Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 32 (1928)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 32
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 32Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 32

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.63 MB)

Scans (26.11 MB)

ebook (4.58 MB)

XML (1.31 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 32

(1928)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Streektalen

Het Friesch en de Friezen.

De eerste vacantieleergang, ingericht door de Provinciale Onderwijscommissie van Friesland, werd 8 - 10 Augustus te Leeuwarden gehouden in de Provinciale bibliotheek. De lessen, alle in de Friesche taal, werden door ongeveer tachtig personen bijgewoond, onder welke 5 uit Duitschland en 18 van buiten de provincie.

Na een inleidend woord van Dr. G.A. Wumkes, die het doel van den leergang uiteenzette, besprak Dr. S.M. Cuperus te Lekkum: Balthasar Bekker en zijn strijd tegen het bijgeloof. Na een overzicht van zijn levensloop werd uiteengezet de strekking van zijn belangrijkste boeken (Vaste spijze, Kometen, Daniël, Betoverde Weereld) en hoe hij bestreed, wat onwaar is en geen wezen heeft, hoe hij wilde te niet doen, wat scheiding maakt tusschen bange of slechte menschen en de heiligende, zegenende Macht.

Hierna verhaalde Dr. J. Botke te Groningen zijn Reis naar Sagelterland. Aangetoond werd de aard van het land, een zandstreek, ingesloten door hooge venen. Drie dorpen hebben daar nog de Friesche taal bewaard, welke overeenkomst heeft met de Friesche taal te onzent. Ook werd een beschrijving gegeven van het boerenhuis, niet van Friesch, maar van Saksisch type.

Dr. O. Postma te Groningen teekende in zijn beschouwing over ‘De Friesche boerderij omstreeks 1600’ het boerenbedrijf uit dien tijd op grond van berichten en getallen uit gedrukte en ongedrukte bronnen en behandelde achtereenvolgens het land, het boerenhuis op weide- en bouwgrond, het bedrijf, de gereedschappen, de hooitijd, enz.

Op den tweeden dag besprak de heer D. Kalma te Huizum, in zijn rede ‘het Friesch als cultuurtaal’, voornamelijk drie dingen: het streven naar een Friesche cultuur, de taak van de taal bij dit streven en de bezwaren, die men hierbij ondervindt. Het verschil tusschen verleden en heden is, dat, terwijl men vroeger deel moest krijgen aan de algemeene cultuur door middel van het Hollandsch, Friesland zich nu geestelijk zelfstandig, en door middel van eigen taal, wil thuis brengen in het groote wereldverband. Verschillende uitingen van nieuw leven worden genoemd en besproken. De bezwaren, die men ondervindt, liggen niet in de hoedanigheid van het Friesch maar in het getal der Friesch sprekenden. Ondertusschen kan op deze wijze nog gemakkelijk het tiendubbele bereikt worden van datgene, wat wij nu bezitten. Over de positie van andere talen in Friesland, voornamelijk van het Hollandsch, behoeft men zich niet bezorgd te maken op één voorwaarde: dat de Friezen zich niet bezorgd behoeven te maken over den stand van het Friesch in Friesland.

Hierna lichtte Magister Doodkorte te Zwolle het Friesch-nationale van den wijsgeerigen kant toe. Lang niet alle nationale dingen zijn ook maar in de verte even nationaal en van hetzelfde belang, b.v. een Friesch meer of een Friesche klank zijn bij lange niet zoo nationaal als het stel Friesche karaktereigenschappen en de instellingen, vooral in het dagelijksche leven van de huiskamer en het werk, die daartoe opvoeden.

's Middags sprak Dr. G.A. Wumkes te Huizum over ‘De

[pagina 145]
[p. 145]

sociale factor in de Friesche letterkunde van de 19de eeuw.’ Hij toonde die aan in vijf verschijnsels, nl. Het Nut van het Algemeen, het liberalisme, de drankstrijd, de schoolstrijd en de arbeidersbeweging.

De heer P. Sipma te Leeuwarden opende den derden dag met zijn inleiding: Fen alre Fresena fridome, een kleine bijdrage tot de Oudfriesche literatuurgeschiedenis. Over de Friesche vrijheid wordt op verschillende plaatsen in de Oudfriesche handschriften en den ouden druk der Friesche wetten gesproken. Deze plaatsen werden aangewezen en tevens werd uitgelegd, waarin die vrijheid, volgens de bronnen bestond, van wien ze gekomen was, hoe verkregen en waarom. Ook is in tal van charters en oorkonden sprake van de Friesche rechten en privileges. Waar dit zoo algemeen voorkomt, is het niet te verwonderen, dat er ook letterkundige bewerkingen van zijn. Teksten in verscheidene handschriften, vaak afwijkend in vorm en bewerking, meest in vrije rijmregels geschreven, zijn voor ons bewaard gebleven.

De heer J. Hof te Leeuwarden sprak daarna over de Friesche Spelling. Hij gaf eerst een overzicht van het ontstaan der zgn. ‘selskipsstavering’ en liet meteen zien, wat daar, volgens zijn meening, aan hapert. Spreker verwacht van een vereenvoudiging - die echter voorzichtig moet worden aangepakt en die niet verder mag gaan dan volstrekt noodig is - nog iets anders dan het vergemakkelijken van lezen en schrijven: hij gelooft, dat bij eenvoudiger, meer ware spelling, de schrijvers des te beter voet bij stuk houden, d.w.z. schrijven in de levende volkstaal. Zooals het nu gaat, dreigt het gevaar, dat wij een zeer afzonderlijke letterkundige taal krijgen, waar het volk niet meer zijn eigen taal in ziet.

Wil men resultaat, dan moet men zich zoo dicht mogelijk aansluiten bij de volkstaal. Men geve kunst, hoogstaande kunst, maar make van de taal geen afzonderlijk kunsttaaltje.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken