[Nummer 1]
Ter introductie
Het thema van dit eerste nummer van de derde jaargang krijgt in de gekozen tekstfragmenten de meest uiteenlopende benamingen: een ‘ijslijk zeespook’, een ‘woest monster’, een ‘waterblaser’ of een ‘zeegedrocht’. En dat terwijl het over onschuldige walvissen gaat! Een walvisstranding maakte diepe indruk op de mensen en werd vaak gezien als een teken van God, waarbij associaties met de gebeurtenissen uit het leven van Jona zeker een rol zullen hebben gespeeld. Men had dan ook veel ontzag voor deze dieren. Vanaf 1612 kreeg men in de gaten dat met walvissen winst te behalen viel: de walvisvaart kwam op gang. De walvisvaarders moesten vele ontberingen doorstaan, zoals blijkt uit verschillende reisverslagen. Na behouden thuiskomst werden zij echter verwelkomd als ‘wakk're mannen’ en ‘dappre zeeliên’.
In dit nummer van Musaeus wordt beschreven hoe de walvis in het leven geroepen is, hoe walvissen aanspoelden aan de Nederlandse kusten, en hoe de walvisvaarders
Het waterondier met een' onverschrokken moedt
Bespringen, tot het legt te wentlen in zyn bloet
De gruwelijkste details blijven u niet bespaard!
Boukje Thijs
Simone Veld
Ingrid Weekhout