Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 6 (1902)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 6
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 6Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 6

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.24 MB)

Scans (29.30 MB)

XML (1.05 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 6

(1902)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Vlaanderen

Uit Vlaanderen.

De leden van de Zuid-Nederlandsche groep, die de minimum-bijdrage betalen en die dus ‘Neerlandia’ als postabonnement ontvangen, worden beleefd verzocht voor al wat den besteldienst van dit blad betreft, zooals klachten, adresveranderingen, enz., zich uitsluitend te wenden tot hun postkantoor of hunnen brievendrager. De andere leden gelieven te schrijven aan den Penningmeester der groep: den heer Eg. De Backer, Van Hulthemstraat 52, Gent.

Nieuwe toetreders tot het Alg. Ned. Verbond, die wenschen de minimum-bijdrage te betalen, kunnen zich 't best aanmelden door op de post eene inschrijving te nemen op ‘Neerlandia’, voor heel het loopende jaar, tegen storting van fr. 2,75. Enkel zij die verlangen beschermend lid te worden, wezen zoo goed het te laten weten aan den Penningmeester, met opgave van het bedrag, dat zij jaarlijks wenschen te storten.

 

Op 4 Maart greep de 30e uitvoering van Jan Blockx' ‘Bruid der Zee’ te Antwerpen plaats. Deze jubelvertooning, bewijs van den overgrooten bijval van dit stuk, moge het teeken wezen van menigvuldige uitvoeringen van dit kunstwerk buiten Antwerpen's lyrisch tooneel, waar de heeren Tokkie en Judels, de twee verdienstelijke zangers, die sedert jaren deel uitmaken van den troep, benoemd zijn tot bestuurders voor het volgend tooneelseizoen en de heer Edward Keurvels, met H. Fontaine, een van de stichters, tot kunstleider.

De plaats der oprichting voor den nieuwen lyrischen schouwburg is thans aangeduid. Hij zal worden gebouwd aan den ingang van het park, wat alle vrienden der Vlaamsche kunst volmondig goedkeuren. Met hoopvol vertrouwen zien wij dan ook voor Antwerpen's lyrisch tooneel de toekomst te gemoet, vooral daar onze Vlaamsche muziek thans een tijdperk van grooten bloei beleeft.

Nu eindelijk, na jaren zwaren strijd het eerste Vlaamsch lyrisch tooneel in ons land op vaste grondvesten staat, kunnen wij er aan denken ook te Gent voor het verwezenlijken van een Vlaamsche opera te strijden; opdat in de toekomst de werken onzer groote kunstenaars niet eerst in het Fransch zouden worden opgevoerd in het hartje van het Vlaamsche land, zooals met ‘Herbergprinses’ is gebeurd, en opdat wij niet lang nutteloos zouden behoeven te reikhalzen naar de kennismaking met werken zooals ‘De Bruid der Zee,’ die wij te Gent nog niet mochten hooren.

Onder de rubriek Vlaamsche muziek is nog te vermelden een uitvoering van Benoit's Cantaten ‘De Schelde’, ‘De Rijn’ en van zijn ‘Requiem’ te Antwerpen en de ophanden zijnde uitvoering te Gent door de Melomanen van zijn ‘Lucifer,’ welke zal bijgewoond worden door de Gravin van Vlaanderen.

 

* * *

 

De Vlamingen zijn eenigszins verdeeld over het vraagstuk van het gebruik onzer moedertaal in de Kamer van Volksvertegenwoordigers. We staan daar inderdaad voor deze moeilijkheid. De Vlaamsche Kamerleden zouden in alle omstandigheden hunne taal behooren te gebruiken, waardoor de kennis van het Nederlandsch voor de Walen onontbeerlijk worden zou en het aanbreken van den tijd zeer zou worden bespoedigd, waarop alle volksvertegenwoorders de beide landstalen zullen verstaan en alle moeilijkheid op taalgebied dus opgelost zal zijn. Maar, door de huidige onbekendheid der Walen met onze taal, zou zulke handelwijze de Kamer brengen in een overgangstijdperk, waarin de behandeling van al de punten van 's lands bestuur erg belemmerd, zoo niet onmogelijk gemaakt zou worden.

Nu beweren vele Vlaamschgezinden, dat het goede bestuur van het land, zelfs in een overgangstijdperk, niet mag worden opgeofferd aan het bekomen onzer rechten en de Vlaamsche Kamerleden dus vooralsnog geen gebruik moeten maken van het recht, hunne eigene taal te gebruiken bij de bespreking van belangrijke punten, al wordt daardoor de huidige toestand bestendigd. Thans volstaat het voor de Vlaamsche volksvertegenwoordigers niet Fransch te verstaan, maar zij moeten deze taal machtig zijn als ware zij hunne moedertaal, willen zij zich in de Kamer overtuigend voor hun Waalsche medeleden kunnen uitdrukken, terwijl voor de Walen de kennis onzer taal van geener waarde blijft. De toegeving der Vlamingen bemoeilijkt hier dus de gelijkstelling aller Belgen op taalgebied.

Onze overtuiging is, dat, sprake elkeen in de Kamer zijne eigene taal, alleen de onbekenden met de tweede landstaal de schuld der bemoeilijkte besprekingen zouden te dragen hebben. Wij gelooven niet, dat het eene redelijke handelwijze is, dat de Vlamingen de tekortkomingen der Walen, uit opofferingszucht, dekken met de miskenning hunner eigen taal.

 

* * *

 

De Vlaamschgezinden hebben te Gent alle moeite in het werk gesteld om de benoeming van twee Vlaamschonkundige Walen aan het Gentsch Conservatorium te verhinderen, omdat ze overtuigd zijn dat hun onderwijs geene vruchten kan dragen, als zij zich door hunne Vlaamsche leerlingen niet behoorlijk kunnen doen begrijpen. Een klein feit bewijst nu hoezeer zij gelijk hadden. Dezen winter bestuurde een dier heeren, de heer Radoux, een koor op een concert. Dit koor, goed begonnen, liep niet allerbest van stapel. Weet gij hoe de heer Radoux zich daarover verschoonde? ‘Que voulez-vous, je ne sais pas me faire comprendre de ces gens; ce sont presque tous des ouvriers.’ (Wat wilt ge? ik kan me door die lieden niet doen begrijpen; het zijn bijna allen werklieden.)

Kan men op naïever wijze bekennen, dat ook het grootste genie onmachtig staat voor leerlingen, wier taal hij niet begrijpt?

Over eenige maanden zullen de heeren Radoux en Zimmer, de Waalsche Vlaamschonkundige leeraars, moeten bewijzen, dat zij zich onze taal voldoende hebben eigen gemaakt, om in hunne lessen niet meer geneigd te zijn, ze door Fransch te vervangen. Wij zullen er voor waken, dat hun examen ernstig zij, maar blijven toch overtuigd, dat nooit aan een Fransch-onkundigen Vlaming, al ware hij nog zoo knap, dergelijke voorwaarden van

[pagina 42]
[p. 42]

benoeming zouden worden toegestaan in een Waalsch Conservatorium.

* * *

 

Weer is de Hoogeschool van Gent getroffen door het afsterven van een harer leeraars, den heer Motte, en weer hebben de Vlaamsche studenten onzer hoogeschool een verzoekschrift aan den heer Minister gezonden waarbij ze vragen, dat hij voor den opengekomen leerstoel eene der bekwame kandidaten zou kiezen, die in staat zijn in het Nederlandsch te doceeren. Dit verzoekschrift is onderteekend door 33 van de 50 studenten der faculteit van wijsbegeerte en letteren. Slechts 3 studenten verklaarden zich tegen een Nederlandschen leergang; de 14 andere verklaarden, dat het hun onverschillig is in welke taal de leergang gegeven wordt.

* * *

 

We meenden vast dat we te Gent, voor de toepassing van de taalwet op de oefeningen der artillerie de zegepraal behaald hadden. We hadden gerekend buiten den waard. De Flandre Liberale wist mede te deelen, dat het gebleken is na de oefening van 9 Maart, dat ondanks al de moeite, welke majoor Stassinet zich gegeven heeft (!!!) de onderofficieren van het korps nog niet voldoende onderricht zijn om op hunne beurt hun onderhoorigen te drillen en te kommandeeren in het Nederlandsch. De majoor heeft zich daarom genoodzaakt gezien het kommandeeren in het Fransch te hervatten. Zulks ondanks de belofte voor den schijn door den Minister het voorgaande jaar in de Kamer afgelegd na de interpellatie van de hh. Anseele en De Vigne, dat de wet dit jaar zou toegepast worden; ondanks dergelijke belofte door den majoor persoonlijk aan M. De Vigne gedaan; ondanks het feit, dat nu drie jaar geleden de artillerie reeds een vol jaar in 't Nederlandsch was gedrild geworden. Wat een komedie! Te verwonderen is dat niet, daar de Minister te Leuven door zijn eigen Kabinetshoofd, kolonel De Neef de wet laat verkrachten. Toch hebben 38 moedige mannen daar Vlaamsche bevelen geëischt en zijn thans ingedeeld bij een Vlaamsche afdeeling. Doch de overheid oefent drukking uit opdat niet nog meer schutters zich bij die afdeeling zouden aansluiten.

Dat alles laat de Minister gebeuren, hij die ook straffeloos door majoor Stassinet een onderhoorige in 't openbaar liet uitschelden voor sale jésuite. Wie na dergelijke feiten niet overtuigd is, dat de Minister met de franskiljonsche overheid der schutterij samenspant en de wetsverkrachting goedkeurt en aanmoedigt, moet wel blind zijn. Toch laten wij niet los. De Gentsche Tak van het Algemeen Nederlandsch Verbond heeft eens te meer in een aanplakbiljet op de muren der stad krachtig verzet aangeteekend tegen de wetsverkrachting. Maatregelen zullen genomen worden opdat den Minister rekenschap gevraagd worde over zijn medeplichtigheid daaraan. De wet zál eindelijk moeten toegepast worden al moge het nog zooveel tijd en inspanning kosten.

* * *

 

We vermelden in het voorgaande nr. het overlijden van den heer Pieter Geiregat en de milde schenking van 10.000 fr. door hem aan de Gentsche scholen. De Vlaamsche strijd ook werd door hem niet vergeten: aan het Willems-Fonds schonk hij, door de bemiddeling van den heer Minnaert, een som van 1000 fr.

Van een levende, den heer De Hoon, (Brussel), ontving het Willems-Fonds een andere gift van 3000 fr.

Dergelijke voorbeelden verdienen ter navolging aangeprezen te worden: in het streven der Vlaamschgezinden tot ontwikkeling en zedelijke opbeuring van hun volk, moet thans zooveel goeds ongedaan blijven bij gebrek aan de zenuw van den oorlog.

 

* * *

 

Weer hebben we een naam op onze doodenlijst te brengen. Door een talrijke schaar vrienden werd, den tweeden April, naar zijn laatste rustplaats gebracht, ons strijdbaar en altijd strijdvaardig medelid, advocaat Adolf Pauwels, nauwelijks 35 jaar oud. Door den heer Vaes, Deken der advocatenorde, door den heer Van Kerckhoven - Donnez namens den Nederduitschen Bond; door den heer Fl. Heuvelmans, in eigen naam, werd hulde gebracht aan zijn nagedachtenis, die ook in onze waardeering blijft voortleven.

 

* * *

 

De Snellaertkring, Gent, maakt zich op om zijn vijfentwintigjarig bestaan te vieren, terwijl het taalminnend studentengenootschap 't Zal wel gaan, gesticht door Vuylsteke in 1852 en 't welk toen onder zijn leden telde: Tony Bergmann, Karel De Clercq, Rolin Jaecquemijns, Napoleon de Pauw enz. de luisterrijke viering van zijn vijftigjarig bestaan achter den rug heeft. Onder de feestelijkheden, waarmee dit gepaard ging zullen we alleen vermelden de vergadering van Zondagmorgen, 23 Maart, waar een vertegenwoordiger van ieder der geslachten, die elkander hebben opgevolgd in 't Zal wel gaan, zijn herinneringen zou ophalen aan zijn tijd in dien studentenkring. Deze reeks voordrachten, welke bij gebrek aan tijd 's morgens, 's middags op het banket (geen feest zonder banket bij de Vlamingen!) werd voortgezet, maken van dezen dag een historischen dag en zeer is het te wenschen, dat al het wetenswaardige, daar gehoord, door den druk bestendigd en ter algemeene kennis gebracht worde. De feesten werden bijgewoond door de heeren Boddaert, vertegenwoordiger van de Hollandsche studenten in Duitschland, Boelen vertegenwoordiger van de Amsterdamsche, Horst van de Leidsche Hoogeschool, Cohen Stuart, die bekende, dat de Nederlandsche Beweging hem op deze wijze recht smakelijk was gemaakt (cf. zijn brief in 18 Februari.)

* * *

 

Voor de feestzending van Van Lennep's werken, ter herinnering aan de honderdste verjaring van zijn geboortedag, werd in Zuid-Nederland door M. Minnaert ontvangen: 134 fr.

De Van Lennep-commissie is in staat gesteld geworden in het geheel ongeveer 500 stel of 6000 deelen van Mr. Jacob Van Lennep's Romantische Werken te verzenden aan alle ‘Nutsbibliotheken’, alle boekerijen van ‘Ons Huis’ en een aantal andere volksbibliotheken in Noord-Nederland; aan 50 bibliotheken in Zuid-Nederland, 20 in Oost- en West-Indië, 13 in Amerika en 1 te Smyrna. Voor de Boeren-krijgsgevangenen zijn 75 ste of 900 deelen bestemd.

* * *

 

Te Brussel hield Prof. Mac Leod in den Tak van het Algemeen Nederlandsch Verbond een voordracht over de vervlaamsching van de Gentsche Hoogeschool, waarbij hij de aanwezigen aanmaande, zich niet te laten verschalken door de verschillende zoogenaamde stelsels van verzoening, die men tegenover het verslag der commissie van het Antwerpsch Nederlandsch Congres heeft opgeworpen: alle komen op eene fopperij neer voor de Vlamingen.

* * *

 

Ons algemeenbestuurslid, K. Van der Cruyssen, sprak te Brugge in een groote vergadering van den ‘Vlaamschen Gildenbond’ over het wetsvoorstel Coremans. Een verzoekschrift tot aanbeveling van dat wetsvoorstel werd met de handteekeningen der aanwezigen naar de Kamer gezonden. Namens de vergadering zou er aan de Volksvertegenwoordigers van Brugge geschreven worden, opdat zij hunne ondersteuning aan dit wetsvoorstel zouden verleenen.

* * *

 

De Gentsche Senatoren, tot welke de katholieke Landsbond zich gewend heeft met het verzoek, dat ze voor de wet zouden stemmen, schijnen dit niet te zullen doen. Ze beweren, dat dit voorstel afbreuk doet aan de vrijheid van onderwijs.

 

* * *

 

Pharmacopoea, codex medicamentarius, is de naam van het nieuw artsenijboek, bewerkt door eene bijzondere commissie, bestaande uit geneesheeren en apothekers.

Daar dit boek de voorwaarden beschrijft, die de geneesmiddelen moeten vervullen, en de voorschriften opgeeft, volgens welke de apothekers die moeten voorbereiden, bewaren en afleveren, moet het volgens de gelijkheidswet van 22 Mei 1878 in beide landstalen opgesteld zijn.

't Is hetgeen de heer De Backer, volksvertegenwoordiger voor Aalst, den heer minister van landbouw heeft doen opmerken.

Minister Vanderbruggen heeft geantwoord, dat voor dit codex geen andere officiëele taal voorgeschreven is dan het Latijn.

* * *

 

Te Diest (Brabant) kwam een nieuwe Tak van het Algemeen Nederlandsch Verbond tot stand, welke bij zijn oprichting 40 leden telt. Het bestuur is samengesteld uit de hh. G. van Nerom, voorzitter, C. Peeters, schrijver, Van de Walle en Fr. Cresens leden. We brengen een welverdiende hulde aan deze wakkere medeleden, wier toewijding aan de goede zaak het zooverre heeft weten te brengen. Laat ons dan nog een beroep mogen doen op

[pagina 43]
[p. 43]

onze leden te Aalst, Brugge, Leuven, Mechelen en andere plaatsen opdat ze het voorbeeld van het kleine Diest mogen volgen en overgaan tot de oprichting van werkzame Takken in plaats van het te laten bij hun lid zijn. Op meer dan een plaats zijn ze talrijk genoeg om een Tak op te richten; op andere volstaat het nog eenige leden aan te werven om het te kunnen doen. Ons Verbond heeft zeker al veel goed werk verricht; maar hoeveel meer zou het kunnen doen, indien we door de medewerking van talrijke werkzame Takken gesteund werden!

 

***

 

De opvoering van Koning Oedipus door de Nederlandsche Tooneelvereeniging met Louis Bouwmeester, op initiatief van den Gentschen Tak Alg. Ned. Verbond en de vrienden van het Nederlandsch Tooneel heeft thans plaats gehad.

‘Overheerlijk,’ is het oordeel van de kunstminnende Vlamingen; maar ook de Fransche bladen Flandre Libérale en Journal de Gand hebben er opgetogen artikelen over geschreven; zoodat we mogen rekenen, dat het beoogde doel bereikt is: bewijzen, dat Nederland tooneelkunstenaars bezit, die geenszins bij de beste Fransche, die hier ooit optraden, achterstaan. Behalve door Vlaamschgezinden, werd deze vertooning door een aantal personen uit de hoogere standen, die nooit iets anders, dan Fransch spreken, bijgewoond, aangelokt door den roep, die uitgegaan was van Bouwmeester's optreden te Parijs, dat aldus zegenrijke gevolgen heeft gehad. We kunnen zeggen, dat de indruk, door die personen ondergaan, overweldigend is geweest. Ja wel, men moest het bekennen, het Nederlandsch aldus gesproken, is mooi, is voornaam en verdient, wat anders, dan dwaze minachting.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken