Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 40 (1936)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 40
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 40Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 40

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.66 MB)

Scans (46.34 MB)

ebook (6.38 MB)

XML (1.09 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 40

(1936)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 203]
[p. 203]


illustratie
De oude kanonnen van het fort Nieuw-Amsterdam in eere hersteld.


Suriname

Eerbied voor het verleden

Op vele plaatsen van den aardbol, waar onze voorouders zich blijvend of tijdelijk hebben gevestigd, vindt men teekenen hunner vroegere aanwezigheid terug. Somtijds in den aanleg van waterwerken, soms in dien van wegen, somtijds in den vorm van begraafplaatsen. De tand des tijds is evenwel scherp en vooral onder de keerkringen is door klimaatinvloeden en plantengroei veel van hetgeen eenmaal bestond, blijvend aangetast en verloren gegaan. Tot de historische gedenkteekenen evenwel, die in den regel het langst aan de genoemde vernietigende invloeden weerstand hebben geboden, kunnen de plaatselijke versterkingen worden gerekend, die de oude Nederlanders in zoo ruime mate overal hebben opgericht teer verzekering van de veiligheid van lijf en goed.

Eenerzijds ligt dit hieraan, dat het materieel, waaruit forten en vestigingen werden opgericht, in den regel wel van deugdelijke hoedanigheid moest zijn, anderzijds hield men ook bij tegenspoed en zelfs juist dóór tegenspoed de beveiligde punten tot het laatst toe in goeden staat.

Beschikt men in Zuid-Afrika, Ceilon, Java nog over een aantal en in de Molukken zelfs nog een groot aantal dezer zoo duidelijk het verleden te voorschijn roepende aarden en steenen herinneringen uit vroegere tijden, in Ned. Guyana is op dit gebied weinig meer aan den bezoeker te toonen. Het kleine en gedeeltelijk ommantelde Fort Zeelandia, nu feitelijk binnen de stad Paramaribo gelegen, maakt weinig meer den indruk van een sterkte, hoewel het ontegenzeglijk een stuk geschiedenis vertegenwoordigt en verdient in goeden staat te worden gehouden, zij het dan dat het tegenwoordig dienst doet als gevangenis.

Anders is het gesteld met het Fort Nieuw-Amsterdam, gelegen aan de samenvloeiing van de Suriname en Commewijne en ieder bezoeker van Suriname bekend als de eerste plaats, waar van den vasten wal onze driekleur den vreemdeling begroet. Dit onmiskenbaar strategisch punt, heeft bij de ver-

[pagina 204]
[p. 204]

dediging van de Kolonie altijd een hoofdrol gespeeld en eerst in 1907 werd dan ook besloten tot ontruiming van de sterkte. Van den indruk, welken dit fort in zijn goede dagen gaf, vindt de lezer een weergave in een door mij hier achter overgenomen beschrijving van mr. J.J. Hartsinck. Dat tot in het laatste vierde deel der 19de eeuw dit punt als belangrijk werd beschouwd, blijkt wel uit het feit, dat de grootste stukken op dit oogenblik op de wallen aanwezig dagteekenen van 1876 (Armstrong) . Dit begrip aanwezig moet eenigszins cum grano salis worden opgevat. Immers, toen het Bestuur eenmaal had besloten tot ontruiming van de kazerne en het terugtrekken van de bezetting, werd met harde hand een eind gemaakt aan alles wat eenigszins aan de vroegere bestemming kon doen blijven denken. Niet alleen werden poorten en bruggen verwijderd - de aarden wallen moest men wel in hun ouden aarden staat laten - maar de groote kanonnen werden openbaar verkocht. De kleine stukken werkte men in den grond en versterkte er het landingshoofd mede. De grootere werden door den kooper ontdaan van alles wat waarde had en.... mede kon worden genomen. Echter de kanonnen zelve bleken op geen enkele wijze te vervoeren, althans niet zóó, dat dit vervoer niet de opbrengst van het metaal te boven zou gaan. Aldus vond kort geleden de bezoeker van dit uitgestrekt fort nog op vele plaatsen de 101- en 50-ponders aanwezig, maarvraag niet in welken toestand. Gedeeltelijk begroeid, sommige geheel, sommige voor een deel in den bodem verzakt, leverden deze oude getuigen van den wil tot het verdedigen van de Kolonie tegen buitenlandsche invallen een treurig beeld en gaven geen hoog denkbeeld van den historischen zin en van den eerbied voor het verleden van dit deel van het Nederlandsche Rijk. Gelukkig is er sindsdien een verandering ten goede gekomen.

 

Ingevolge den wensch van den tegenwoordigen Gouverneur, Zijne Excellentie Mr. Kielstra, en met medewerking van de Vereeniging voor Nationale Feesten en de Groep Suriname van het Algemeen Nederlandsch Verbond zijn drie der zwaarste kanonnen uit hun graf verheven en weder in batterij geplaatst op den wal, waar zij eertijds stonden. Vanzelfsprekend vormt het geheel geen gevechtsbatterij; het zou technisch en geldelijk onmogelijk zijn geweest deze in den ouden staat op te bouwen. Echter kan uit bijgaande afbeelding blijken, dat de opstelling zoodanig is geschied, dat dit deel van het fort den vroegeren indruk van verwaarloozing geheel heeft verloren en dat deze drie kanonnen, naar wij hopen later gevolgd door meer, in hun nieuwen staat getuigen van den eerbied van het tegenwoordige geslacht voor het verleden. Een volk, dat zijn traditie verwaarloost, heeft geen toekomst. Dat deze traditie door het Nederlandsche volk dikwijls is en wordt verwaarloosd, lijdt geen twijfel. Moge het algemeen anders worden, en mogen de wallen van het Fort Nieuw-Amsterdam in West-Indië evenals die bijvoorbeeld van het Fort Victoria op Ambon in Oost-Indië, die tegenwoordig ook weer in den ouden staat zijn hersteld, den indruk vestigen bij landgenoot en vreemdeling, dat Nederland zijn historische, gedenkteekenen niet vergeet.

P. COOL.

Beschrijving van Guiana of de wilde kust in Zuid-Amerika
door Mr. Jacob Hartsinck (2de deel, blz. 565).

Even voor dat men aan de Commewine nadert, gaat men voorbij twee Redouten, de een, in 't Westen, genaamd Purmerend, onder 't Gouvernement van den Heer Mauritius gesticht; de andere ten Oosten genaamd Leiden, ten tijde van den Heer Gouverneur van der Meer, beide in een laag en verdronken Land opgeworpen. Op den hoek, aan de Zuidzyde, daar de Rivieren Suriname en Commewine, haare Wateren ontlastende, zich vereenigen, is het Fort Nieuw-Amsterdam gebouwd (zynde in den Jaare 1734 begonnen en in 1747 voltooid), wiens Vuur zich kruist met die

[pagina 205]
[p. 205]

van de gemelde twee Redouten. Dit fort beschermt de Ingangen van beide de Rivieren, en voor hetzelve ligt een wyd uitgestrekte Modderbank, die zelfs niet toelaat dat de werken met platboomde Vaartuigen den meesten tijd kunnen genaderd werden; gelijk ook de overliggende Redouten Purmerend en Leiden, tusschen welke beide, de Schepen door moeten, en by den minsten zwaay vast raaken, 't geen dikwyls gebeurt, voor al als ze de Commewine open krijgen, waaruit altyd valwinden komen.

Deeze Fortres is een regelmaatige vijfhoek van Aardewerk, wel drie quartier uurs in den omtrekt bestaande uit vijf Bolwerken met genoegsaam geschut van 24 en 18 eb bals voorzien; dezelve is omgeeven met extra breede Watergragten, en een bedekte weg en glacis in welke drie places d'Armes of Wapenplaatsen zyn, waar van twee de Rivier van Suriname en een de Commewine bestrijken, met behoorlyke traversen of afsnydingen verstrekt, het glacis rust op een wal van Rotssteen onder water tegens het wegzakken. Regt voor de punt, welke deeze Rivieren maaken, legt de de gemelde Modderbank alwaar de Sluys in het glacis is gelegt om het water in de Gragten te verversschen, en het omgelegen Land onder te zetten; van deze Sluis af tot aan de Wapenplaats langs Suriname ligt een Battery met zwaar geschut voorzien. Binnen deeze Fortresse zyn de Wooningen der Hoofd-Officieren en Casernen voor Soldaaten, een Smeedery, Timmerloots, en genoegsaame Magasynen; als mede een Koorn Wind Moolen, Kruitmagazyn, en een Regenbak van meer dan duizend Tonnen water. Midden door het Fort loopt een weg beplant met Oranjeboomen, langs welke men over een brug die over de Gragten legt naar de Societeits Kostgronden kan gaan als mede na de Landingsplaats over een gegraven Kanaal, dat met een Winkelhaak in de nabygelegene Kreek uitwatert, zo als in de nevensgaande, Grondtekening werd aangewezen. De Standplaats van het gedachte Fort werd eertyds het TYGERSHOL genaamd, zynde een zeer laage en Moerassige Grond.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • P. Cool

  • Jan Jacob Hartsinck


landen

  • over Suriname

  • over Caribisch deel van het Nederlandse Koninkrijk