Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandse historische bronnen 9 (1991)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandse historische bronnen 9
Afbeelding van Nederlandse historische bronnen 9Toon afbeelding van titelpagina van Nederlandse historische bronnen 9

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.34 MB)

XML (0.60 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/brieven
non-fictie/geschiedenis-archeologie


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandse historische bronnen 9

(1991)–Anoniem Nederlandse historische bronnen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 122]
[p. 122]

52 Aan Van Weede van Dijkveld

Berlijn, 16 maart 1672Ga naar voetnoot378

 

Mijn Heer, U Wel Ed. schrijvens van den 4. deses heb ick eergisteren tot Potstam, 4 mijlen van hier, alwaer ick mij 3 dagen op ordre van den Curfurst bij hem heb opgehouden, wèl ontfangen ende is mij aengenaem te verstaen, dat de heeren U Wel Ed. nieuwe confraters sich onder den anderen, over het occuperen van de openstaende plaetsen in het eerste lith, sich onderling soo wel hebben verstaen. Mijn neeff, die mij voorhenen daervan had geschreven, heb ick altijt aengeraeden gehadt, dat hij daerin absolutelijck soude volgen U Wel Ed. goetvinden, gelijck hij mij nu schrijft gedaen te hebben, ende soo ick van hem verneme, comt hij daerbij niet qualijck toe, waervoor ick U Wel Ed. dan andermael gedienstelijck bedancke.

Ick hebbe U Wel Ed. met de voorige post wegens den hertoch van Holsteijn geschreven ende meijne alsnoch dat het een goede saeck soude weesen, soo de Staten van Utrecht sulcx believen te doen. Den hertoch van Wolffenbuttel had mij voor 2 maenden ‘en passant’, sijn broeders soon hertoch Anthon UlrichGa naar voetnoot379, een heer van 13 jaeren, tot een compagnie peerden gerecommandeert. Ick hebbe dat in Hollant geschreven, alhoewel ick niet conde geloven dat men daertoe soude resolveren. Nu schrijft de heer Brasser mij van de 10e deses, dat hij ordre becomen heeft dien jongen heer een compagnie peerden aen te bieden, dewelcke se oock heeft aengenomen, ende dat den hertoch deswegen seer van mij is gesatesfeëert, hetwelcke ick wel voor geluck, als sijnde een saecke van weijnich apparentie geweest, mach opneemen. Ick wenschte te weeten, of den heer SpaenGa naar voetnoot380 tot Utrecht heeft aengesproocken ende wat men geresolveert heeft ontrent de doorsnijdinge aen den Luysbosch, waervan ick niet meer en hoore.

Mijn intentie is in 't laetste van deesen maendt naer Saxen te gaen, afwachtende alleen wat den heer Spaen in Den Hage sal hebben verricht. Ick bid dat bij nieuwe wervinge U Wel Ed. ende de goede vrunden mach blijven gerecommandeert de persoon van JonchersGa naar voetnoot381 ende PosterneGa naar voetnoot382, waerover ick hem voor deesen hebbe geschreven. Waermede verblijve - - -

voetnoot378
Aangetroffen in RAU, AHA, I, inv. nr. 112.
voetnoot379
Bedoeld is de zoon van Anton Ulrich, Rudolf August van Brunswijk-Wolfenbüttels broer, namelijk August Friedrich (vgl. Ten Raa, Staatsche leger, V, 247).
voetnoot380
Alexander von Spaen had begin maart besprekingen in Den Haag gevoerd met het oog op de voorgenomen Nederlands-Brandenburgse alliantie, waarbij echter bleek dat de Republiek slechts de helft van de legerkosten wilde dragen en eerst na ondertekening van het traktaat tot uitbetaling der subsidies zou overgaan (RAU, AHA, I, inv. nr. 112, Amerongen-Schadé, 6-3-1672, en inv. nr. 116, Spaen-Amerongen, 5/15-3-1672; vgl. noot 395).
voetnoot381
Johan de Jonchere.
voetnoot382
Gratien de Pusterlé.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Nederlandse historische bronnen

  • Briefwisseling van Godard Adriaan van Reede van Amerongen en Everard van Weede van Dijkveld (27 maart 1671-28 juli 1672)


auteurs

  • P.H.D. Leupen

  • Murk van der Bijl

  • Herman Quarles van Ufford


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 16 maart 1672