Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 34 (1930)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 34
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 34Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 34

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.97 MB)

Scans (26.32 MB)

ebook (5.00 MB)

XML (1.29 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 34

(1930)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Vlaanderen.

De stand der beweging.

Hoe gaat het met den Vlaamschen strijd? Gaan jullie nu werkelijk wat vooruit en, zoo ja, waar kan men dit het best aan merken?

Ziedaar een paar vragen, die vroeger geregeld door den belangstellenden, goedgezinden Noordnederlander aan den ‘Vlaming in de branding’, bij iedere ontmoeting op congres of verbondsdag, werden gesteld. Dat zulks thans niet meer, of nagenoeg niet meer, het geval is, bewijst twee dingen. Ten eerste: dat de vooruitgang der Vlaamsche beweging nu voor iedereen duidelijk is geworden en niet meer wordt betwist; ten tweede: dat de Noordnederlandsche belangstelling in den ontvoogdingsstrijd der Vlaamsche taal- en stamgenooten thans reeds heel wat verder is gekomen dan het stadium der oppervlakkige algemeenheden en zeer velen in het Noorden nu werkelijk tot een dieper inzicht in den aard, het wezen en de dagelijksche tragiek van de onophoudelijke worsteling, waarvan het Vlaamsche land het tooneel is, zijn gekomen, wat ongetwijfeld een voor de Vlamingen en hunne (d.i. de algemeen Nederlandsche) zaak verheugend en bemoedigend verschijnsel mag heeten.

Betwisten kan nu toch niemand meer, dat de offers - de stille en onbekend geblevene niet het minst - door de Vlaamschgezinden sedert een eeuw bijna voor deze volkszaak gebracht, eindelijk tastbare vruchten beginnen te dragen. Zelfs de hardnekkigste en meest verblinde franskiljons moeten het nu wel toegeven en meer dan een onder hen erkende reeds, dat het Vlaamsche idealisme in staat is de bergen van onwil, vooroordeel en stompzinnigheid te verzetten, die dreigden het Vlaamsche volk, als volk, letterlijk te versmachten.

 

Binnen enkele weken treedt de nieuwe wet betreffende het gebruik der talen aan de Rijksuniversiteit te Gent in toepassing. Ongetwijfeld beantwoordt zij niet geheel aan de verwachting van de gestudeerde Vlamingen, die deel uitmaken van de Commissie voor Hooger Onderwijs in Vlaanderen, maar toch is het zeker, dat de geleidelijke vernederlandsching van het Universitaire Onderwijs te Gent, al blijven er enkele vlekken aan kleven, een eerste begin van rechtherstel is, dat moreel en practisch aanzienlijke gevolgen zal hebben. Met deze teruggave aan het Vlaamsche intellect van de onder koning Willem I der Nederlanden, ongetwijfeld toch in de eerste plaats voor de studeerende jeugd der Vlaamsche gewesten opgerichte Rijksuniversiteit, is een bres geschoten in den hoogen muur, die, opgetrokken tusschen de burgerij en het volk in Vlaanderen, dit volk van het internationale geestelijke leven afzonderde.

Er valt echter op dit gebied nog heel veel te doen,

[pagina 138]
[p. 138]

alvorens in Vlaanderen de toestanden weer gewoon zullen zijn, want zelfs na de voltooiïng van het vervlaamschingsproces te Gent zal het Vlaamsche volk enkel nog maar over één Universiteit (te Gent), één vijfde ongeveer van de Vrije Katholieke Universiteit te Leuven, een Landbouwhoogeschool te Gent en de Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde, in dezelfde stad, beschikken. Daartegenover staan dan, volgens het onlangs verschenen ‘Gulden boek’ van het ‘Fonds national de recherche scientifique’, nog altijd niet minder dan 27 in het Vlaamsche land gevestigde Universiteiten, hoogescholen, wetenschappelijke instellingen enz., die, dank zij den geldelijken steun der regeering, in het leven worden gehouden. Maar de Vlaamsche bres is er - voor het eerst sedert honderd jaar - en de traditioneele hardnekkigheid van den Vlaming, een der deugden van ons ras, staat er borg voor, dat het daarbij niet blijven zal.

 

Het geval De Leeuw bracht de eenige oplossing van het legervraagstuk, waarvan de Vlamingen verwachten, dat zij een einde zal maken aan de thans nog altijd voortbestaande misstanden, waarvan de Vlaamsche soldaten aan den IJzer de tragische slachtoffers werden, meer naderbij dan tien jaar werking in en buiten het parlement het vermochten te doen. Op dit gebied is de toestand reeds van dien aard, dat de indeeling der Vlaamsche en Waalsche militieplichtigen, in Vlaamsche en Waalsche legerafdeelingen, respectievelijk aangevoerd en bestuurd in het Nederlandsch en in het Fransch, het uitzicht van een mogelijkheid begint te krijgen.

 

Een Vlaamsche poging tot opruiming van een ouderwetsche burgerlijke rechtspleging, waarbij het nog altijd mogelijk is gebleven, dat Vlaamsche menschen in Vlaanderen, in een voor hen vreemde taal worden gevonnist en, indien ze om een geschreven vertaling van het vonnis verzoeken, ook nog de kosten der vertaling te dragen hebben, moet ongetwijfeld slagen, terwijl met den dag sterker wordt het verzet tegen de, vóór de vacantie van het parlement, door de regeering, op aandringen van Vlaamschvijandige zijde, ingediende wetsvoorstellen, die het mogelijk zouden maken in nagenoeg alle aanzienlijke Vlaamsche gemeenten Fransche lagere scholen - door de gemeenten betaald - op te richten en het lager onderwijs in het Vlaamsche land geheel te verknoeien en te ‘verbeulemansen’. De Vlaamsche Oud-Strijdersbond, het Davidsfonds, de leiders van de machtige Vlaamsche bedevaart naar de graven aan den IJzer, die, 24 Augustus j.l., meer dan 100.000 stambewuste Vlamingen te Dixmuiden bijeenbracht, hebben reeds, naast vele dagbladen en vereenigingen van alle politieke kleur, op het groote gevaar gewezen, dat Vlaanderens aard en taal zouden loopen, als deze voorstellen een meerderheid bij de volksvertegenwoordiging zouden vinden. Blijven de Vlamingen in dezen eendrachtig, dan wordt de aanslag, tegen het wezen zelf van onzen stam in het Zuiden beraamd, zeker verijdeld.

 

Zoo staan de zaken op dit oogenblik. Dat het aanzien van alles, wat Vlaamsch is in België, stijgt en blijft stijgen, zal niemand, die eenigszins de toestanden kent, tegenspreken. De vloed komt op. Niet de Vlaamsche steden alleen, maar zelfs de meest afgelegen dorpen en de tot voor kort nog met verwaalsching bedreigde gemeenten der taalgrens, ontwaken, en het ziet er naar uit, alsof nu eerst de strijd der Vlamingen voor de verovering van het recht zich zelf te zijn, als volk en als met Noord-Nederland nauw verwante cultureele gemeenschap, gaat beginnen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken