Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 73 (1969)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 73
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 73Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 73

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 73

(1969)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 241]
[p. 241]

Taalgebruik in regeringsstukken

Een brief van het bestuur van het A.N.V. aan de Nederlandse minister-president

Het is niet altijd eenvoudig vreemde woorden in onze taal te vermijden. De omstandigheden dragen daartoe bij, zoals de grote invloed van andere talen. Het onnodig gebruiken van vreemde woorden en uitdrukkingen dient vermeden te worden vooral wanneer er een goed bruikbaar Nederlands woord is te vinden.

 

Over het gebruik van vreemde woorden in overheidsstukken heeft het bestuur van het A.N.V. zich tot de Nederlandse minister-president gericht in een brief met bijlagen. Wij geven hieronder de tekst van de brief weer:

 

‘Het zal U ongetwijfeld bekend zijn dat het Algemeen Nederlands Verbond de overtuiging is toegedaan dat het behoud, het welzijn en de verdere ontplooiing van de Nederlandse cultuur- en taalgemeenschap voor ons allen - van welke levensbeschouwing, politieke gezindheid of leeftijd wij ook zijn - van grote waarde is. Daarvan uitgaande neemt het de vrijheid het volgende onder Uw aandacht te brengen.

 

Het Verbond is verontrust door het veelvuldig gebruik in de schrijftaal en de spreektaal van vreemde woorden en uitdrukkingen. Het weet zeer goed dat daarvoor vele oorzaken kunnen worden aangewezen en ook dat aldus een netelig vraagstuk, met vele voetangels en klemmen, wordt aangesneden. Zuiverheid van taal is een niet hanteerbaar begrip en zo roept ook het spreken over “vreemde” woorden en uitdrukkingen al dadelijk tal van problemen op. Maar dat betekent niet dat het onnodig, zonder enige terughoudendheid en dikwijls alleen uit gemakzucht, gebruiken van voor velen niet verstaanbare vreemde woorden, in gevallen waarin ook algemeen bekende Nederlandse woorden bestaan, kan worden goedgepraat. Het is tegen dit misbruik dat het Verbond, dat in onze taal één van de symbolen van het eigen karakter en één van de draagvlakken van de Nederlandse cultuur ziet, zich wil richten. Over het bestaan van dit groeiende misbruik kan naar de mening van het Verbond geen twijfel bestaan. Wie kennis neemt van publikaties in de pers, van radio- en televisieprogramma's, van reclamemateriaal enz. kan zonder moeite vaststellen dat zij in vele gevallen wemelen van moeilijke en voor velen onbegrijpelijke termen.

 

Ook indien men het gebruik van de taal niet anders zou zien dan als een middel om gedachten en informatie aan anderen over te brengen, dan staat toch in ieder geval vast dat bij deze woekering dit doel dikwijls wordt gemist,

[pagina 242]
[p. 242]

althans dat wat men wil zeggen slechts gebrekkig overkomt. Het is nu eenmaal zo dat Nederlanders gewoon Nederlands het beste verstaan en de schakeringen daarvan kunnen aanvoelen. Het gaat hier ook om een eis van welbegrepen democratie aangezien het bedoelde misbruik in het bijzonder tekort doet aan die landgenoten wier vreemde woordenschat beperkt is; hun belangstelling voor vreemde zaken wordt aldus ondergraven, terwijl zij juist moet worden bevorderd. Een zekere “vervreemding” treedt op.

 

Het Verbond is van mening dat toch wel in de eerste plaats van de overheid mag worden verwacht dat zij Nederlanders in gewoon, duidelijk Nederlands aanspreekt en dat zij, zeker in deze tijd, zo ook het goede voorbeeld geeft aan andere taalgebruikers. Het Verbond meent echter eveneens dat in vele van de overheid uitgaande stukken aan die eis geen of te weinig aandacht wordt geschonken en dat daarin niet zelden van ernstige tekortkomingen moet worden gesproken.

 

Het Verbond heeft nagegaan of zijn algemene indruk dienaangaande juist is. Het heeft daartoe een aantal van de overheid uitgegane stukken uit dit oogpunt bezien en daardoor zijn mening bevestigd gevonden. Het onderzoek heeft betrekking gehad op, willekeurig gekozen, memories (of nota's) van toelichting behorende bij in 1968 of 1969 ingediende ontwerpen van wet of aangeboden verdragen afkomstig van de verschillende ministeries. De stukken zijn vermeld in het onderdeel B van de bijlage bij deze brief.

Het Verbond veroorlooft zich in onderdeel C van bedoelde bijlage een aantal in die stukken voorkomende woorden en zinswendingen onder Uw aandacht te brengen, die naar zijn inzicht vermeden hadden moeten worden en waarbij de tekst is aangegeven die naar zijn mening zonder moeite en met meer duidelijkheid had kunnen worden gebruikt. Het stelt er prijs op te verklaren dat het deze lijst alleen toevoegt om een feitelijke ondergrond aan zijn kritiek te geven en het verwijt te ontgaan geheel in het vage en in het algemene te blijven. Het Verbond heeft niet de indruk dat de onderzochte stukken slechter of beter zouden zijn dan wat overeenkomt met het gemiddelde van overheidsstukken. In vele particuliere publikaties is de woekering belangrijk groter.

 

Overigens heeft het Verbond - zich alleen richtend tegen het bovenbedoeld overdadige gebruik - zich niet tot taak gesteld alle naar zijn mening voor verbetering vatbare woorden en uitdrukkingen onder Uw aandacht te brengen. En verder staat het op het standpunt dat, als aan de andere kant bij enige woorden of uitdrukkingen zou zijn misgetast, dit aan de algemene strekking van zijn betoog niet zou afdoen.

 

Ten slotte gaat in de bijlage vooraf (in onderdeel A) een lijst van in de stukken aangetroffen “moeilijke woorden”. Die lijst heeft niet een kritische strekking in die zin dat zij alle hadden moeten worden vermeden. Zij beoogt enkel een aanduiding te zijn van de omvang van het aangesneden probleem en van de moeilijkheden waarvoor een gemiddelde lezer wordt gesteld.

Het Verbond moge U verzoeken maatregelen in overweging te nemen die tot een meer verantwoord taalgebruik in overheidsstukken leiden en waardoor in ieder geval excessen worden vermeden.

 

Het verbond veroorlooft zich een afschrift van deze brief te zenden aan de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal, terwijl de brief eveneens voor publikatie zal worden vrijgegeven.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken