Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 30 (1926)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.90 MB)

Scans (27.32 MB)

ebook (4.72 MB)






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 30

(1926)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Groote Cultureele belangen.

Met vreugde ontvingen wij verschillende berichten over nauwe cultureele aanraking tusschen Nederlanders en Afrikaners en zelfs over Nederlandsche cultuur tot Zuid-Afrika komende over Schotland.

Prof. dr. J.P. Lotsy is met groote eerbewijzen in Z.-Afrika ontvangen. De Botanische Vereeniging onder voorzitterschap van Sir Drummond Chaplin bood hem een noenmaal aan; generaal Smuts, een verdienstelijk botanist, begeleidde hem op een wetenschappelijken waarnemingstocht op den Tafelberg en sprak den wensch uit, dat prof. Lotsy spoedig zou terugkomen, daar ‘de hulp van hoogstaande mannen van wetenschap voor de ontwikkeling van Zuid-Afrika van onschatbare waarde is’.

Van den gouverneur en andere hoogwaardigheidsbekleeders ondervond de Nederlandsche hoogleeraar groote hoffelijkheid, voorkomendheid en medewerking.

Prof. Lotsy beveelt de oprichting aan van een wetenschappelijk instituut uitsluitend voor navorschingswerk op botanisch gebied in de Unie en roemt Zuid-Afrika als een onuitputtelijk veld van onderzoek.

Prof. C. van Gelderen ‘kuierde’ onlangs bij prof. dr. Van Rooyen van de Universiteit te Stellenbosch. Dr. W. Rollo, een Schot, die onberispelijk Nederlandsch spreekt en op 28 April een voordracht over ‘De Basken - volk, taal en gewoonten’ hield op uitnoodiging van ‘Die Afrikaner Wetenskaplike Vereniging’, is als lector in de oude talen verbonden aan de Universiteit te Kaapstad. Hij ontving zijn opleiding te Leiden en schakelt dus wel op heel bijzondere wijze drie beschavingen aan elkaar.

***

Op de jaarvergadering van de S.A.-Taalbond en de daaraan verbonden prijsuitdeeling - na zijn examens - komen de groote cultureele belangen, die in Zuid-Afrika verdedigd moeten worden, steeds met buitengewonen nadruk voor den dag, in de toespraken zoowel als in het jaarverslag van ds Geo S. Malen, den verdienstelijken secretaris van den Taalbond. Ook thans in de samenkomst te Paarl. Het verslag is veelal een mengeling van hoop en bezorgdheid. Zoo wordt ditmaal in het hoofdstuk Hooger taalexamen aangeteekend: dat de taal ‘in baie gevalle weinig of niks te wense oorlaat’. Daarentegen gaven de opstellen bij het hoogste taalexamen veel teleurstelling, vooral wegens den overvloed van anglicismen. Zoo werd geschreven: mijners (mijnwerkers), waaras (terwijl), agter al (ten slotte), agter die kinders kijk (op de kinderen letten). Wat het taalmiddel betreft, waarvan de candidaten zich bedienden, blijkt, dat geen

[p. 119]

hunner daarvoor Nederlandsch koos ‘een feit welks beteekenis voor zichzelf spreekt’ schrijft de verslaggever. Dat men er zich over verheugde, blijkt gelukkig niet. Integendeel. Ds. D.G. Malan, eerste predikant van de gemeente te Paarl, waarschuwde in zijn welkomstwoord de studie van het Nederlandsch niet te ver op den achtergrond te schuiven ‘Ons loop gevaar dat ons te ver van die vaste anker van Neerlands kant wegdrijve’, zeide hij. Prof. M.C. Botha zeide o.m.: ‘Met die oog op die taal moet ons meer Nederlands lees en nie so danig bang wees vir Hollandismes nie. Afrikaans is sterk genoeg om daarteen te staan, maar nie te sterk vir die indringende anglisismes nie’. In denzelfden geest liet de voorzitter dr. G.G. Cillie (Stellenbosch) zich uit. Hij betoogde, dat de Taalbond, wel verre van wegens zijn 37-jarigen leeftijd uitgediend te hebben, zooals sommigen meenen, meer en meer zijn bestaan rechtvaardigt.

‘Ons leef in 'n baie interessante tydperk, zeide hij, ons is besig om 'n taal te maak, en die tijd het aangebreek dat daar 'n intensiewe studie van die taal gemaak moet word. Nog by die jongste eksamen papiere is dit duidelik geblyk hoe dat die taal verbrou en mismaak is deur anglisismes en lompe uitdrukkings. Ons moet waak teen die waarheid wat uitgedruk word deur die spreekwoord ‘Wat vuil is word nog vuiler’. - Dit is te betreur dat daar nog baie skole is wat hulle leerlinge nie aanmoedig nie, om vir die afdeling geskiedenis in te gaan nie.

Van veel beteekenis in dit verband is, dat men ook in studentenkringen meer aandacht gaat wijden aan de verengelsching der taal. Die verwording is zoo begrijpelijk! Wanneer de student voor de keus gesteld wordt, in welke taal hij zijn denkbeelden als wetenschappelijk man of kunstenaar wil uiten, weegt de practische waarde van het Engelsch - zijn geldigheid over heel de wereld en het grootere publiek van lezers - heel zwaar. Het gevolg is, dat er meer wetenschappelijke geschriften van Dietsche geleerden in het Engelsch verschijnen dan in het Afrikaansch en dat velen, die een eer konden zijn voor het Afrikaansch, uitsluitend Engelsch schrijven. ‘Dit - zoo merkt de heer Petrus C. Coetzee op in een beschouwing in “Die Weste”, waar de redactie zeer juist “Die geloofsbelijdenis van 'n student” boven schreef - 'is in sekere mate die skuld van ons Afrikaanse tijdskrifte wat in die meeste gevalle nie vir bijdraes wil betaal nie en hul stof skijn beperk tot wat die minderbevoorregtes ook kan geniet. Ons is, so hard besig om die vestings wat ons ingeneem het, grootmoediglik weer aan ons vijande terug te gee’.

Zeer juist merkt Die Burger op ‘Dit is noodsaaklik dat ons (moet) bondgenote aanwerf om ons te versterk in ons strijd. Ons kultuur is nog maar jonk en kan maklik opgaan in en ontaard onder die sterk Engelse kultuur.

 

* * *

 

Het verslag van den secretaris van den Taalbond, hierboven vermeld, maakt tenslotte gewag van de schenkingen van het Alg. Ned. Verbond (Den Haag) van boekprijzen in verband met de Taalexamens, Ons Hoofdbestuur vernam met genoegen, dat zeven Nederlandsche werken als A.N.V. boekprijzen ter waarde van £ 5-5-0 konden worden toegekend en is gevoelig voor de waardeering van dezen geringen steun. Het zou wel wenschen, dat die steun ten minste vijf malen zoo groot kon zijn. De groote cultureele belangen, die hier op het spel taan, zijn het dubbel en dwars waard!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken