageel, waerdi van rade als ick ben ic soude hem lieden seynden de gevangenen die hier int heyr zijn ende lossen daer mede onse gevangen want een vanden onsen is edelder dan haerder thien ende dat si voort sullen bliven opt casteel, ende desen raet docht al den heren goet, ende bevallen Godevaert dat hi dit segghen soude ende dat si haer gevangenen ontsloegen, wi sullen onse gevangen ontslaen ende si seyden Godevaert. Gaet henen ende draecht hem lieden dese mare dat si ontslaen ons gevangen wij sullen de haer ontslaen. Doen seide Godevaert. So geringe als si haer gevangenen sien so sullen si u gevangenen tegen seinden. Doen was daer een trompet geslagen dat al die geen die gevangen hadden dat sise voor den [coninc] Goriant met al zijn heren brengen souden op die verboorte vanden live. Ende doen werden daer gebracht ontrent ses hondert gevangenen onder mannen ende vrouwen ende si werden geleyt in die stadt daer tcasteel stont, ende Gode-

[pagina 335]
[p. 335]

vaert ginc voor ende seyde den casteleyn al den sin daer die casteleyn mede te vreden was, ende hi dede zijn gevangenen voort comen ende men brachtse voor den ammirael Faradin diese ontfinc, ende die casteleyn ontfinc die kersten gevangenen, ende hi leydese boven opt casteel daer si vriendelic van die ander kerstenen ontfangen waren. Die ammirael leyde sijn ghevangenen voor den heren die drie gebroeders, ende voorden coninc Goriant diese weerdeliken ontfinghen. Ende Godevaert quam mede ende hy begeerde gesegelde brieven te hebben van tgeen datter verhaelt was als datse vry staen souden aen beyden siden. Terstont waren die brieven geschreven ende eenen soudaet ghegeven diese den casteleyn dragen soude. Ter wilen datmen den brief schreef so haelde Godevaert al sinen scat ende hi volchde den soudaet van achter ende quam also opt casteel. Doen die soudaet binnen den casteele was so lietmen hem tslot sien onder ende boven der aerden, ende doen nam hi oorlof aenden casteleyn ende hi ginc by die heren ende seide hoe dat hi eerwaerdelic ontfangen was, ende hi seyde dat niet mogelic en waer datmen dat casteel winnen soude also sterc wast. Doen die heren dit hoorden so seide Gardifort. Laet ons van hier reysen na Eggermont om te crijgen Buevijn ende Aymijn die ons allen desen last gedaen hebben ende si hebben gereescap gemaect om des ander dages na Eggermont te reisen.

Die hertoge Buevijn was qualic te vreden dat Rootsefluer gewonnen was ende hi seide. O Aymijn neve hoe sullen wijt maken met dese heidenen die Rootsefluer gewonnen hebben. Doen seide Aymijn. Weerde groothere ic soude seinden om den grave van Moncler ende om Gautier van Lyons dat si ons in baten comen tegen die heidenen, ende si seynden Galier wt om die bootscap te doen. Ende als Galier te Moncler binnen quam so is hi gegaen bi den

[pagina 336]
[p. 336]

grave ende heeft hem gheseit hoe dat dye heydenen Rootsefluer gewonnen hadden. Die grave dit hoorende vergaderde zijn volc, ende reisde na Eggermont. Die bode is gereyst te Lyons aenden grave Gautier hem clagende hoe Buevijn van die heidenen belast was, ende die grave bereyde ontrent ses dusent mannen, ende is daer mede gereyst na Eggermont. Doen si bi Eggermont quamen so gemoeteden hem drye Sarasinen dier om bespien quamen: ende Gautier aenveerdese, ende sloech den eenen doot ende den anderen nam hi gevangen ende brachtse te Eggermont binnen daer hi vriendelic vanden hertoge Buevijn ende van Aymijn ontfangen was. Buevijn vraechde den grave Gautier waer hi aen dye twee gevangen gecomen was. Daer op dye grave antwoorde ende seyde. Ic hebse onderwegen gevonden want harer drie quamen om te bespien ende deen is verslagen ende dander twee heb ic hier gevangen gebracht om te weten wat dye heidenen in haren sin hebben. Doen ginc Aymijn ende vraechde wat die coningen der heydenen in haren sin hadden. Sy antwoorden aldus. Ghi heren siet voor u want morgen inden dageraet salt heyr porren om hier te comen: ende het ghescut coemt voren eens deels ende niet al. Doen vraechde die hertoge Buevijn hoe sterc dat si waren. Die heidenen seyden. Wi zijn wel sterck over die hondert dusent mannen te peerde ende te voet al wel gemonteert. Die hertoge Buevijn dit horende seyde. Tis eenen groten hoop volcx, ende seer qualick sullen wi haer macht connen wederstaen ende mi dunct dattet goet waer dat wi twee lagen van volc leyden tegen haer comste om af te werpen haer artelrie. Dien raet dochte hem allen goet ende Aymijn ginc met acht dusent mannen in deen lage, ende Gautier nam dander lage van ses dusent mannen ende si reysden door eenen heymelijcke wech buyten der stadt tusscen twee

[pagina 337]
[p. 337]

hooge berghen daer si achter waren bedect datmense niet sien en mochte. Ende Buevijn ende die grave waren binnen der stadt al bereet oft noot gheweest hadde om hem lieden in bate te comen. Ende doen den dach began op te gaen so hebben die heidenen hem bereet gemaect om te reysen met de bussen voor ende daer souder acht of thien hondert heydenen mede gaen om die bussen te bewaren, ende doen quam die ammirael Iorabin met een deel heydenen om die artelrie te bewaren. Doen dese twee lagen der kerstenen vernamen dat die heidenen voorbi gepasseert waren so zijn si op geseten ende zijn achter inden hoop geslagen, ende hebbender veel gedoot. Buevijn van Eggermont ende de grave van Moncler sagen inder stadt dat die heidenen hem vromelic weerden, ende si reden ter poorten wt ende si sloegen met haren volcke inden hoop der Sarasinen also dat sier veel versloegen, ende die ammirael Iorabin wert gevangen, ende de kerstenen namen alle die bussen ende artelrie ende brachtense in die stadt. Die heidenen die van achter soetelijc volchden hoorden rumoer mer si en wisten niet watter scuilde. Gardifort reet voort met sinen heyre, ende hi vant veel heydenen doot liggen, twelck hem verwonderde wiet ghedaen hadde. Daer lach noch een die leefde, ende seide hoese dye kerstenen verlaecht hadden, ende hoe die kerstenen die bussen int stadt ghehaelt hadden. Doen die heidensche heeren dit hoorden waren si seer droevich ende seynden eenen bode aen Buevijn met zijn heeren, ende deden hem vraghen oft hi in handen comen wilde.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken