Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 31 (1927)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 31
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 31Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 31

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.90 MB)

Scans (28.64 MB)

ebook (4.72 MB)

XML (1.43 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 31

(1927)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 72]
[p. 72]

Nederlanders in den vreemde.

In 1926 en 1927 heeft het Hoofdbestuur van het Algemeen Nederlandsch Verbond een onderzoek ingesteld naar de verspreiding der Nederlanders in het buitenland. Het Hoofdbestuur heeft daarvoor de medewerking gehad van het Ministerie van buitenlandsche zaken. Aan alle Nederlandsche consulaire ambtenaren zijn vragenlijsten gezonden met een vijftal vragen ter beantwoording. Deze vragen luidden aldus:

1.Welke vereenigingen van Nederlanders bestaan in Uw gebied?
Naam:
Adres:
Korte opgave van het doel:
Ledental.
2.Hoeveel Nederlanders zijn er in Uw gebied?
Aantal:
Voornaamste beroepen:
3.Blijven de Nederlanders in Uw gebied hun Nederlandsch karakter bewaren?
Waaruit blijkt dit?
Blijven zij hun moedertaal spreken?
En hun kinderen?
4.Zou Nederlandsch onderwijs in Uw gebied kans van slagen hebben?
5.Bestaat er in Uw gebied behoefte aan een Nederlandsche boekerij tot behoud van de Nederlandsche taal?
Zoo ja, welke soort van boeken zal dan goede diensten kunnen bewijzen?

Men zal misschien de opmerking maken, dat deze vragen wel zeer beknopt gesteld zijn en voor een overzicht van ruimer omvang meer had moeten worden gevraagd, doch het Hoofdbestuur meende de meeste kans van slagen te hebben, wanneer de invulling der lijsten zoo weinig tijdroovend mogelijk werd gemaakt, vertrouwende, dat meer dan een consulaire ambtenaar uit eigen beweging uitvoerige inlichtingen zou verschaffen. De uitkomst heeft deze opvatting recht doen wedervaren.

De vragen 4 en 5 hadden ten doel het onderzoek dadelijk dienstbaar te maken aan de taak van het A.N.V. en ook deze poging is geslaagd. Aan de Boekencommissie is een reeks van namen en adressen, opmerkingen, verzoeken en raadgevingen uit alle oorden der wereld aangeboden.

De uitslag van het onderzoek wordt thans meegedeeld. Tot groote teleurstelling van het Hoofdbestuur is het onderzoek niet volledig geweest, zoodat het volgende overzicht dit ook niet zijn kan. Niettegenstaande allen consulairen ambtenaren vragenlijsten gezonden werden in de taal, die zij volgens de ambtelijke gegevens machtig zijn en einde 1926 aan degenen, die niet geantwoord hadden, een nieuwe lijst gezonden werd, telkens met een toelichting omtrent de bedoeling van het Hoofdbestuur met dit onderzoek, terwijl beide keeren ook vanwege het Ministerie van buitenlandsche zaken op beantwoording werd aangedrongen, is het aantal dergenen, van wie wij niets hoorden zeer groot. Dit is wel te betreuren om meer dan een reden. De bewerking der ingekomen antwoorden is zoo geschied, dat duidelijk blijkt, hoever het onderzoek in ieder land zich heeft kunnen uitstrekken.

Het verslag is bijna uitsluitend gegrond op de gegevens, die de vragenlijsten hebben verschaft. Waar hier en daar van andere gegevens is gebruik gemaakt, is dit vermeld. Het Hoofdbestuur houdt zich intusschen aanbevolen voor verbeteringen en aanvullingen.

De gegevens zullen verwerkt worden in deze volgorde:

Afrika, Australië, Zuid- en Midden-Amerika, Azië, Noord-Amerika, Europa.

Afrika.

Egypte.

Van den consul te Assiout werd geen bericht ontvangen.

In het gebied der consulaten te Alexandrië, Caïro en Suez is een gering aantal Nederlanders gevestigd. In Alexandrië (43) v.n.l. kooplieden, agenten van stoomvaartmaatschappijen en bedienden; in Caïro (± 90): kooplieden, missionarissen, bedienden en, voor wat een 60-tal Nederlandsche onderdanen uit Oost-Indië betreft, studenten aan de Universiteit te El Azhar; in Suez: een viertal, werkzaam bij den quarantaine-dienst, bij een telegraafmaatschappij en bij een petroleumbedrijf.

De consul te Port-Saïd geeft op, dat er daar ter plaatse 4 Nederlandsche families zijn van kanaalloodsen en te Ismaïlia ongeveer 40 gezinnen van bedienden en werklieden. In de laatstgenoemde plaats is een bibliotheek bijeengebracht door verscheidene leden der Nederlandsche kolonie.

Het A.N.V. heeft vertegenwoordigers te:

Caïro: W.J. Lugard, p/a. P.B. 63,

Ismaïlia: J. Boon, kapt. loods b/d. Suez Kanaal - My., Rue de la Haye.

Fransche bezittingen.

Geen antwoord werd ontvangen van de consulaire ambtenaren te Arzeu, Bougie, Conakry, Dahomey, Philippeville, Sjax en Togo. Voor het Congogebied zie men den Belgischen Congo.

Voor Algiers wordt het aantal Nederlanders op ongeveer 200, v.n.l. kooplieden, verspreid over het geheele land, geschat.

In Bona zijn er 2 kooplieden; in Oran eveneens, een koopman en een bediende.

In Tunis worden 6 Nederlanders opgegeven (in Biserta geen), meerendeels renteniers, die jaarlijks Nederland bezoeken.

Voor Senegal en Fransch-Guinea worden ‘ten hoogste drie’ Nederlanders vermeld.

Voor Somaliland worden geen Nederlanders opgegeven.

Voor Madagascar, de Comoren en Mayotte 3, onder welke één priester.

Marokko.

Geen antwoord is ontvangen van de consulaire ambtenaren te Fez. Larache, Rabat, Saffi en Tetuan.

In Tanger bedraagt het aantal Nederlandsche onderdanen 29, waarvan 13 van het mannelijk geslacht. Het voornaamste beroep dezer lieden is inen uitvoerhandel. Verder is er een Nederlandsche kunstschilder, een landbouwer, een rentenier en een behanger, behalve de drogman en de consul-generaal.

In Casablanca worden 9 Nederlandsche onderdanen, van wie 4 mannelijke, opgegeven, eveneens kooplieden.

Ten slotte is er 1 in Marrakesch, die een kleine tegelfabriek heeft.

Van deze 39 Nederlandsche onderdanen spreken er nog slechts 19 onze taal.

In het vreemdelingenlegioen is een groot aantal Nederlanders van geboorte, die zich tot de consulaten te Tanger en Casablanca wenden om Nederlandsche boeken.

(Wordt vervolgd).


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken