Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandse historische bronnen 9 (1991)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandse historische bronnen 9
Afbeelding van Nederlandse historische bronnen 9Toon afbeelding van titelpagina van Nederlandse historische bronnen 9

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.34 MB)

XML (0.60 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/brieven
non-fictie/geschiedenis-archeologie


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandse historische bronnen 9

(1991)–Anoniem Nederlandse historische bronnen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 119]
[p. 119]

51 Aan Van Weede van Dijkveld

Berlijn, 13 maart 1672Ga naar voetnoot364

 

Mijn Heer, Ick ontvange met de laetste post Haer Ho. Mo. resolutieGa naar voetnoot365, waerbij ick versocht werde een kehr naer den heer Churfurst van Saxen te doen, omme naer aflegginge van een compliment Sijne C.F.D.t voor te draegen Haer Ho. Mo. vreedsaeme gedachten ten besten van de Christenheijd ende het groote gevaer, dat sij, neffens het rijck, voor de Françe waepenen apprehendeeren, omme van denselven te vernemen, hoe verre dat op het gemoet van hem, heer Curfurst, heeft gevatt. Ende voorders hem de importantie van dien soo veel te doen begrijpen als mogelijck is, ten eijnde Sijn C.F.D.t sich mede neffens andere Duijtse Fursten in waepenen stelle, ende waervan, soo geseijd werdt, hij al een aanvanck heeft gemaeckt. Derwaerts ick mij sal vervoegen, soo haest ick kan oordeelen dat de affairen, hier op het tapijt sijnde - die ick van meerder naedruck oordeele - mijne presentie hier konnen derven, ende verlangh ick, met impatiëntie, naer antwoord op hetgene ick over dat subject, zedert den 24en der voorleden maent, aen den heer griffier heb geschreven.

Den heer Churfurst van Brandenburg is verleden woensdaegh naer Potstam vertrocken, alwaer hij mij gecommandeert heeft hem morgen te volgenGa naar voetnoot366, sijnde vier mijlen van deese plaetse. Van daer sal ick lichtelijck een kehr naer KustrijnGa naar voetnoot367 ende Frankfort op de Oder doen, welcke plaetsen hij wil dat ick sal besightigenGa naar voetnoot368. Eergisteren sijn voorbij deese stadt wederom opnieuws gepasseert drijhondert dragonders, alle seer schoon volck, wesende het regiment van den veltmaarschalck DörfflinghGa naar voetnoot369, dat een soldaet van groote reputatie is, den Staet seer toegedaen ende die ick de eere hebbe familiar te kennen. Ick hebbe die volckeren een uijre van hier neffens den heer ChurprinceGa naar voetnoot370 besien. Gave Godt, dat in cas van oorlogh Haer Ho. Mo. der twee à drij duijsent van diergelijcke in dienst hadden.

Hier wordt geseijdt dat men jongst op de repartitie van Hollandt eenen, genaempt

[pagina 120]
[p. 120]

WrangellGa naar voetnoot371, daer hij sich valschlijck voor uijtgeeft, ritmeester heeft gemaeckt, hetwelcke soude wesen een vagabont ende van sijn ambacht een schneijder, in manier van leven niet ongelijck aan dien befamden bastart van RipperdaGa naar voetnoot372, die naemaels soude gehangen wesen. Tot Ceulen sijnde, heeft eenen Wrangell mijn voorschrijven om een compagnie peerden aan de regeeringhe versocht, ende alsoo ick hem nae die familie vraegde, soo bevond ick dat hij hisiteerde, en wierdt mij naemaels geseijdt, dat het den voornoemden vagabont was. Hij hadde uijtterlijck geen quaet fatzoen, sijnde langh van taillie, bruijn van hair ende oudt in de daertigh jaer ende seijde mij, dat hij onder de Lotringer een dootslaeg hadde gedaen, doch niet ‘mal à propos’, waerom hij dien dienst quitteerde. Of dit nu deselve is, is Godt bekendt. Onsen neve Van Reede alhier, seyd hem heel wel te kennen ende dat hij Sijn Hog. Ed. tot Paris - alwaer hij een vrouw getrouwd hebbende, haere goederen heeft genomen en bancquerout is gespeult - verscheijde kleederen hadde gemaeckt. Verleeden jaer hebben sij eenen GraefschapGa naar voetnoot373 oock een compagnie peerden gegeven die al imers soo slechte reputatie heeft, ende die den oversten Post seer wel kendt, ende verscheijde officieren bij den bisschop van Munster, die mij hebben geseijdt dat se met hem niet uijt één glaes souden willen drincken. Waer dat deselve gebleven is, weet ick niet. Enfin, het waer te wenschen dat men de soodaenighe, soo hij het mogte wesen, wat beeter hadde gekendt, want het geeft slechte reputatie voor de verkiesers. Men seyd dat deesen Wrangel door die van Amsterdam word gesupporteert ende, ick duchte, misschijn door de heer Van VlooswijckGa naar voetnoot374 ofte, om beeter te seggen, door de heer van Papencop, die

[pagina 121]
[p. 121]

somwijlen wat voorbaerig isGa naar voetnoot375. Uw Wel Ed. believen de goedtheijd te hebben daer eens naer te vernemen ende, soo het deselve man mogt wesen, de een ende ander met discretie wat te waerschouwen, want soo een persoon soude den Staet in tijt van oorlogh en andere eerlijcke lieden in ongelegentheijt konnen brengen.

Bijaldien Haer Ho. Mo. de laetste wervinge voortsetten ende dat onse provintie eenige ritmeesters sal maken, soo wenschden ick dat deselve beliefden de goedtheijdt te hebben ende die consideratie ten besten van 't gemeijn, dat ik in haren naem hier aan het hoff aan een hertogh van Holtstein SonderburghGa naar voetnoot376, een heer van omtrent 22 jaeren, nu cornet onder de keijsersche trouppen, ende een susters soon van mevrouwe de jegenwoordige Churfurstinne van Brandenburg, mogte een compagnie presenteren. Hetwelke seer aangenaem soude wesen, ende waermede men de gunste van dit hoff mehr ende mehr soude captiveren, gelijck Haer Ho. Mo. in diergelijke consideratie mij hebben geauthoriseert aan den graeff Van der NatGa naar voetnoot377, wesende een favorit van den heer Churfurst van Saxen, op mijne aenkompste aldaer, hem een regiment te voet aan te bieden.

Voor het overige hoop ick, dat Haer Ed. Mo. bij de voorsz. wervinge vorders goede ende geëxperimenteerde officieren sullen aenstellen ende sal Uw Wel Ed. mij verobligeren, soo hem deesen voorslaegh van den voornoemden hertogh magh gevallich sijn, sulcx tijdelijck aan de voornaemste regenten van de leeden ende de heeren regerende burgemeesters deese mijne gedachten te communiceren, die ick verclaere niet anders te intenteren, als het gemeyne welwesen, ende dat men hier en elders de gunste van de princen van het rijck voor den Staet soo veel moglijck magh conserveren, waermede verblijve - - -

voetnoot364
Aangetroffen in RAU, AHA, I, inv. nr. 112.
voetnoot365
ARA, Arch. St.-Gen., inv. nr. 8563, nr. 153, secr. res. St.-Gen., 27-2-1672.
voetnoot366
Daar bevonden zich toen Georg Wilhelm van Luneburg-Celle en Georg Friedrich van Waldeck (RAU, AHA, I, inv. nr. 112, Amerongen-Welland, 2-3-1672).
voetnoot367
Küstrin.
voetnoot368
Begin april 1672 ondernam Amerongen in gezelschap van Carel van Reede inderdaad een tocht in de richting van Polen en Silezië, waarbij onder meer Küstrin en Frankfurt aan de Oder werden bezocht (RAU, AHA, I, inv. nr. 112, Amerongen-Van Tuyll van Serooskerken van Zuylen, 10-4-1672).
voetnoot369
Georg, Freiherr von Derfflinger, later generaal-veldmaarschalk van Brandenburg (König, Biographisches Lexikon, I).
voetnoot370
Karl Emil von Hohenzollern, in deze tijd de kroonprins.
voetnoot371
De aanstelling van deze ‘Johan Weymar Wrangel, ritmeester der cavalerie’ vond doorgang (Japikse, Notulen Hop en Vivien, 97, 486). Over zijn geweld- en moorddadig optreden daarna: Japikse, Willem III-Bentinck, 2e ged., I, 193, Willem III-Amerongen, 24-2-1673; ARA, Arch. St.-Gen., inv. nr. 8564, fol. 387, Amerongen-Willem III, 2-5-1673). Von Baensch, Familie von Wrangel, 71-72, meldde vruchteloze nasporingen naar zijn afkomst. Wèl had de keizer in 1669 Johann Weinmar Wrangel - toen ritmeester in Munsterse dienst -, na diens verzoek en verklaring ‘von guten ehrlichen Eltern in freiem Stande’ geboren te zijn, in de adelstand verheven, met de toevoeging: ‘von Koldenhoven’.
voetnoot372
Herman Ripperda, natuurlijke zoon van Willem Ripperda, Overijssels gedeputeerde ter Generaliteit en afgevaardigde op het vredescongres van Munster. Christiaen Huygens meldde de veroordeling tot deportatie naar Oost-Indië van de ‘bastard de Ripperda’, door zijn vader en vele anderen in de gevangenis ‘par curiosité’ bezocht (Oeuvres, I, 126: Christiaen-broer Constantijn Huygens, 6-4-1650). Klachten over diens bedrog (onder voorgeven van legitieme geboorte), oplichting en bloedige geweldpleging in vele landen: GAG, Notarieel archief, not. L. Rietraet, 43-289: 13-1-1648, 43-344: 12-3-1648; not. A. van der Drift, 58-10: en 58-12: 13-1-1648. In 1668 trachtte Willem Ripperda tevergeefs twee onwettige zonen, Amelis en Herman Otto, door een nieuw huwelijk te legitimeren (NNBW, VI, 1192-1193; Nanninga Uitterdijk, ‘Het tweede huwelijk van Wilhelm Ripperda’).
voetnoot373
In 1671 was tot ritmeester benoemd Caspar Frederick van Graeffschap (Res. St. v. Holl., 17-2-1671). Deze ‘Graaffschafft’ was in 1672 nog in dienst en gestationeerd in Steenwijk (Van Sypesteyn, Verdediging van Nederland, I, bijlage I, 97). Fahne, Westphälische Geschlechter, 178, vermeldt een geslacht met de naam ‘Graffschaft’.
voetnoot374
Cornelis van Vlooswijck, burgemeester van Amsterdam.
voetnoot375
Amerongen suggereert de invloed van Cornelis' zoon Nicolaes van Vlooswijck, heer van Papenkop, cornet bij de cavalerie. Diens schaking in 1663 van zijn (latere) vrouw Leonora Constantia van der Meyden - die in tweede echt huwde met Godard Willem van Tuyll van Serooskerken, heer van Welland - had algemeen opzien gebaard (Elias, Vroedschap Amsterdam, I, 483-484).
voetnoot376
Frederik, zoon van Ernst Günther van Holstein-Sonderburg, uit de Augustenburgse linie van deze wijdvertakte familie, en Augusta, dochter van Philipp van Holstein-Sonderburg-Glücksburg en zuster van Dorothea, tweede gemalin van ‘de Grote Keurvorst’ (RAU, AHA, I, inv. nr. 112, Amerongen-Monck, 5-5-1672 en Amerongen-Pöllnitz, 18-5-1672; Zedler, Universal-Lexicon, XIII, kol. 663; Stokvis, Manuel, IIa, 120-121).
voetnoot377
Zie noot 350. De Staten-Generaal vroegen Amerongen op 27 februari 1672 ook Van der Nath te bewegen weer in dienst van de Staat te treden, waartoe hij overigens niet bereid was.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Nederlandse historische bronnen

  • Briefwisseling van Godard Adriaan van Reede van Amerongen en Everard van Weede van Dijkveld (27 maart 1671-28 juli 1672)


auteurs

  • P.H.D. Leupen

  • Murk van der Bijl

  • Herman Quarles van Ufford


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 13 maart 1672