Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 20 (1916)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 20
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 20Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 20

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.89 MB)

Scans (27.39 MB)

XML (1.46 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 20

(1916)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Het Bureau voor Handelsinlichtingen te Amsterdam.

Deze bekende instelling, directeur de heer O. Kamerlingh Onnes, heeft haar twaalfde jaarverslag den vorm gegeven van een overzicht der ontwikkeling en werkzaamheden sedert de oprichting.

Met dankbaarheid wordt in de allereerste plaats herinnerd aan het bezoek in 1915 van H.M. de Koningin en Z.K.H. Prins Hendrik der Nederlanden, waardoor de particuliere Vereeniging als dienaresse van het algemeen belang werd erkend, in staat om door hare organisatie de bezwaren van de algemeene crisis in Nederland te verminderen.

Het verslag zegt daarover o.m.:

‘Aan het Bureau, dat zijne taak, de handelsbetrekkingen met het buitenland ten dienste van de Nederlandsche belanghebbenden bij Landbouw, Nijverheid, Handel, Visscherij en Verkeer te bevorderen, zoodanig uitvoert, dat een groot deel zijner bemoeiingen buiten mededeeling in het publiek valt, omdat z.i. het Nederlandsche belang in zaken het best gediend wordt door deze wijze van afdoening, bood de vorstelijke belangstelling eene gelegenheid om volledig licht te doen vallen op zijne werkzaamheid.

De adresaanwijzing welke ons archief een zoo groote practische beteekenis verleent, de omvangrijke briefwisseling met het buitenland, die in negen talen gevoerd de correspondentie-bescheiden nu reeds bij honderdduizenden telt, de erkenning van ons initiatief in verre gewesten, dit alles, in twaalf jaren niet zonder moeite opgebouwd, kon worden voorgelegd als een bewijs, dat eene instelling, die haren voorlichtingsarbeid steeds vrij heeft gehouden van het geringste directe of indirecte aandeel in zaken, op de internationale markt eene medewerking heeft verkregen gelijk geene tweede particuliere vereeniging die kan aanwijzen.’

Uit het geschiedkundig overzicht blijkt, met welke moeilijkheden het Bureau te kampen heeft gehad.

Van de in 1907 verkregen samenwerking met de Regeering dagteekent eene nieuwe bladzijde in het geschiedboek der instelling. Het was de uitgesproken wensch van Z. Exc. Minister Veegens, dat het Bureau voor Handelsinlichtingen in zijn ona hankelijk karakter onaangetast, op eigen terrein, maar ook naast, d.w.z. in overleg met de Regeering, zoude samenwerken aan de bevordering der nationale zakenbelangen.

Teneinde de veelzijdigheid der aanvragen, welke uit vreemde landen tot het Bureau werden gericht, te doen uitkomen, en op tal van die artikelen, vruchteloos hier te lande aangevraagd, de aandacht te vestigen als vingerwijzing voor het uitbreiden van bestaande en het stichten van nieuwe industrieën, werden uitvoerige lijsten aangelegd en bijgehouden van gevraagde of aangeboden artikelen in volgorde van de ontvangst genommerd en gesplitst naar de landen van vraag en aanbod, eveneens van de koloniale en andere artikelen, opgenomen in de driemaandelijksche afwisselende tentoonstellingen, waarop door het Koloniaal Museum in het Bureau de aandacht der Nederlandsche belanghebbenden werd gevestigd.

Met genoegen wordt gewezen op de krachtige ontwikkeling van Afdeeling Handel der Regeering en haar belangrijk aandeel in de nationale propaganda, hetwelk het Nederl. Consulaire Corps, veel meer dan vroeger, aanspraak doet maken op de waardeering van allen, wien het verhoogd aanzien van Nederland op de wereldmarkt ter harte gaat.

Uit Genua werd de stichting van een Italiaansch Bureau bericht, dat de werkwijze der Nederlandsche instelling tot voorbeeld koos en in hare aankondiging vleiende beoordeeling uitsprak over het Bureau voor Handelsinlichtingen en zijne beteekenis voor Nederland en zijne Koloniën.

In het 9de jaarverslag kon melding worden gemaakt van de eerste verbouwing, onder toezicht van den architect, den heer H.J. Baanders, Blijkens het oordeel van bekende kunstschilders had het uiterlijk van het Bureau door deze verbouwing aanmerkelijk gewonnen. In de vensters aan de Damrakzijde werden de wapens der elf provinciën geplaatst, benevens die van het Rijk en der Nederlandsche Koloniën

[pagina 165]
[p. 165]


illustratie



illustratie
Bureau voor Handelsinlichtingen te Amsterdam. - Boven: Ontvangzaal. - Onder: Afdeeling adreskaarten en monsters.


[pagina 166]
[p. 166]

in Oost- en West-Indië, een symbool van het streven van het Bureau, om voor alle deelen van het Rijk de propaganda op gelijke wijze te bevorderen. Volgens ontwerp van den beeldhouwer Zijl werd tevens een hoeksteen aangebracht, welke het borstbeeld draagt van Nicolaas Witsen, Amsterdam's grooten burgemeester.

Eenig denkbeeld van de uitgebreidheid der bemoeiingen van het Bureau geeft het aantal schriftelijk behandelde vragen en uitgaande brieven, dat in 1914 b.v. meer dan 115.000 bedroeg.

Men verwachtte gedurende den wereldoorlog een tijdelijke achteruitgang.

In totaal was echter in 1915 het aantal buitenlandsche aanvragen, ter dadelijke afdoening, grooter dan ooit te voren, waarbij viel op te merken, dat overzeesche firma's en landen, die vóór den oorlog aan Nederlandsche artikelen geen of weinig aandacht schonken, thans het bewijs gaven, dat de vroegere aanbieding hun niet was ontgaan.

Een overzicht van de gevraagde en aangeboden artikelen door den binnenlandschen dienst behandeld, is als bijlage aan het verslag toegevoegd. In een tweede bijlage worden vermeld de artikelen, bij het Bureau aangevraagd, waarvan na ruime rondvraag en openbaarmaking moest worden aangenomen, dat zij in Nederland niet worden gemaakt. Moeilijker was de taak van het Bureau in die gevallen, waarin door onvoorziene wijzigingen in de internationale handelsverbindingen de Nederlandsche belanghebbenden verplicht waren nieuwe bronnen voor het betrekken van grondstoffen en producten op te sporen. In weerwil van de veelvuldige officieele verbodsbepalingen en de ernstige belemmeringen in het wereldverkeer kon het niettemin herhaaldelijk de adressen verstrekken in landen, waar firma's tot levering in staat waren. Een en ander zoude onmogelijk zijn geweest indien het Bureau niet beschikt had over een zoo groot buitenlandsch adressenmateriaal, d.w.z. indien het niet in het twaalftal jaren van zijn bestaan zich tot taak gesteld had zijne propagandabemoeiingen uit te breiden en aan bekende handelsfirma's in alle landen kosteloos gegevens te verschaffen, die het Bureau thans in staat stelden op dezelfde firma's een beroep te doen, nu het gold partij te trekken van plaatselijke ervaring in den vreemde, voor bedrijven welke in vroegere jaren voor uitvoer nauwelijks de aandacht in Europa hadden getrokken.

Voorstellen aan vakkringen in Zuid-Amerika om ter verbetering van het slachtvee proeven te nemen met Nederlandsch fokvee, werden met gunstigen uitslag bekroond; een uitgebreide propaganda voor het Nederlandsch fokvee in de vleeschrichting gefokt, bezorgde het Bureau van verschillende zijden uit Brazilië, Chili, Costa Rica en Uruguay aanvragen en opdrachten voor de Nederlandsche fokkers van het genoemde veeslag.

Het verslag eindigt met het bemoedigend woord van Nederlands Vorstin, dat de volledige toewijding aan iedere zaak het slagen moet verzekeren en dat na den oorlog, in den eervollen handelswedstrijd der volken, ongetwijfeld voor het Bureau voor Handelsinlichtingen een arbeidsveld openstaat, waarop het zijne krachten voor Nederland in hooge mate nuttig zal kunnen ontplooien.

* * *

 

Het doet ons genoegen dit overzicht te kunnen eindigen met het terugnemen van een beschuldiging, geuit in de voordracht van den heer Marc. Emants en opgenomen in het April-nr. van Neerlandia, blz. 79, 1ste kolom.

Daarin toch wordt beweerd, dat het Bureau voor Handelsinlichtingen te Amsterdam vóór den oorlog aan Vlamingen nog altijd in het Fransch schreef.

De heer Kamerlingh Onnes heeft die bewering onwaar genoemd en de heer Emants, die zijn artikel reeds in 1914 had opgesteld naar in 1913 verzamelde gegevens, maar dit jaar eerst gelegenheid kreeg het op de Algem. Verg. voor te dragen, kan de gegevens, waarop zijn verwijt berust, niet meer terugvinden. Bovendien is hem gebleken, dat de briefwisseling tusschen het Bureau voor Handelsinlichtingen en het Vlaamsch Handelsverbond steeds in het Nederlandsch heeft plaats gehad.

Red.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken