Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandse historische bronnen 9 (1991)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandse historische bronnen 9
Afbeelding van Nederlandse historische bronnen 9Toon afbeelding van titelpagina van Nederlandse historische bronnen 9

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.34 MB)

XML (0.60 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/brieven
non-fictie/geschiedenis-archeologie


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandse historische bronnen 9

(1991)–Anoniem Nederlandse historische bronnen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

46 Aan Van Weede van Dijkveld

Berlijn, 24 februari 1672

 

Mijn Heere, U Wel Ed. aengenaeme schrijven van den 12e deeses is mij eerst heden geworden. Wat de doorsnijdinge aen den Luijsbosch belanght, daerover heb ick U Wel Ed. voor 8 dagen gerescribeert ende de genegentheijt des heeren Curfurst bekent gemaeckt, die alsnoch daerbij persisteert ende oock bij sijne goede intentie voor het gemeene welweesen. De redenen waerom men sich hier niet verder met mij can inlaten, heb ick bij den mijnen van den 10. deses den heere griffier in

[pagina 109]
[p. 109]

secretesse genotificeert en bekent gemaeckt, sulx dat men vooreerst niet publicqs van een tractaet heeft te verwachten.

Alle de hoofdofficieren sijn meest vertrocken, yeder nae haere districten, om te werven. Den heere Spaen heb ick versocht [dat hij] U Wel Ed. en passant tot Utrecht sal aenspreken, gelijck Sijn Ho. Ed. mij heeft belooft te doen. Het soude niet ondienstich weesen dat hij, om het doorsnijden van de revier, wat civil van de heren gedeputeerden wiert bejegent. De officieren tot Utrecht, aengestelt volgens de lijste mij daervan toegesonden, daer van gevallen mij sommige maer passelijck. Dan, dat de heeren wijsen moet men prijsen. Ick ben alsnoch van opinie men veel beter hadde gedaen geformeerde regimenten in 't lant te laten comen. Menich braef officier van beroemde experiëntie heeft sich aen mij gedurende mijne uijtlandicheijt aengeboden ende waervan ick de namen bij een lijst hebbe overgesonden. Dan, daerop is weijnich gereflecteert.

Hier is een seecker baron de ReijtsGa naar voetnoot328, woonachtich in Saxen ende van groot vermogen, bij den heer Curfurst gecomen, die uijt ijever van de religie ende uijt respect voor den Curfurst hem aenbiedt 1.000 musquettiers op sijn eijgen beurs te werven ende binnen den tijdt van ses weecken te doen marcheren, alle Saxische volckeren. Hij heeft mij de eer van sijne visite gegeven ende met veele beleeftheijdt een regiment van 1.400 voetknechten, doch niet op sijn beurs, maer voor aenritsgelden, gepresenteert in Haer Ho. Mo. dienst over te brengen ende dan dat regiment alhier aen sijn soonGa naar voetnoot329, die een cavallier van 24 jaeren is, over te laeten ende voor sijn persoon naer Nederlant te gaen, alleen, soo hij seijdt, uijt liefde van de religie, liberteijt voor de Duijtsche vrijheijt ende haet tegens de France natie. Ick hebbe hem voor sijn genegentheijt bedanckt, maer voor mijn selven gedacht datter voor hem niet veel stont te hoopen, ende mach ick sulcke en diergelijcke offerten aen den Staet niet meer doen, dewijl daerop in 't minste doch niet en wert gereflecteert.

Hoe de nominatie tot Utrecht is uijtgevallen, sal ick verlangen te verstaen. Ick hoope wel, ende sal U Wel Ed. ten respecte van mijn neef ten allen tijde daervoor verobligeert blijven.

Ick schrijve aen de heren Fagel en Schadé dat, bij aldien men mij mijne wissels niet laet volgen, gelijck als men tot noch toe tardeert, ick binnen weijnich tijts genootsaeckt sal werden het hof alhier onfatçoenlijck te verlaeten.

[pagina 110]
[p. 110]

Haer Ho. Mo. schrijven met dese post dat haer aengenaem is geweest het present dat ick in de craemcamer van de Curfurstinne hebbe gedaen, hetwelcke omtrent de 1.600 gld. importeert, ende men laet mij met mijn wisselen achteraenloopen. Voorwaer een cleijne recompense in erkentenisse van de moeijelickheden ende traversen die ick gedurende nu een geheel jaer van mijne uijtlandicheijt in verscheijde rencontres, ten respecte van de Staet hebbe ontmoet ende die, ‘entre nous’ gesproocken, mij al veel grijse haren hebben doen setten, ‘sed haec est gratia mundi’Ga naar voetnoot330. Ick dancke Godt dat ick mij in mijn gemoet vinde voldaen ende als men 't goet vindt, connen hier een ander senden die het beter maeckt.

Ick duchte dat ick mijn reijse wel over Hamburch ende de zee sal moeten neemen, want soo de Francen in 't stift van Munster en Hildesheijm leggen, can ick sonder gevaer niet in 't landt comen.

Den heere generael majoor Eller, die mij uijt barmherticheijt ende dienst tot den Staet tot noch toe is bij gebleven ende mij sonder mij te flatteren ver heeft geïnsinueert in de gunste ende genade van mijn heer den Curfurst en mevrouw de Curfurstinne, vertreckt morgen naer sijn gouvernement van Sparenbergh, dat mij bedroeft. Ende, stonden de saecken op soo goeden voet hier niet, ick soude niet hebben gehaesiteert, op het verseijde pretext met hem wech gegaen te hebben, maer nu sal ick het noch wat insien. Alle de hooge officieren sijn meest naer hare gouvernementen ende districten geretourneert, die met vele civiliteijt ende trouherticheijt mij haeren dienst hebben comen presenteren ende betuijgen haere genegentheijt voor den Staet. Sij hebben, de een meer en d'ander minder, ordre van eenige duijsent mannen te voet ende te peerdt te werven ende verlangen dat se die ten dienste van den heere Curfurst ende Haer Ho. Mo. in actie mogen commanderen. Waermede verblijve - - -

voetnoot328
Blijkens RAU, AHA, I, inv. nr. 112, Amerongen-Van Tuyll van Serooskerken van Welland, 1-4-1672, had Amerongen in deze tijd in Saksen contact met een ‘Baron de Reus, neef van den Rhijngraef, die aen de Schencken van Toutenburch is geparenteert’. Uit dit wijdvertakte geslacht, waarin de naam ‘Heinrich’ als soortnaam fungeerde, komt hiervoor in aanmerking Heinrich I, uit de oudere linie-Reusz, ‘Herr zu Plauen in Obergraitz’, ‘der dicke Herr’, zoon van Heinrich IV en Juliane Elisabeth, de dochter van Rijngraaf Friedrich von Salm-Neufville (Zedler, Universal-Lexikon, XXXI, kol. 975; Von Isenburg, Stammtafeln, I, Tafeln 167 en 168). Deze laatste was de vader van de Rijngraaf Friedrich Magnus von Salm-Neufville, militair in Nederlandse dienst (ibidem, LVI, 933-934).
voetnoot329
Heinrich VI, die echter geboren werd in 1649, later Keursaksisch generaal-veldmaarschalk. Zijn dochter Fernandine Charlotte werd in 1675 te Amsterdam geboren (Zedler, Universal-Lexikon, XXXI, kol. 975-976).
voetnoot330
‘Maar dit is de dank van de wereld’.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Nederlandse historische bronnen

  • Briefwisseling van Godard Adriaan van Reede van Amerongen en Everard van Weede van Dijkveld (27 maart 1671-28 juli 1672)


auteurs

  • P.H.D. Leupen

  • Murk van der Bijl

  • Herman Quarles van Ufford


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 24 februari 1672