Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 26 (1922)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 26
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 26Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 26

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.20 MB)

Scans (20.92 MB)

XML (1.12 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 26

(1922)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 1]
[p. 1]

België en Nederland.

Prof. P.J. Blok uit Leiden heeft voor de Delftsche studentenafdeeling van het A.N.V. eene rede gehouden over België en Nederland. Hij begon met te wijzen op de waarde van historische studie voor de kennis der wording van het tegenwoordige, bestaansgrond voor de geschiedenis als wetenschap. Dit beginsel werd toegepast met een beschouwing in vogelvlucht over de geschiedenis van Noord en Zuid ter aanwijzing van het vooral tijdens de Belgische immigratie in en ook na den oorlog door ieder duidelijk gevoeld nationaal en rasverschil. Spr. begon met den Romeinschen tijd, toen Gallia Belgica overwegend Keltisch, het halfwilde Noorden Germaansch was en het Zuiden veel sterker geromaniseerd. Belgica is nog 16 eeuwen vóór gebleven. Het Christendom overheerschte van Frankrijk uit in het Zuiden reeds in de 7de eeuw, in het Noorden onder Iersch-Angelsaksischen invloed eerst in de 9de eeuw. De Noreninvallen waren in het Noorden veel talrijker en intensiever. Feodale maatschappij, ridderwezen, industrie, handel, stedelijke ontwikkeling waren in het Z. ouder en krachtiger. Middeleeuwsch-Fransche beschaving kwam eerst later in het achterlijke N., vooral aan de Henegouwsche en Beiersche vorstenhoven, de Fransche staatsvorm kwam een eeuw later; Brugge en Antwerpen waren veel krachtiger dan Dordt en Amsterdam nog in de 16e eeuw; Vlaamsche gilden-industrie was in de 12de eeuw al ontwikkeld, Hollandsche eerst in de 14de eeuw. Leuven was vóór 't begin der 17de eeuw (Leiden) wetenschappelijk middelpunt. Dit alles wijst er op, dat het Z., zetel der centrale regeering, tot einde 16de eeuw veel meer ontwikkeld en ook verfranscht was dan het N. Dan komt in het N. veel krachtiger de Hervorming, in het Z. spoedig onderdrukt, in het N. sedert den opstand van Holland en Zeeland zegevierend. Willem I tracht nog door de Pacificatie den Bourgondischen staat bijeen te houden, maar het gehoorzame Katholieke Z. (Atrecht 1579) staat scherp tegenover het rebelsche N. onder Protestantsche leiding (Utrecht).

Nationale consolideering begint ± 1600 onder de Aartshertogen in het Z., terwijl het N. snel en schitterend omhoog streeft en het Z. niet slaagt maar zinkt, de goede kans daar verliezend en terugkeerend onder het Spaansch gezag, dan stilstaand op ieder gebied. Het N., de beste krachten van het Z. door immigratie opzuigend, krijgt eigen nationale ontwikkeling; het Z. verliest die meer en meer, (slagveld van Europa). Daar tegenover de Republiek, groote mogendheid, die het Z. door de Schelde-sluiting en later door de oorspronkelijk veel sterkere Barrière knevelt en onder houdt, daardoor ook scherpe nationale tegenstelling bevorderend.

Te dien tijde is er nog geen Belgische natie, wèl een Nederlandsche, steeds verder naar staatseenheid strevend. België werd in 1794 door Frankrijk geannexeerd en is niet onwillig, de Bat. Rep. spartelt tegen, blijft nationaal ook tijdens 1810-'13. Dan bevrijdt het N. zichzelf met Engelsch Pruisische hulp, het Z. moet veroverd worden en wordt aan het N. toegevoegd. Deze verbinding werd een totale mislukking, niet alleen door de fouten der Regeering, maar ook door inwendig verschil (godsdienst, economische en staatskundige ontwikkeling, overheerschende taal). Zoo werd de

[pagina 2]
[p. 2]

scheiding 1830 noodzakelijk, want het waren duidelijk twee natiën. Onder invloed van den taalstrijd, tweede helft 19de eeuw, vooral in congresstemming, ontstaat bij vele Vlamingen soms verlangen naar hereeniging, in het N. meestal koeltjes bejegend. Er is cultureele samenwerking vooral met het Vlaamsche volksdeel, maar dit is iets anders dan nationale. ‘Groot-Nederland’ moet geen politieke maar een cultureele gedachte zijn.

België en Nederland vormen dus twee natiën, aangewezen op goede nabuurschap te midden der groote, op vriendschappelijke samenwerking. Deze te bevorderen is ook de taak van het Alg. Ned. Verbond,, met krachtige versterking van den cultureelen band. Geen inmenging in zaken van Belgische binnenlandsche politiek van onzen kant! Geen annexatie-lust van den anderen. Dit eischt veel beleid en zeemanschap, omdat juist de taalstrijd een politieke strijd in België is geworden: maar van onze zijde is geen inmenging in den politieken taalstrijd aan te bevelen, wèl steunen van de taal. Dat is een moeilijke taak, die dikwijls zal aanleiding geven tot kritiek van heetgebakerden, maar in beider belang niet mag worden verstoord, veel minder opgegeven. Men ziet reeds de resultaten dezer verstandige zelfbeheerschende houding van het A.N.V., in den oorlogstijd en onmiddellijk daarna, in de beginnende herleving der Belgische afdeelingen, deelen als vanouds van het A.N.V. Daarom sta men ook in de politiek van weerszijden niet onwrikbaar op wenschen en rechten, waar levensbelangen op het spel staan van beide zijden, maar wete te geven en te nemen, te schikken en te plooien. (Wielingen, Schelde, kanalisatie Maas enz.)

Spreker eindigde met een beroep te doen op de jongelingschap, de menschen, de leiders van de toekomst, ernstig radende niet te overhaasten, maar te gelooven in de uiteindelijke zegepraal en het nuchterder Nederlandsch-Germaansch verstand niet te laten overheerschen door het opbruisende Belgisch-Keltische gevoel. Zoo kan Groot-Nederland een band vormen tusschen Nederland en België, gelijk tusschen Nederland en Zuid-Afrika, met volledige handhaving der staatkundige zelfstandigheid van de drie staten zelf.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken