Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 2 (1898)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 2
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 2Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.98 MB)

Scans (9.93 MB)

XML (1.24 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 2

(1898)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Waalsche Beweging.

De Wallonisanten zijn dapper in de weer om te verhinderen, dat het wetsvoorstel De Vriendt-Coremans door den Senaat aangenomen zou worden.

Te Brussel belegde de Propagande Wallonne een volksvergadering in het Café d'Lxelles om verzet aan te teekenen tegen het wetsvoorstel. Op die vergadering heeft men een Waal, Labenne hooren uitroepen: ‘Het Vlaamsche ras is verbasterd. Ik wensch uit al mijn krachten de inlijving van België bij de Fransche Republiek.’ In de zaal werd deze wensch begroet met de kreten van: ‘Vive la France!’ Wat toch alles de Waalsche Senatoren niet beletten zal op het aambeeld van de vaderlandsliefde te slaan.

Den 3 April werd ook te Luik een zoogezegde nationale Waalsche Landdag gehouden, die evenwel geen overweldigenden bijval schijnt gehad te hebben. Enkele maatschappijen van buiten Luik zouden daar vertegenwoordigd zijn. De afgevaardigden zouden aan 't station van de Guillemins afgehaald worden en stoetsgewijze naar den Casino Gretry gebracht. Tot opluistering van den stoet moesten kartels dienen met opschriften, waarvan enkele beleedigend voor het Vlaamsche volk waren. O.a. opschriften kon men lezen: ‘Flaminds d'potince, vos n'qwerez qu' de displi. - Li Walleve ax Wallons. - A bas la loi de races. - A bas les traîtres, vive la patrie. - Le flamand obligatoire... jamais! Séparation plutôt que le joug du flamingantisme. D.i. Vlaamsch galgengebroed, gij zoekt niets dan twist; Het Walenland aan de Walen; Weg met de rassenwet; Weg met de verraders, leve het vaderland; Het Vlaamsch verplichtend... nooit! Liever de scheiding dan het juk van flamingantisme!

Wat op die vergadering verteld werd? Dingen in dezen aard: “De Vlamingen willen de Walen in de slavernij brengen! Maar de Walen zijn opgestaan en laten de tanden zien! Wij moeten vereenigd oprukken tegen een muitersvolk, dat van de Walen een verdrukt volk wil maken!” Op de vergadering sprak o.a. tegen de taalrechten van de Vlamingen M. Hallet, gemeenteraadslid en provincieraadslid te... Gent, in Vlaanderen. Die zal bij de volgende verkiezing met zijn kiezers af te rekenen hebben.

Te Antwerpen werd ook op 3 April door een aldaar opgerichte Ligue contre les exagérations flamingantes een vergadering belegd, nadat een andere den voorgaanden Zondag mislukt was. Het ging op deze vergadering nog al woelig toe, want de Vlamingen, getergd door dat verzet tegen hun taalrecht in hun eigen stad, waren talrijk opgekomen, wat aanleiding gaf tot opstootjes en tusschenkomst van de policie, die de sabel trok. In 't gewoel werden een tiental personen gekwetst. Na den afloop van de Waalsche vergadering hielden duizenden Vlamingen een optocht door de stad en meetings werden dadelijk gehouden in drie politieke lokalen: De Vos (liheraal), het Koningske (katholiek), De Werker (socialistisch), waar het woord gevoerd werd door Frans Reinhard, lid van ons algemeen bestuur.

Naar aanleiding van de Waalsche vergaderingen te Antwerpen, werd door de Vlamingen een onpartijdige vergadering belegd op den 11n April in het lokaal Thalia te Antwerpen, waarop de Walen tot tegenspraak uitgenoodigd werden. De vergadering werd voorgezeten door adv. Adolf Pauwels. Er werd gesproken door Max Rooses, Wildiers, Reinhard, Pol de Mont, De Witte ten voordeele van de Wet. We gaan die redevoering voorbij; er is sedert twee jaar zooveel over de Wet gepraat, dat alles, wat ten voordeele kan pleiten, overbekend is.

Belangwekkender was het optreden van twee Walen om de Wet te bestrijden. Alhoewel de Voorzitter ingestaan had voor de vrijheid van het woord, werd het bij tijden woelig in de zaal, wanneer de Vlamingen

[pagina 6]
[p. 6]

boorden, welke buitensporige aanmatiging aan den dag gelegd wordt door de Walen en vooral hier door dat tweetal ten overstaan van 2000 vergaderde Vlamingen. Zoo vond de heer Bertrand “dat de Wet nutteloos was en ongelegen kwam” Voor de Walen natuurlijk. Maar deze hebben over niets te klagen. Alleen de Vlamingen, wier taalrecht in den huidigen toestand gekrenkt is, hebben te oordeelen over de noodzakelijkheid van de wet.

De heer Bertrand “kan zich een wet in twee teksten niet voorstellen; een wet heeft een tekst, geen twee waarop men steunen kan”.

Daarop werd in de zaal geroepen: Wel dan de Vlaamsche tekst in de taal van de meerderheid.’ Verder bestreed de heer Bertrand de taalgelijkheid; ‘Er hoefde geen gelijkheid te bestaan omdat er in België geen twee talen waren. Men spreekt van de Vlaamsche taal. Maar dit bestaat niet. Men heeft het dialect van Antwerpen, dat van Gent, dat van Brugge, enz. Evenzoo voor het Waalsch. Er was in België eene taal, het Fransch; noch de taal van de Walen, noch die van de Vlamingen; maar eene verbindingstaal voor de twee Belgische rassen’. Hevige tegenspraak in de zaal. ‘Gelijkheid was in tegenspraak met de politieke inrichting van ons land. Onmiddellijk na 1830 was het Fransch tot eenige officiëele taal uitgeroepen en op dien grondslag rustte het Belgische Staatsgebouw. Men kwam altijd voor den dag met de taalgelijkheid in Zwitserland. Maar dat was iets heel anders. Zwitserland is geen land in den politieken zin, maar een vereeniging van Bondstaten, een Confédération. België was een land met ééne officiëele taal. In 1830 had men een Belgisch volk, een natie gevormd.’ Zijn deze staatkundige denkbeelden van den heer Bertrand niet zeer merkwaardig en proeft men er niet ten duidelijkste uit, dat de Waalsche Beweging geen ander doel heeft dan een bevoorrechten toestand te bestendigen? Er zijn, wel is waar, in een hoekje van Earopa, zoogenaamde Belgen, door de wisselvalligheden van de Staatkunde opgesloten binnen dezelfde landsgrenzen; maar deze Belgen bestaan uit twee rassen, verschillend in oorsprong en in taal: de Germaansche Vlamingen en de Keltische Walen. Heeft men van België nu in 1830 een zelfstandig land gemaakt, waarom zon dat feit de ondergeschiktheid van een van de Belgische rassen aan 't ander moeten meesleepen, wat toch het geval is, wanneer de taal van het een ondergeschikt is aan de taal van het ander? Dan immers liever de Belgische nationateit opgelost en zoo nocdig een Bond gevormd waardoor èn de waardigheid, èn de zelfstandigheid van de twee Belgische rassen gevrijwaard wordt. De heer Bertrand bestreed de taalwet ‘omdat ze de kennis van het Nederlandsch aan de Walen opdrong. Met de wet zou het onmogelijk zijn voor de Walen om nog ooit een Waalschen Minister te krijgen.’ Wel, ware 't zoo buitensporig. dat ook een Waalsch Minister de twee landstalen kende, zooals ook alle Vlaamsche Ministers die kennen?

Een Vlaming kan met zijn taal alleen, zooals een Vlaamsch redenaar zei: ‘nog geen bruggedraaier worden in zijn eigen Vlaanderen.’ Dat is veel erger!

‘De Walen leeren geen Vlaamsch, zei nog verder de heer Bertrand, omdat ze bij de kennis van het Vlaamsch niet hetzelfde belang hadden als de Vlamingen bij die van het Fransch. Ze zouden het Nederlandsch dan ook nooit leeren!’ Zie dàt was voor de vergadering te kras. Zoo ten overstaan van 2000 Vlamingen, waaronder honderden Fransch hadden geleerd om geen ander reden dan om den Vlaamschonkundigen Waal ten dienste te staan, te komen verklaren: ‘Leert gijlieden maar voort Fransch, om onzentwil; wij verkiezen uw taal niet te leeren’, dat was nu toch àl te driest en nu werd de vergadering waarlijk woelig. Die verklaring schildert den Wallonisant nu eens in al zijn overmoed.

Wat grooter belang zouden de Vlamingen nu toch wel bij de kennis van het Fransch hebben? Wel zijn er kategorieën Vlaamsche burgers, voor wie die kennis van belang, voor sommigen onmisbaar is. Onmisbaar alleen wanneer men te doen krijgt met Nederlandschonkundigen. Dat is alleen het geval voor den Belgischen handelaar in zijn handelsbetrekkingen met Frankrijk en voor den Vlaamschen ambtenaar, die den Belgischen Burger, 'tzij Vlaming of Waal moet ten dienste staan.

Maar niet minder recht is het, dat ook de Waalsche ambtenaar den Belgischen Burger kan ten dienste staan, dus dat hij eveneens de twee laudstalen kenne. Indien voor de handelsbetrekkingen met het Walenland, de kennis van het Fransch onmisbaar is, dan is het omdat de Vlaming sedert 1830 Fransch heeft geleerd ter wille van den Waal om dezen de moeite van het leeren v. het Nederl. te sparen. Dat is een uitslag, verkregen door de verfransching van het onderwijs in Vlaanderen en daarvan plukt de Waal de vrucht. Ander belang bestaat er nu voor de kennis van het Fransch voor den Vlaming in doorsnede niet.

Zijn volledige ontwikkeling van normaal beschaafd mensch kan bij in normale toestanden in en door zijn eigen taal bereiken en wil hij stijgen tot hooger ontwikkeling, dan zal de kennis van het Fransch hem nuttig zijn, maar niet meer dan die van het Engelsch, het Duitsch, waarvan de letterkunde veel uitgebreider is; evenzeer als de keunis van vreemde talen den Franschman voordeelig zijn zal, dien het werkelijk om een rijke, veelzijdige geestesontwikkeling te doen is.

Nu, het doet geen kwaad, dat een Waal ons is komen vertellen, wat hij denkt over de verplichting van het aanleeren van een tweede taal voor ieder van de beide Belgische rassen. Dat, hehalve de krachtige, gezonde verdediging van de wet door twee ander Walen, was het belangwekkendst, wat voorviel in deze vergadering, die in de grootste geestdrift uiteenging.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken