Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 61 (1957)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 61
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 61Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 61

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 61

(1957)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 70]
[p. 70]

Een grote dag voor Nederland
Delta-plan aanvaard

Dinsdag 5 november, reeds dicht bij het middernachtelijk uur, na een zeer spannende zitting, nam de Tweede Kamer der Staten Generaal met 106 tegen 7 stemmen het ontwerp-Deltawet aan. De tegenstemmers hadden niets tegen het Deltaplan, maar meenden, dat het ontwerp, zoals het na aanneming van het amendement-Biewenga luidde, strijdig met de grondwet was geworden. Minister Algera kon dan ook zijn vreugde uitspreken over het frit, dat de Kamer eenparig het standpunt van de regering, dat het Deltaplan behoort te worden uitgevoerd, huldigen, zodat de regering zich geruggesteund gevoelt door het gehele Nederlandse yolk. Bij een reusachtig plan als dit behoren regering en volksvertegenwoordiging zij aan zij te staan.

Groots werk van een kwart eeuw

MET EEN TERUGBLIK naar de donkere februaridagen van het jaar 1953 zag hij met vertrouwen op naar allen, die thans zullen worden geroepen om het Deltaplan uit te voeren. Tegenslagen zullen daarbij zeker niet uitblijven. Maar het vertrouwen in dit plan zal niet alleen de regering aanmoedigen, maar ook hen, die de moeilijkheden zullen hebben te overwinnen en de uitvoering van de plannen moeten doen slagen.

In vijf en twintig jaren moeten de werken van het Deltaplan worden uitgevoerd. Minister Algra is niet bevreesd, dat in die tijd zich een herhaling van de ramp van 1953 zal voordoen, daar volgens de kansberekening een dergelijke samenloop van rampzalige omstandigheden eens in de 10.000 jaren kan worden verwacht.

De voorzitter van de Tweede Kamer, mr. L.G. Kortenhorst, wenste na de stemming de regering (aanwezig waren de ministers Algera en Hofstra), de medewerkers van minister Algera en de bestuurscolleges van Zeeland en Noord-Brabant, de leden van de Kamer, maar in het bij zonder het gehele Nederlandse volk geluk, nu een na de stormramp gedane belofte - herhaling van een dergelijke ramp naar 's mensen mogelijkheden te beletten - met het aannemen van dit ontwerp werd ingelost.

De trots van Nederland

BIJ HET OVERDENKEN van dit middernachtelijk besluit wordt men stil, stil bij de gedachte, dat dit kleine Nederland met zijn dikwijls zo kleine en benepen mensen, toch de durf opbrengt ‘ja’ te zeggen tegen alle moeilijkheden, die ons wachten, ‘ja’ te zeggen tegen een plan, dat zelfs een Hercules te machtig zou hebben geleken. En niemand slaat zich op de borst en het kleine landje roept het niet van de daken af, maar de deskundigen buigen zich over de tekeningen en de mannen buiten laten de zandzuigers werken; bouwen aan bouwputten en zullen straks met caissons slepen en overal zal het lied van de arbeid worden gehoord, totdat over vijf en twintig jaren ons vaderland gerust zal kunnen sluimeren achter veilige dammen, die de zee, die vijand van eeuwen, buiten de zeearmen zal sluiten.

Waarom gaat het nu eigenlijk bij deze Delta wer ken? Wij menen er goed aan te doen, ook ter voorlichting van onze leden in het buitenland, daarover in ons maandblad wat te vertellen.

Het standaardwerk over het Deltaplan van H.J. Stuvel, geen dammenbouwer, maar een kundig redacteur van de Nieuwe Rotterdamse Courant, telt bijna 4000 bladzijden. Wij dienen ons dus wel zeer te beperken.

Na de ramp van 31 januari 1953 installeerde de minister van verkeer en water-staat reeds op 21 februari de commissie, welke zou dienen na te gaan of het al dan niet wenselijk zou zijn de zeearmen tussen Westerschelde en de Waterweg af te sluiten.

Reeds in juni 1953 diende deze commissie haar eerste advies in en op 27 februari 1957 haar derde advies, waarin werd aangeraden de zeearmen af te sluiten, in stede van de bestaande dijken te verhogen.

Drie Deltadammen

Met weglating van allerlei kleine of minder grote werken komt het Deltaplan hierop neer, dat drie hoofdafsluitingen worden gemaakt en wel de afsluiting van het Haringvliet, ongeveer ten nooraen van Stellendam, een dam tussen Goeree en Schouwen, ten westen van Brouwershaven en de grootste dam tussen Schouwen en Noord-Beveland, waardoor dus de Oosterschelde wordt afgesloten.

Daarnaast is er het zgn. drieëilandenplan, waaronder wordt verstaan het verenigen van Noord- en Zuid-Beveland met Walcheren door het leggen van dammen in het Veeregat en in de Zandkreek.

Onder de belangrijke bijbehorende werken kunnen we rekenen een dam tussen Duiveland en Overflakkee, een dam in het Volkerak, en niet te vergeten de stormvloedkering in de Hollandse Ussel, ten westen van Ouwerkerk, waaraan reeds in januari 1954 werd begonnen en die het hart van Nederland tegen watersnood zal dienen te beschermen. In deze beweegbare stormvloedkering komen reeds einde 1957 royale schutsluizen.

Verzilting

DIT GROTE DELTAPLAN zal niet alleen worden uitgevoerd om Nederland veilig te stellen tegenover de aanvallen van de zee, maar ook om de waterhuishouding te verbeteren en o.a. de voor land- en tuinbouw zo schadelijke verzilting tegen te gaan.

Het drieëilandenplan is, behalve dat het past in de opzet van de Deltawerken, bijzonder aantrekkelijk, omdat de waterstaat daarbij een schat van ervarinen zal opdoen, die bij het opbouwen in de toekomst van de grote dammen onmisbaar zullen blijken te zijn.

Behalve dat Zeeland en Zuid-Holland beveiligd worden, zullen de eilanden, die eeuwenlang zeer geisoleerd zijn gebleven, straks door belangrijke verkeerswegen worden opgenomen in het grote nationale en internationale verkeer.

 

VAN DE TALLOZE VRAAGSTUKKEN welke bij de uitwerking van de Deltawerken onder de ogen moesten worden gezien zullen we er maar één noemen. Dat is de ijsgang, die in de - na de afdamming - verzoete zeearmen veel sterker zal zijn dan weleer. Maar bovendien moest er rekening mee worden gehouden, dat het ijs, dat van boven ax komt, gemakkelijk op zee kan worden geloosd, opdat zich geen dammen vormen, die noodlottig zouden kunnen zijn voor de dam in het Haringvliet.

 

Ook werd in positieve zin de vraag beantwoord of het verantwoord was een zo groot kapitaal uit te geven en gedurende een reeks van jaren grote aantallen arbeidskrachten te binden.

Men meende op deze vraag voor 100% ‘ja’ te kunnen zeggen, omdat na de uitvoering van de Deltawerken het risico van een ramp als in 1953 tot een aanvaardbaar minimum zal zijn teruggebracht.

Met het afsluiten van de zeegaten door een betrouwbare, primaire stormvloedkering, waardoor een gladde, gesloten kustlijn wordt gevormd, bereikt men een veel groter veiligheid dan met dijkverhoging, waardoor de moeilijkheden niet tot een oplossing worden gebracht, doch slechts verschoven worden. Verhoging van de dijken zou Waterstaat voor bijzondere moeilijkheden stellen, waarvan de oplossing niet alleen zeer tijdrovend, maar ook zeer kostbaar zou zijn.

Men denke aan de veel dijken, waarlangs dorpen zijn gebouwd, waarin sluizen en bruggen voorkomen, die mét de huizen zouden moeten worden afgebroken. Men denke aan de vele bouw- en weidegronden, die zouden moeten worden onteigend om de voet der dijken aanmerkelijk te verbreden.

Zo zijn de deskundigen, na alle kanten van dit ontzaglijk moeilijke vrna^stuk te hebben bezien, tot de slotsom gekomen, dat uitvoering van het Deltaplan noodzakelijk is.

Dit zijn enkele opmerkingen over het Deltaplan, welke wij ontleenden aan het prachtige werk van de heer H.J. Stuvel.

 

Wanneer we zijn boek nog eens doorbladeren en overdenken, hoe groot ons volk is in tijden, dat het groot moet zijn, dan zouden we in de trant van Demosthenes willen zeggen: ‘Als ik qeen Nederlander was, zou ik Nederlander willen zijn’.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken