Neerlandia. Jaargang 72

[p. 333]

Publikaties

Boeken

Wij ontvingen het Jaarverslag-1967 van de STICUSA (Stichting voor Culturele Samenwerking met Suriname en de Ned. Antillen).

Wanneer men dit 72 bladzijden tellende, met foto's en tekeningen verluchte verslag, ingedeeld in paragrafen voor Suriname, de Ned. Antillen en Nederland, door heeft genomen, kan men slechts met grote waardering getuigen van de eerbiedwaardige arbeid van de STICUSA in de overzeese gebieden, delen van het Koninkrijk.

De betekenis van de film, muziek, toneel, dans, beeldende kunsten en tentoonstellingen, pers, radio en televisie, de cultuurwetenschappelijke arbeid (bezoek van prof. dr. Garmt Stuiveling, dr. P. Glazema, de ethnoloog Italiaander, prof. mr. G.J. Scholten, prof. dr. Hart de Ruyter, hoogleraar in de kinderpsychiatrie), wordt in het jaarverslag op prettige en sprekende manier duidelijk gemaakt.

Het slot bevat een financieel overzicht, gegevens over de bedragen voor de diverse onderdelen uitgetrokken en voor het volgend jaar geraamd.

Het dagelijks bestuur staat onder leiding van mr. H.J. Reinink, een naam die bij A.N.V.-leden geen onbekende klank heeft.

Tijdschriften

‘Mededelingen’ (driemaandelijks Ledenblad van het Davidsfonds), aug. 1968.

Het derde nummer van de eerste jaargang van dit kwartaalblad houdt zich o.a. bezig met het nieuwe ministerie Eyskens-Merlot, in het bijzonder met de grote vraagstukken van België: de overheveling van Leuven, waar afwachten nog steeds de boodschap is, de culturele autonomie, die ook nog waar gemaakt moet worden, een paritair cultureel college te Brussel, waar ook al een zekere gereserveerdheid wordt aanbevolen, dan de verkapte overheveling van de Voerstreek, voorts de tweetalige scholen te Brussel, die een volkomen overbodigheid worden genoemd.

‘Mededelingen’ komt dan met een sterke aanbeveling van het versterken van de ‘gewestbonden’, o.a. ter bevordering van de contacten onder DF-bestuurs- en kaderleden van eenzelfde streek, voorts ter verhoging van de deskundigheid van de kaderleden, uitbouwing van een regionale programmaplan en zo te realiseren wat vandaag één afdeling niet meer alleen aankan.

In een derde artikel betreurt het DF het tekort aan participatie van de mens in en vanuit het Davidsfonds aan het tijdsgebeuren: de vernieuwing van de kerk, culturele democratisering, cultuurspreiding, toneel- en leesclubs, ontmoetingen met kunstenaars, ontwikkelingshulp, oorlog en vrede, nieuwe maatschappijstructuren, geweld en geweldloosheid, oecumenisch wereldbewustzijn.

‘Circuit’-23

Nummer 23 van dit in het Engels uitgegeven kwartaalblad, dat een schakel wil zijn tussen alle vrienden van Nederland over de gehele wereld, is er weer zeer goed in geslaagd een beeld van Nederland te geven, dat het onder Nederlanders in den vreemde en vrienden van Nederland uitstekend zal doen.

Het eerste artikel voert ons naar de Zuiderzeewerken, die altijd imponerend werken voor hen, die daarvan uit de verte horen. Een wel zeer sprekende foto geeft aan hoe de Noordoostpolder met Urk aan Overijsel en Friesland (Lemmer) wordt gekoppeld.

Over Urk, dat in 1968 het feit herdacht, dat in 968, tien eeuwen geleden, Urk werd geschonken aan een klooster in Elten door keizer Otto I (uit het Saksische huis, 936-973) treffen wij ettelijke interessante en fraai met foto's verluchte bladzijden aan (o.a. een afschrift van de schenkingsbrief van Otto I).

Hierop volgt een bijdrage over: het Institute of Social Studies in het Oude Hof, de studenten en het onderwijs.

Van het Oude Hof voert ons de redactie naar het Haagse Mauritshuis met reproducties in kleuren van Jan Steens ‘Vrolijk gezelschap’ en Johannes Vermeers ‘Meisje met de parel’.

Een minder romantische bladzijde over het fiscale klimaat in Nederland leert ons echter ook dat geld nog altijd de nervus rerum is en dat het dus wel goed is als een land over een goed minister van financiën beschikt. Tot slot een artikel van J.G. Schumacher over de buitenlandse arbeiders in Nederland.