[Nummer 3]
Ter introductie
Dit nummer van Musaeus voert ons door de kinderwereld. De bevalling, de kraamzorg daarna in binnen- en buitenland, het allereerste onderwijs, de latere scholing en de vrijetijdsbesteding van kinderen komen alle aan bod.
Zo vertelt Willem Schouten over de kranige kraamvrouwen op Boeroe, bij wie de slappe houding van de ‘kraamvaders’ wel erg zielig afsteekt. Opvallend ‘verlicht’ is de verhandeling van Petrus Camper, die op de bres springt voor moeders van buitenechtelijke kinderen. Hij heeft geen goed woord over voor vaders die geen enkele verantwoordelijkheid op zich nemen. Misschien was Jan Salij meer een man naar zijn hart, hoewel deze wel overdreven veel voorzorgsmaatregelen treft. We volgen Jan Salij op zoek naar twaalf wiegen. Een notaris gebruikt de wieg als kalmerend middel voor zijn vrouw, die hij tot bedaren zingt. Uit een keur blijkt hoe de stad Amsterdam ambachtskinderen tegen wrede meesters beschermt en Christian Salzmann schetst op ironische wijze een beeld van ouders die zondigen tegen de bestaande pedagogische theorieën. Ook maken we kennis met verschillende kinderspelletjes, waarbij duidelijk wordt dat ‘kolven’ meer dan één betekenis heeft en dat men slechts bepaalde spelletjes geschikt achtte voor meisjes. Hoe zestiende-eeuwse meisjes zich kleden moeten om netjes voor de dag te komen, wordt duidelijk uit een fragment uit een meisjesschoolboek. Tenslotte staat in ons ‘Papiere-kindt’ een stoomcursus achttiende-eeuwse leefregels voor beginners, die ons leert hoe een ‘braaf mensch’ te worden.
Boukje Thijs
Simone Veld
Ingrid Weekhout