Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 11 (1907)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 11
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 11Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 11

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.72 MB)

Scans (28.72 MB)

XML (1.41 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 11

(1907)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Uit onze Takken.

Aalst. Op 8 Mei j.l. bood de Tak aan zijn eere-voorzitter. Dr. Is. Bauwens, een feestmaal aan, dat door een zeventigtal leden werd bijgewoond, waar het heel gezellig toeging en o.a. de heer F. de Hert, Schepen van Onderwijs, de dischgenooten op verschillende liederen vergastte. Bij het nagerecht stelde de heer A. Brijs een heildronk in op den heer Bauwens, waarin hij zijn verdienstens als Vlaamsche strijder, als geleerde en in het bijzonder als werkzaam lid van het A.N.V. deed uitkomen, er op drukkend, dat Dr. Bauwens niet slechts een eere-voorzitter met den naam is, doch steeds de daad aan het woord weet te paren. Als blijk van genegenheid werd hem door den heer Julius Sterck zijn door dezen heer geteekend portret geschonken, dat voortaan in de vergaderzaal zal prijken.

 

Op 25 Mei hield de heer Arnold Huiberts in de ‘Letterkundige Afdeeling’ een voordracht, getuigend van diepe wijsgeerige studie, over ‘Levensbeschouwing en geestelike ontwikkeling’. Op dezelfde vergadering stond ook aan de dagorde: ‘Debat over het wetsvoorstel Coremans en de bespreking in de Kamer’. Nadat de voorafgaande kwestie of, ja dan neen, met het oog op de gevolgen, deze zaak mocht worden behandeld, door de vergadering in bevestigenden zin was opgelost, lichtte de voorzitter, de heer A. Brijs, het bewuste wetsvoorstel toe; hij weerlei de bijzonderste argumenten die er tegen worden ingebracht, onderzocht de verschillende voorgestelde amendementen en kwam tot de slotsom, dat deze den Vlamingen geen bevrediging kunnen schenken.

Het voorstel van het bestuur om de volksvertegenwoordigers van het arrondissement Aalst te verzoeken het wetsvoorstel Coremans ongewijzigd aan te nemen, werd dan ook met algemeene stemmen goedgekeurd. Al de Takken van het A.N.V. werden aangezet in hun kring hetzelfde te doen. De heeren volksvertegenwoordigers J. Rens en Pieter Daens beloofden den Tak per brief, dat zij voor het ongewijzigde wetsvoorstel Coremans zouden stemmen.

 

Op 8 Juni was het de heer V. D'Hondt, die in de ‘Letterkundige Afdeeling’ handelde over ‘De Catharinisten’, een rederijkamer die, naar men beweert, in 1107 te Aalst zou zijn gesticht. Ter gelegenheid van haar achtste eeuwfeest heeft deze tooneelvereeniging een prijskamp uitgeschreven voor het beste werk aan haar geschiedenis gewijd; en het was uit zijn opzoekingen, met het oog daarop ingesteld, dat de heer D'Hondt het een en ander meedeelde.

 

Op 22 Juni sprak de heer J. Fassotte van Boschvoorde over ‘Het Nederlandsch in den Belgischen Handel’. Die voordracht bevatte o.a. de uiteenzetting van het economisch programma van de Vlaamsche Beweging en de heer Fassotte drukte er in 't bijzonder op, dat, wat de vervlaamsching van den handel betreft, men niet uit het oog moet verliezen, dat de kooper de wet stelt aan den verkooper, en er geen twijfel bestaat over de gedragslijn, die de handelaar zal volgen, wanneer hij voor het dilemma gesteld wordt den klant te verliezen of dezen in zijn eigen taal te bedienen.

De zeer belangrijke voordracht van den heer Fassotte werd door de talrijke aanwezigen met veel belangstelling aangehoord.

 

Op 15 Juli had de Tak de Aalstenaars kosteloos uitgenoodigd op het Gulden Sporenfeest, dat in den Stedelijken Schouwburg plaats vond. De ruime zaal was proppensvol. Al de nummers van het keurig samengesteld programma werden onberispelijk uitgevoerd tot groote voldoening van het publiek. De symphonie-maatschappij ‘Door eendracht groot’, die welwillend haar medewerking had verleend, bracht onder het bestuur van den heer Arthur Ghijsbrecht eenige nummers ten gehoore, terwijl het pas samengestelde gemengd koor van 't Verbond, onder de leiding van den heer Gustaaf Pape, op zeer voldoende wijze ‘Zondag’ en ‘Lentegroet’, beide koren van Pol Anri, muziek van K. Miry, uitvoerde.

Doch, wat het meest tot het welgelukken van dien avond heeft bijgedragen, was de uitvoering, door een 100-tal juffrouwen, van de in de Volksliederenavonden aangeleerde liederen. De herhaalde bijvalsbetuigingen golden zoowel den heer G. Pape, die met deze meisjes de liederen ingestudeerd had, als de uitvoersters zelf, die zooveel geduld getoond hadden om zich die mooie Vlaamsche liedjes eigen te maken. Iedereen heeft zich kunnen overtuigen, dat de Aalstersche Tak in zijn nieuwe onderneming zeer wel geslaagd is, en

[pagina 132]
[p. 132]

zich kunnen rekening geven van het nuttig werk, dat hij daardoor op 't getouw heeft gezet.

Als blijk van erkentelijkheid werd den heer Pape, die zoo belangloos de leiding der Liederavonden op zich heeft genomen, zijn welgelukt, vergroot portret aangeboden, dat door den heer J. Sterck gemaakt en geschonken was.

De voorzitter, de heer Achille Brijs, oogstte met zijn voordracht ‘De Grootheid van Vlaanderen, gedurende de eeuw van den slag der Gulden Sporen’ een welverdienden bijval.

Daarin deed hij vooral uitschijnen hoe eensgezind de Vlaamsche krachten in 1302 tegen de Fransche benden oprukten, en door hun overwinning te Groeninghe den grondslag van onze nationale eenheid legden. Doch die eensgezindheid, welke te dien tijde hun zegepraal bewerkte, is thans, ongelukkig, bij de Vlamingen niet meer te vinden. Terwijl de vijand, verpersoonlijkt door al wat Vlaamschhatend is, er met bewonderenswaardige eendracht op uit is om de Vlamingen te verdrukken, zijn deze laatsten verdeeld. Het onvermijdelijk gevolg is, dat ze niet meer ‘winnen wat ze willen’. Ten slotte deed de spreker een krachtigen oproep tot al degenen, die het wel meenen met de toekomst van ons volk, om de doeltreffende middelen aan te wenden, die aan de Vlamingen het bekomen van hun rechten moeten verschaffen.

Dit feest, dat door den burgemeester en een paar raadsleden der stad werd bijgewoond, zal ongetwijfeld goede vruchten opleveren.

 

Antwerpen. Evenals de vorige jaren nam een talrijke schaar zangers van de ‘Liederavonden voor het Volk’ deel aan het feest ter herdenking van den Gulden Sporenslag. Doch de betooging voor het beeld van Conscience gold dit jaar minder de helden van 1302, dan wel de lamlendige houding van veel volksvertegenwoordigers uit de Vlaamsche gewesten. Waren wij den 11 Juli l.l. niet op den vooravond der stemming der Coremans-wet en duidde alles niet aan, dat die stemming, zoo niet ongunstig, dan toch vernederend zou wezen? Ook behandelde de spreker - advocaat E. Schiltz - in zijn rede den toestand, waarin de Vlamingen geplaatst zijn tengevolge van de zonderlinge houding - om geen ander woord te gebruiken - van hun mandatarissen, en nam hij slechts den Sporenslag tot inleiding. Beteekenisvol was dan ook het applaus, waarop sommige gedeelten der redevoering onthaald werden. Na den afloop van de betooging op de Conscienceplaats, begaven zich enkele honderden betoogers naar de woning van Minister Delbeke, waar zij op een wijze, waarvan de bedoeling geen twijfel overliet, te kennen gaven hoe zij over de houding van dezen volksvertegenwoordiger inzake de Coremans-wet dachten.

Van meer beteekenis nog is het feit, dat denzelfden avond gebeurde in de voornaamste voorstad van Antwerpen, te Borgerhout. Daar zwoeren duizend man, niet te rusten, alvorens zij aan de handelwijze van den heer Delbeke, - die in de Kamer vooral het kanton Borgerhout vertegenwoordigt - het gevolg hadden gegeven, dat een soortgelijke handelwijze verdient.

De Tak werkt op het oogenblik krachtig om zijn ledenaantal sterk te vermeerderen, ten einde een macht te vormen, waarmede in sommige omstandigheden zal moeten rekening gehouden worden. Daarom trad het bestuur in onderhandeling met de ‘Verbroedering der Vlaamsche tolbeambten’, een vereeniging, die meer dan 1000 leden telt. Op Zondag 28 Juli werd een openbare vergadering door het A.N.V. belegd voor de leden van die maatschappij. Een 400-tal personen waren in de zaal tegenwoordig en juichten den spreker, Dr. Marten Rudelsheim, geestdriftig toe. De redenaar, na het ontstaan en het doel van het A.N.V. uiteengezet te hebben, deed uitschijnen van welk belang de aansluiting bij het A.N.V. is en kwam tot het besluit dat in vereeniging de macht ligt.

Alles laat voorzien dat deze propagandawerking den gewenschten uitslag zal opleveren.

 

Zooals ieder jaar verleenden ook de ‘Liederavonden voor het Volk’ hun medewerking aan den liederenprijskamp door de stad uitgeschreven en waarvan de uitspraak op 21 Juli in den Koninklijken Schouwburg bekend gemaakt werd. Terwijl de keurraad beraadslaagde, brachten de zangers en zangeressen van de ‘Liederavonden’, onder het bestuur van hun leider, den heer Karel Candael, verschillende nummers van hun repertorium ten gehoore.

 

Op 19 Juli hield de Tak een algemeene vergadering, waar o.a. Dr. J. Lindekens een zeer belangwekkende voordracht over ‘Moderne Dichtkunst’ hield; in zijn hoedanigheid als geneesheer liet hij niet na op het pathologische te wijzen, waarmee, volgens hem, de hedendaagsche Nederlandsche dichtkunst behept is, doch hij deed daarnaast op een uitstekende wijze al het schoone van die dichtkunst kennen.

In diezelfde vergadering werd, naar aanleiding van hetgeen met de Vlaamsche candidaten in de ‘Liberale Associatie’ te Gent gebeurd is, de volgende dagorde aangenomen: ‘Het A.N.V. (Antwerpsche Tak), drukt de hoop uit, dat de liberale Vlamingen van Gent aan de vernedering, die hun van wege de “Liberale Associatie” is aangedaan, het gevolg zullen geven, dat hun waardigheid als Vlamingen hun oplegt’.

 

Brussel. Ter gelegenheid van den 300en geboortedag van Michiel Adriaensz. de Ruijter richtte de Brusselsche Tak op 9 April een feestzitting in, waar de heer Johan Kesler een uitstekende en zeer gewaardeerde voordracht hield over den beroemden Hollandschen admiraal. Door het zanggenootschap ‘Neerlandia’ werden vervolgens, onder de leiding van den heer A. Wilford, verschillende koren uitgevoerd.

Het Bestuur heeft een voorstel ter studie genomen, betreffende ‘Hooger Onderwijs voor het Volk’ en benoemde een commissie, die naar de middelen zal uitzien om dit doel op praktische wijze in de hoofdstad te bereiken.

Verder maakte het Bestuur door omzendbrieven en verdere bekendmakingen propaganda ten gunste van de Vacantieleergangen te Leiden.

Op Zondag 28 Juli werd een alleszins geslaagd uitstapje ingericht naar de Woluwe.

 

Doornik. De Tak van het A.N.V., die hier onder den naam ‘De Vlaamsche Kring’ bestaat, zette geregeld zijn werkzaamheden voort, al deed daaraan het seizoen nog al afbreuk. Iederen eersten Maandag van de maand, heeft regelmatig een vergadering plaats. Daar werden verschillende voordrachten gehouden: door den voorzitter van den Tak, den heer Omer Wattez, over de jongste gebeurtenissen op Vlaamsch gebied; door den heer Froidmont over de Vlaamsche Beweging in geschiedkundig opzicht; door den heer A. Van de Walle over Vlaamsche steden.

De spaarkas, waaraan een dertigtal leden deelnemen, blijft steeds bloeiend, terwijl nog steeds het plan bestaat een pensioenkas in te richten. Daarvoor echter ontbreekt nog altijd de geschikte persoon, die deze taak op zich zou willen nemen.

Ten einde de onverschilligheid te bestrijden en het Vlaamsch-nationaal gevoel wakker te houden, worden de leden iedere maand op de hoogte gesteld van hetgeen door de Vlaamsche Beweging verricht en verkregen werd. Ook is een begin gemaakt met het voortzenden van de gelezen dagbladen aan al de Vlaamschsprekenden, voor zoover zij bekend zijn en aan al de herbergen en handelshuizen, waarvan men weet, dat er Vlaamsch gesproken wordt.

De boekerij werd met eenige werken verrijkt en het schijnt dat de leeslust onder de leden zich eenigsins uitbreikt. Bij de beheerende commissie van de ge-

[pagina 133]
[p. 133]

meente-bibliotheek heeft men aangedrongen, opdat een deel van de gelden gebruikt wordt voor het aanschaffen van Nederlandsche werken en tijdschriften; maar tot nog toe bleef deze poging zonder gevolg.

Het jaarverslag, dat thans in druk is, zal aan al de leden en Vlaamschsprekenden der stad worden gestuurd; ook werd het inrichten van een muzikaalletterkundig feest voor het a.s. winter-seizoen ter studie gelegd.

 

Lier. Tijdens de maand Juni hield de heer Godderis een flinke lezing, waarin hij het nut van het aanleeren van talen deed uitschijnen.

In navolging van de Takken Antwerpen, Brussel, Gent en Mechelen had ook de Liersche Tak gaarne een openbare meeting ten voordeele van het wetsvoorstel Coremans ingericht; in bestuursvergadering werd dan ook besloten dit, met de medewerking van de andere Vlaamsche kringen der stad, te doen; doch daar een der invloedrijkste maatschappijen zich onthield, kon het ontworpen plan niet ten uitvoer worden gebracht.

 

Op Maandag 15 Juli nam de Tak deel aan de betooging, ingericht ter eere van de tooneelmaatschappij de ‘Tony's vrienden’, die in den tooneelprijskamp te Gent verscheidene eerste prijzen behaalde.

 

Op Donderdag 18 Juli hield de letterkundige afdeeling haar maandelijksche vergadering, waar de heer Lambrechts den leden door de lezing van boertige stukken een aangenamen avond bezorgde.

 

Mechelen. Op 30 Mei had in de benedenzaal van het stadhuis de openbare vergadering plaats door den Tak ten voordeele van Coremans' wetsvoorstel ingericht. Al de volksvertegenwoordigers van Mechelen hadden zich laten verontschuldigen. Het woord werd er gevoerd door de heeren P. Tack, M. Sabbe, E. De Keyser, Evrard en door den heer Reinhard van Brussel. Er werd in de verschillende redevoeringen gewezen op de vruchten die de wet van 1883 voor het officieel onderwijs heeft afgeworpen, zoodat het wenschelijk is het vrij onderwijs ook van die vruchten te laten genieten, op de ondoelmatigheid van de voorgestelde amendementen en op het ongegronde van de opgerezen bezwaren, zoodat men tot het besluit kwam de dagorde bij te treden, welke door den ‘Vlaamschen Volksraad’ was aangenomen en deze, namens de vergadering, aan de Wetgevende Kamers en de Mechelsche Volksvertegenwoordigers te zenden.

 

De Tak onderging het verlies van zijn voorzitter, den heer Emmanuel van Fraechem, doctor in de Germaansche philologie, waarvan de teraardebestelling op 2 Juli plaats had. De heer Dr. P. Tack, ondervoorzitter, sprak op het graf een diepgevoelde lijkrede uit, waarin hij hulde bracht aan het helder verstand en de groote verdraagzaamheid van den overledene. De verheffing van zijn volk was het hoofddoel van zijn leven en hij legde een groote werkzaamheid aan den dag in tal van tijdschriften, kunstkringen en Vlaamschgezinde vereenigingen. De tering, die hij zelf zoo treffend heeft beschreven, rukte hem in den bloei van het leven weg. De Tak verliest in hem een zijner beste en ijverigste leden.

 

Oudenaarde. In de laatste vergaderingen der Letterkundige Afdeeling hield de heer Hector Callant een lezing over Jan Van Rijswijck.

De heer H. Van Honsebrouck droeg eenige dichtstukken van Guido Gezelle, voor, terwijl de heer Adv. Maurits Thienpont den leden een aangenamen avond verschafte met zijn lezing over Justus van Maurik.

De heer H. Geerlandt las een schets - eigen werk -: Een uitstapje voor, die nochtans, ondanks verscheidene hoedanigheden, niet dezelfde waarde heeft als zijn Bedevaart naar Kerzelare, op een vorige vergadering voorgedragen.

Door den heer Adv. Leon Félix werd breedvoerig gehandeld over den Oudenaardschen rederijker Matthijs de Casteleyn, ‘priester ende exellent poete moderne’.

De heer Félix toonde met gepaste uittreksels en gedichten aan, hoe Casteleyn factor werd van de rederijkkamers ‘De Kersauw’ en de ‘Pax vobis’; hoe voor hem niets boven de dichtkunst ging; vervolgens, op welke wijze hij de dichtsoorten verdeelde, meest volgens Fransch gebruik, in: rondeel, ballade, referein, kettingdicht en retrograde.

Tegelijkertijd gaf hij een geschiedkundige schets van de gebruiken, welke in den tijd van Matthijs de Casteleyn in zwang waren, wat de inrichting van prijskampen betrof en las ten slotte verschillende soorten gedichten van den bekenden rederijker voor.

Deze voordracht, welke blijk gaf van zeer ernstig onderzoek, vond zeer veel bijval.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken