Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman. Jaargang 21
(1998)– [tijdschrift] Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 86]
| |
‘Geen stervling deed ooit zulk een' smak’
| |
[pagina 87]
| |
meer gaan.’Ga naar eind6. In dat pleidooi voor ketening zijn de sporen van eigen machteloosheid onmiskenbaar aanwezig. ‘Had ik wat te zeggen’: alleen degenen die niets te zeggen hebben, zeggen dat. ‘If I were a rich man!’ Van de toekomst moest hij het ook al niet hebben, want in zijn afkeer van de ballonvaart werd hij een historische verliezer. Het pleidooi voor ketening van de ‘luchtbol’ tart daarbij opvallend een van de belangrijkste principes van de Verlichting: de ontketening! Desondanks - of juist daarom - zijn de ballonverzen van Dirk Kuipers uiterst belangwekkend. Ze documenteren niet alleen een belangrijke positie in het debat over de ballonvaart, maar geven wellicht zelfs stem aan de tegenstrevers van de Verlichting. De partizanen van de luchtballon, zoals de vaderlandse geleerde Houttuin, zagen in de ‘luchtbol’ een embleem van Verlichting en vooruitgang.Ga naar eind7. De sceptici werden daarmee opvallend lichtvaardig in het reactionaire kamp gemanoeuvreerd. Sommigen lieten zich dat met groot gemak welgevallen en ontwierpen een andere beeldwaarde van de ballon. In deze bijdrage wordt de vraag gesteld welke plaats de zes ‘zangen’ van Dirk Kuipers innemen in de geschiedenis van het denken en dichten over de ballonvaart. Voordat het denken en dichten aan bod komt, is er aandacht voor het experiment zelf. | |
Heuse hemelvaartHet was in het jaar 1783 dat de hemel voor het eerst bestormd werd door een luchtballon. Zoals zo vaak in de achttiende eeuw had Parijs de primeur. De gebroeders Montgolfier hadden er in september een ballon een hoogte van ‘vyfhonderd Roeden’ laten bereiken en vol verwachting werd het gewicht van deze vinding voor de toekomst berekend. Gespeculeerd werd op de mogelijkheid bemande vluchten uit te voeren. De eerste proever, verliepen succesvol: op 21 november 1783 staken ‘de Marquis de Arlandes en de Heer Pilatre de Rozier’ de Seine over, op 1 december beleefden de heren Charles en Robert in Parijs een opstijging. Het waren schokkende experimenten, omdat ze elementaire zekerheden aantastten. Zo was er de zekerheid dat de mens niet vliegen kon: wie het probeerde, was hoogmoedig en kwam voor de val. De ambitie van de vleugelman was vooral bekend van het exemplarische verhaal van Icarus, die zijn vlucht met de dood boette. De ‘luchtbol’ maakte het de mens mogelijk om te vliegen, de verbeelding werd werkelijkheid, hoogmoed bleef onbestraft. De experimenten brachten behalve bewondering en verwondering ook verwarring: welke vaste waarden zouden hierna nog sneuvelen? Van niet eens zo lang geleden dateerde de uitvinding van de bliksemafleider, ook al zo'n ongedacht novum. Benjamin Franklin had het hemels strafwerktuig geketend. De menselijke machtsovername van Gods eigen bliksem stimuleerde andere wensdromen van bevrijding en ontketening. Andere prometheïsche hemelbestormers hadden nu vrij spel. Met de ketening van de bliksem en de verovering van de ether kende de menselijke vrijheidsdroom indrukwekkende precedenten.Ga naar eind8. De schok die de experimenten met de luchtballon teweeg brachten, was ook in Nederland voelbaar. Couranten sloegen een opgewonden toon aan, ze kwamen met extra nummers en losse prentjes. Geleerden en dilettanten wijdden zich geestdriftig aan de nieuwe wetenschap: zij zochten naar mogelijkheden om de kunst te verbeteren. In november en december van 1783 al werden in Rotterdam en Den Haag de eerste ballonnen opgelaten. Zeker de Haagse experimenten spraken door hun ‘society’-karakter tot de verbeelding: de stadhouderlijke familie zat op de eerste rang en heel | |
[pagina 88]
| |
wat notabelen lieten zich zien. Zij allen zagen de bijzondere onbemande ballonnen van Diller.Ga naar eind9. | |
Nuttige luchtballonnen?Toen de geschokte geesten na nieuwe en licht verbeterde experimenten wat tot bedaren waren gekomen, was er gelegenheid om de nieuwe vinding te duiden, in verzen te vereeuwigen en een plaats te geven in de eigen denkwereld. In de laatste maand van 1783 en in 1784 was het tijd voor een tussentijdse balans van de ballon. In het denken over de ballonvaart drong allereerst de vraag naar het ‘nut’ zich aan. Die vraag werd positief, negatief en ontwijkend beantwoord. De Nederlandsche Courant van 1 december 1783 is onzeker, maar de krant neemt een opmerkelijk voorschot op toekomstig nut: Men kan niet ontkennen, dat men als nog zeer onkundig is wegens de nuttigheid van deeze ontdekking: doch hoe veele ontdekkingen zyn 'er niet gedaan, die thans van eene onöntbeerlyke nuttigheid voor het menschdom zyn, en welke men in de Oudheid als loutere hersenschimmen aanzag! Zou het dus niet mogelyk zyn, dat de toekomende eeuwen de nuttigheid der ontdekking van den Heere de Montgolfier ondervonden.Ga naar eind10. Ook in De Lof der Dwaasheid, of het Vermaak der Proeven met de zogenaamde Lugtbollen, verdeedigd, een prachtig Erasmiaans geïnspireerd pamflet dat eind april 1784 anoniem verscheen, wordt er gegokt op de toekomst.Ga naar eind11. De vinding wordt vergeleken met een kind ‘in zyn geboorte’, daarvan is nog niet veel te zeggen. Gold dat weleer ook niet voor de bliksemafleider van Benjamin Franklin, waarvan ook enige jaren onduidelijk was wat deze de mensheid bieden kon? Intussen waren er weinigen meer die op het nut van de bliksemafleider afdongen. Zo moest ook het ‘nuttig vooruitzigt’ van de ballonvaart wel gunstig zijn. Een poging om dat ‘vooruitzigt’ in te kleuren was al halverwege januari 1784 gewaagd door de schrijver van het pamfletje Het Nuttige en Vermakelyke der onlangs uytgevondene Aërostatische Machines of zogenaamde LUCHTBALLEN.Ga naar eind12. Daarin wordt het nut van de luchtballonnen voor de weersvoorspelling, voor de cartografie en voor de berichtgeving zo helder geschetst, dat het nauwelijks nog speculatie kan heten. De schrijver van het pamflet laat weten dat de recente bemande ballonvluchten ‘de Vliegkonst voor den Mensch’ dichterbij brengen. Even onbekommerd optimistisch toonde zich de dichter Jacob van Dijk die in zijn gedicht ‘Het Nut der Luchtbollen’ in de toekomst alom bruikbare toepassingen zag.Ga naar eind13. Er waren niet alleen positieve of ontwijkende antwoorden op de vraag naar het ‘nut’ van de vinding. In Het Belachelyke, Nuttelooze en Gevaarlyke van de Luchtbollen, of Lucht-scheepen, een anoniem pamflet van maart 1784, staat het ontbreken van nut centraal: maar wat nut zal dit aanbrengen, ik denk dat deze Lucht-Scheepen geheel geen nut konnen doen maar dat zy de gevaarlykste zyn die men begrypen kan, stel eens twee gelieven kunnen door middel van zo een Reis op eene behendige wyze weg komen, zo ook kan een Vrouw van haar Man vervoerd en ook de Man van zyn Vrouw weg vliegen, Kinderen kunnen van hunne Ouders werden weg genomen. Officieren en Soldaten hier mede dezerteeren, het zoude ook een Excellent middel zyn voor Spions en verraders om | |
[pagina 89]
| |
geheimen te ontdekken, en wat al schadelyke gevolgen meer [...].Ga naar eind14. De totale maatschappelijke en familiale desintegratie die hier op rekening van de ballonvaart geplaatst wordt, zagen anderen in dezelfde tijd als gevolg van de politieke polarisatie.Ga naar eind15. | |
Dwaze ‘Speelpop deezer eeuw’Toen zich in het kielzog van de proefnemingen van de Montgolfiers een ware ballonmanie van de Fransen meester maakte en er eind september 1783 luchtballonnen op schaal werden verkocht, sprak een waarnemer de wat boosaardig getoonzette verwachting uit ‘dat deeze Miniatuur Lugtballetjes een tyd lang eene der voornaamste kraamerijën zyn zullen van Kermissen of Jaarmarkten, als een Philosophisch Poppengoed, ten gerieve van groote en kleine kinderen.’Ga naar eind16. Op de diskwalificatie ‘Philosophisch Poppengoed’ zou nog gevarieerd worden, onder meer door Christiaan Hendrik Damen. Deze erkende in 1784 in zijn geleerde natuur- en wiskundige studie over de ‘luchtbol’ dat het om ‘een schitterende ontdekking’ ging, zelfs om ‘eene van die gewigtige gebeurtenissen, welke van tyd tot tyd op het toneel des Aardbols voorvallen’.Ga naar eind17. Hij betwijfelde echter ten zeerste of de vinding nuttig was: er was gevaar dat het ‘de Speelpop deezer Eeuw’ zou worden. De Perponcher, een geletterde Utrechtse regent, sprak neerbuigend van ‘kinderspeeltuig’.Ga naar eind18. De luchtballon verschijnt zo als kinderlijk speeltje, als een embleem van de dwaasheid van de eigen tijd. De vele proefnemingen die in het land genomen werden en de vele mislukkingen daarbij sterkten menige tegenstander in de opvatting dat de ballonvaart nutteloos vermaak was. Zeker de mislukking in april 1784 van een met veel bombarie aangekon digde proefneming te Amsterdam, onder leiding van de geleerde apotheker Willem van Barneveld voor het vermaarde genootschap Felix Meritis, bracht veel pennen in beweging. Al die ballonnen die het luchtruim niet of maar even kiezen wilden, deden de reputatie van de vinding geen goed. In de voorbije jaren was door voorstanders geopperd dat het nut van de ‘luchtbol’ mettertijd wel blijken zou, maar daarvan was nog steeds niets gebleken. | |
‘Welk een vallen!’Een kritische visie vond in 1785 steeds meer bijval door de verwording van de ballonvaart tot rondreizende circusact en de fatale afloop van sommige luchtreisjes. De dames en heren die bij de eerste proeven nog op de eerste rij zaten, haalden nu de neus op voor het sensationeel volksvermaak dat latere luchtreizigers boden. De reacties van het nieuwe, massaal toegestroomde publiek dat tamelijk instinctief reageerde op het welslagen en falen van experimenten bevestigden de elite in de opvatting dat het met de ballonvaart de verkeerde kant op ging. In juni 1785 beleefde de geschiedenis van Icarus een onverwachte come back. Het in de pers nauwgezet beschreven ‘akelig schouwspel’ van het neerstorten van de luchtballon van de heren Pilatre du Rosier en Romain herinnerde aan de straf voor de hoogmoedige vleugelman. Op grote hoogte vatte hun ballon vlam en de mannen die naar Engeland wilden varen, vielen ‘jammerlijk te pletteren’ vlakbij ‘Boulogne-op-Zee’. De plaatselijke bevolking had de ‘ijsselijke val’ vanuit de verte gezien en de schok zette zich om in diepe rouw.Ga naar eind19. In Nederlandse kranten kreeg dit dodelijk ongeval | |
[pagina 90]
| |
J. Schoenmakers ‘Welk een vallen!’ Gravure naar een tekening van P. Hofman, een leerling van Dirk Kuipers. (SAD, collectie Dordracum Illustratum 2413 c)
bijzonder veel gevoelige aandacht. In de Haagse krant opende het verslag met de onthullende mededeling dat wat ‘veele kundige lieden’ hadden voorzien nu eindelijk geschied was.Ga naar eind20. Of dat een aanwijzing is dat velen in Nederland de menselijke bestorming van de hemel liever niet zagen slagen, is moeilijk uit te maken. Dirk Kuipers in elk geval las in het ongeval vele oude lessen. In zijn gedicht ‘De Ongelukkige Luchtreize van de heeren Pilatre du Rosier, en Romain’ worden de intussen verongelukte luchtreizigers toegesproken als ‘schrandre Stervelingen’.Ga naar eind21. De les die het duo gelezen wordt, is vertrouwd. De medemens mocht met welbehagen de opgang van de ‘luchtbol’ hebben waargenomen, ‘'t alziende Oog’ was minder geamuseerd. Dat bleek toen de bol door tegenwind op hol sloeg: Gij vielt! goê Hemel welk een vallen!
Geen stervling deed ooit zulk een' smak.
| |
[pagina 91]
| |
De luchtreizigers wordt na hun smak toegewenst dat de ‘Hemel-Heer genadig [...] Uw ziel behouden heeft’. Onmiskenbaar is het dat in dit gedicht de neerstortende luchtreizigers in hun val de supporters van de ballonvaart waarschuwen voor een vergelijkbaar lot. De hoogmoedige bestorming van de hemel komt hoe dan ook voor de val: Laat ijder sterveling uit uwe luchtreis leeren
Alleen met zijn vernuft op aarde te verkeeren.
De mens is ontevreden en wil met zijn vernuft te veel, hij dreigt zo zelfs de Goddelijke orde ‘te weêrstreeven’. De dichter weet raad: slechts ‘door vroomheid, deugd en eer’ kan de hemel veroverd worden. Met de ballon zal de hemel niet gehaald worden: ‘De Luchtbal is recht nut voor haaters van het leven’. Deze ‘haaters van het leven’ hebben aan het slot van het gedicht als gesprekspartner afgedaan, hun plaats is ingenomen door de ‘Hemel-Heer’. De dichter belooft zijn God: Op vleuglen van den dageraad
Zal 'k eenmaal veilig tot u vliegen.
Zo eindigt dit vers in vroomheid. | |
‘Godtergende Roekeloosheid’Het tweede en derde gedicht uit Kuipers' reeks gaan het over de Nederlandse luchtreizen van Blanchard.Ga naar eind22. Over deze publicitair vaardige luchtreiziger werd in de Nederlandse pers zuinig genoteerd: ‘Die Heer maakt zyn fortuin met de Lugtbollen’.Ga naar eind23. In de ogen van veel landgenoten was waaghalzerij voor veel geld ongerijmder dan het onbaatzuchtig lopen van risico's. Nog geen week na de dodelijke val van Pilatre de Rosier en Romain, zijn concurrenten in de strijd om een bestaan in de lucht, meldde Blanchard zich in de kolommen van de Nederlandse kranten. Hij zou begin juli in Den Haag zijn twaalfde luchtreis maken.Ga naar eind24. In het verleden en elders had hij wel schapen en vogels de luchtreis laten maken, in Den Haag zou hij zelf ‘verzeld van twee of drie Persoonen’ het luchtruim kiezen. Op dinsdag 12 juli 1785, omstreeks half acht in de avond, werd in de tuin van het Oude Hof de ballon met Blanchard en de officier Honincthun als passagiers opgelaten. De ballon bleef kort na opstijging haken aan een schoorsteen, maar een wakkere Amsterdammer wist het dak te beklimmen en de reizigers weer op weg te helpen. Te paard volgden velen de ballon, totdat deze omstreeks negen uur in de avond daalde nabij Zevenhuizen. De ballon kwam neer op het land van boer Jan Paul ‘aan 't Sootjes Verlaat in de zoogenaamde vijf Huizen’, en de reizigers kregen veilig vaste grond onder de voeten.Ga naar eind25. Over wat er toen gebeurde, raakten de meningen verdeeld. Volgens de luchtreizigers werden ze belaagd door een boer die veel geld wilde zien voor de hem kennelijk berokkende schade: zijn weiland was vernield en zijn hooiland vertrapt en vertreden. Toegesnelde boeren zouden vervolgens met ‘polderstokken’ het schuitje tot moes geslagen hebben en de inhoud (inclusief de hoeden van de reizigers!) ontvreemd hebben. Slechts met list - een in het Frans gestelde schuldbekentenis waarin te lezen was dat die min of meer onder bedreiging afgelegd was -, wist Blanchard zich naar | |
[pagina 92]
| |
eigen zeggen te redden. In de pers werden de boeren van Zevenhuizen als onwaardige barbaren afgeschilderd.Ga naar eind26. De dorpelingen van Zevenhuizen verweerden zich - er is wel verondersteld dat Le Francq van Berkheij dit protest stem gaf - in een bijzonder vlugschrift: De eer van onze landgenooten en dorpelingen, van Zevenhuizen, [...] verdeedigt.Ga naar eind27. Daarin worden geen principiële bezwaren tegen de ballonvaart geformuleerd, slechts de leugenachtigheid van Blanchard wordt gehekeld. Blanchards boerenbedrog keert terug in het gedicht ‘Op de roekelooze proefnemingen met de lugtbollen’, dat in oktober 1785 verscheen en zeker van Berkheij afkomstig is.Ga naar eind28. De aloude bezwaren tegen de ballonvaart keren weer terug: het is zonder nut en ‘om 't goud tart Waaghals Gods vermoogen’. In een nawoord wordt de ballonvaart zelfs ‘eene volstrekte Godtergende Roekeloosheid’ genoemd. Dirk Kuipers volgt in zijn beide anti-Blanchard-verzen een vertrouwd spoor. Het gaat om het menselijk vernuft, dat zich door zelfbedrog en zelfoverschatting voor aap zet. In het eerste van beide gedichten verwijst hij nog naar het wangedrag van de ballonvaarder te Zevenhuizen en diens aangekondigde luchtreis te Rotterdam van eind juli 1785. In zijn verbeelding ziet hij ‘hier boven / Alreê gedoemd dit Lucht-Gebouw’. Het Rotterdamse experiment kon met Gods wil wel eens noodlottig aflopen. In het volgende gedicht blijkt dat het meeviel, maar het verdient desondanks grote afkeuring zijn ‘lijf en ziel te waagen / In een' Luchtbol zonder nut’. De Schotse en Dordtse experimenten, waarvan de laatste van 10 maart 1786 dateerde, worden in verzen alle door Kuipers geridiculiseerd. Een noodlottige afloop wordt welhaast wenselijk geacht. De dichter laat zich daarbij ontvallen dat hij de luchtbollen graag ‘aan kettingen sluiten’ zou. | |
Hekeling en conservatismeDirk Kuipers' afkeer van de modieuze ballonvaart, die culmineerde in een verlangen om de experimenteerlust aan banden te leggen, werd gevoed door oude denkbeelden en verse ervaringen. Zijn hekeling van wat zich als een nutteloze gril voordeed was in de jaren 1785 en 1786 ook heel wat begrijpelijker dan in de jaren ervoor en erna. De belofte van nut was door de luchtreizigers nog steeds niet ingelost. In tegendeel: de reizigers vielen of verschrikkelijk dood of ze bleken verschrikkelijke poenscheppers. Het was in 1785 en 1786 niet eenvoudig om nog veel heil of nut in de ballonvaart te zien. Bij de hekeling van de malle ballonvaart viel Dirk Kuipers terug op nogal conservatieve normen: de mens moet zijn plaats weten en de Goddelijke orde niet tarten. Het is onwaarschijnlijk te denken dat hij dit niet meende en het conservatisme serveerde om de kritische toon verteerbaar te maken. Vermoedelijk had hij het, zoals zoveel anderen, niet begrepen op de hemelbestorming. In zijn kritiek openbaren zich vooral anti-verlichte elementen. En het is misschien even slikken, maar erg verlicht kan de originele en tegendraadse Dirk Kuipers hier moeilijk genoemd worden. Of is het allemaal de schuld van het beterhuis? Dirk Kuipers, die wel drinken maar niet deugen wilde, werd in het beterhuis vergast op goede burgermansraad. Wie weet verwachtte hij de eigen redding ook wel van ‘vroomheid, deugd en eer’ en had hij in het eigen leven te vaak de wrange vruchten geplukt van vrijmoedig prometheïsme, was hij te vaak het slachtoffer geweest van de listen van het eigen vernuft, om nog te | |
[pagina 93]
| |
kunnen geloven in de zegeningen van de nieuwe vinding ‘van te kunnen vaaren door een Element, dat voorheen slegts scheen te dienen tot de vlugt der Vogelen’.Ga naar eind29. Of was het de schuld van de politieke tegenstellingen? Waar de vaderlandse maatschappij dreigde te desintegreren, troostte de dichter zich met voorvaderlijke denkbeelden van eenvoud en eendracht.
Er ligt misschien wel wat verklaring in het beterhuis en de eigentijdse politieke verscheurdheid, maar bovenal spreekt in ‘De Historie en het Einde der Luchtbollen’ Kuipers zelf, behoudend voor eigen rekening en tegen de stroom in van het verlichte vooruitgangsdenken. |
|