Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 73 (1969)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 73
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 73Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 73

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 73

(1969)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 273]
[p. 273]

Noord-Zuid integratie
Enkele praktische problemen

In de vorige aflevering van dit blad heb ik onder dezelfde hoofdtitel, ‘Noord-Zuid integratie’, gepoogd 'enkele fundamentele problemen' wat nader uit te diepen, problemen betreffende de achtergrond waarmee we in het integratiestreven rekening te houden hebben en betreffende de toekomstvisie waar we naar mijn mening vanuit dienen te gaan willen we met voldoende perspectief kunnen werken aan de integratie, met name de culturele integratie van Nederland en Vlaanderen. In deze beschouwing werd gesteld, dat een algemeen-Nederlandse integratie aan zou moeten sluiten enerzijds bij het Europese federalisme, anderzijds bij de autonomie, met name op cultureel gebied van Vlaanderen in België. In de actie zal men zich moeten keren, aldus het artikel in het vorige nummer, tegen ieder ouderwets staatsnationalisme. Al zullen we met een werkelijke institutionalisering van de culturele integratie - noodzakelijk wil deze integratie werkelijk wortel schieten - misschien nog een beetje meer geduld moeten hebben dan we vroeger weleens gehoopt hadden, er kan, zo betoogde ik, nu reeds op tal van praktische punten heel wat gedaan worden. Ik beloofde in een volgend artikel hierop terug te komen.

 

Naar mijn gevoel is er geen tegenstelling tussen een ruimere toekomstvisie en het praktische werk van alle dag. Een ruimere toekomstvisie, die niet aansluit bij praktisch alledaags werk, loopt het gevaar verloren te gaan in een onvruchtbare dromerij, die niets meer met enige werkelijkheid heeft uit te staan. Als aan de andere kant het praktische werk van alledag niet geïnspireerd wordt door een toekomstvisie dan is de kans groot, dat men zich vol ijver bezig gaat houden met allerlei detailproblemen zonder deze te situeren in het grotere verband, waardoor aan die detailproblemen, aan de detailoplossingen en aan de daaraan gespendeerde energie slechts zin en inhoud worden gegeven. We moeten voor ogen houden wat we over 10 of 20 jaar

[pagina 274]
[p. 274]

willen bereiken. We moeten nu de fundamenten leggen, in het culturele en sociale leven, die in staat zijn een grotere constructie te dragen. Die fundamenten zijn op tal van gebieden van het sociale en culturele leven reeds gelegd of men is met het grondwerk bezig. Hieronder wordt in het kort weergegeven, wat nu aangepakt of verder ontwikkeld kan worden op tal van gebieden van het culturele leven. Deze opsomming betekent geen volledige inventarisering. Het betreft hier wel enkele van de belangrijkste deelgebieden van een culturele integratie van Noord en Zuid, waarop thans reeds gewerkt wordt of gewerkt zou kunnen worden.

 

I. Onder auspiciën van het Nederlands-Belgisch cultureel akkoord en door de gemengde commissie ter uitvoering van dit akkoord worden tal van activiteiten ondernomen of gestimuleerd, die direct of indirect de culturele integratie van Nederland en Vlaanderen bevorderen. In opzet is dit akkoord gelijk aan de culturele akkoorden, door onze beide landen afzonderlijk met diverse landen gesloten. Voor een wezenlijke culturele integratie van Nederland en Vlaanderen is het Nederlands-Belgisch cultureel akkoord niet ver strekkend genoeg; er zullen andere organen geschapen moeten worden, maar bestaande activiteiten in het kader van het akkoord kunnen nog in grote mate uitgebreid worden. Dit betreft onder meer de uitwisseling van hoogleraren, studenten, kunstenaars en scholieren. Ook bij een eventuele andere opzet van de structuur voor de culturele samenwerking tussen Noord en Zuid - ook dus indien deze zou opgedragen worden aan een Instituut voor de Nederlandse cultuur, waarvan de oprichting onder meer bepleit is op de laatste twee Nederlandse congressen - zouden veel van bovengenoemde activiteiten op dezelfde wijze plaats moeten blijven vinden. Ondertussen dient er naar gestreefd te worden de samenwerking in het kader van het Nederlands-Belgisch cultureel akkoord sterk uit te breiden.

 

II. Al jarenlang vinden de Conferenties der Nederlandse letteren plaats. Op 3 en 4 oktober jl. werd de 19e Conferentie te Antwerpen gehouden. leder jaar vindt de Conferentie plaats, beurtelings in Nederland en België. Zoals de naam aangeeft gaat het bij deze conferenties in de eerste plaats om de samenwerking en integratie op het gebied van de letterkunde. De letterkundigen vormen echter slechts een minderheid van de deelnemers aan de conferenties. Naast de sectie Letterkunde zijn er secties voor Toneel, Bibliotheekwezen, Uitgeverij en Boekhandel en Radio en T.V.. Al is alles gecentreerd rond de letterkunde en vormt de sectie Letterkunde het middelpunt van de conferenties - ze zou althans bij deze opzet het middelpunt moeten vormen -, in feite geschiedt het meest praktische en ook het meest vruchtdragende werk in de andere secties. In theorie hebben deze secties zich alleen bezig te houden met de letterkunde. In de praktijk houden zij zich met allerhande zaken bezig, die soms slechts in de verte iets met letterkunde hebben uit te staan.

 

De sectie Uitgeverij en Boekhandel bijvoorbeeld houdt zich met allerlei zaken bezig, die van belang zijn voor de samenwerking van uitgevers en boekhandelaren uit Noord en Zuid als zodanig. Zo werd op de laatste conferentie besproken, of het niet mogelijk is bij de invoering van een internationaal stelsel voor de identificatie van boeken, het Internationale Standaard Boeknummer Systeem, het Nederlandse taalgebied als één geheel te beschouwen en een groepsindicator voor alle Nederlandstalige publikaties in te voeren.

[pagina 275]
[p. 275]

Natuurlijk is dit ook van belang voor de letterkundige produktie, maar het gaat hier zeer duidelijk niet alleen om de letterkundige produktie.

 

In de sector uitgeverij is, vrijwel ongemerkt, een vrij grote mate van integratie, die op zichzelf niet spectaculair, maar in zijn resultaten van ver strekkende betekenis is, tot stand gekomen, doordat aan de ene kant met name veel Vlaamse auteurs bij Nederlandse uitgeverijen uitgegeven worden, aan de andere kant veel Nederlandse en Vlaamse uitgeverijen samenwerken ofwel in het andere land bijkantoren hebben. Veel wordt in coproduktie uitgebracht.

 

Steeds meer komen toneelgezelschappen uit het noorden in het zuiden en toneelgezelschappen uit het zuiden in het noorden. Toch is het einddoel van een integratie op toneelgebied, die een speelplan voor het gehele Nederlandse taalgebied zou moeten inhouden, nog niet bereikt. Wel kan hier gewezen worden op het verheugende feit, dat het groot-Limburgs toneel de beide Limburgen bedient. Het is het eerste voorbeeld van een werkelijke integratie op het toneelgebied.

In de sectie Bibliotheekwezen worden allerlei, weliswaar doorgaans niet zo heel spectaculaire projecten gezamenlijk op touw gezet. Vele van deze projecten hebben slechts in de verte te maken met Nederlandse letterkunde, hoewel het belangrijkste project dat de sectie thans onderhanden heeft, de voorbereidingen betreft voor het vervaardigen van een bibliografie van de neerlandistiek, een project van zeer grote betekenis voor de studie van de Nederlandse taal- en letterkunde. Tot onze grote schande ontbrak een dergelijk bibliografisch instrument tot op heden vrijwel volkomen.

De sectie Radio en T.V. houdt zich nog het meest aan haar strikte opdracht, de samenwerking op het gebied van de Nederlandse taal- en letterkunde. In de sectie Radio en T.V. is het ook allemaal zeer concreet werk, wat geleverd wordt.

Al kan er nog veel verbetering gebracht worden in de werkwijze van de conferenties en met name van de secties, toch zal dit werk, ook in een andere structuur, in wezen op dezelfde wijze voortgezet moeten worden. Nu kan er naar gestreefd worden het werk van de conferenties te verbreden en te verdiepen. De conferentie biedt ook nu al een basis voor heel wat meer dan een integratie zuiver op het gebied van de Nederlandse letterkunde.

 

III. In Leiden is thans gevestigd het Instituut voor Lexicologie (gefinancierd door de beide regeringen), dat als voornaamste opdracht heeft de bewerking van het Groot Woordenboek der Nederlandse Taal. Het is belangrijk dat deze puur wetenschappelijke onderneming verder uitgebouwd wordt. Met name is het van groot belang, dat meer personeel beschikbaar wordt gesteld voor de eindeloze arbeid, althans schier eindeloze arbeid, aan het woordenboek. Het is bekend dat er tussen filologen al lang een goede samenwerking bestaat, met name in de filologencongressen. Beurtelings vindt het ene jaar in Vlaanderen het Vlaamse filologencongres plaats, het andere jaar in Nederland het Nederlandse filologencongres.

 

IV. In de sector van het volksontwikkelingswerk is de samenwerking bijzonder vruchtbaar en misschien is op dit gebied de integratie wel het verst gevorderd. Op deze plaats zal ik hier verder niet op ingaan, omdat in dit nummer juist een artikel opgenomen is over de conferenties Volksopvoeding. Wel kan nog gezegd worden, dat de Stichting voor de Culturele Integratie van Noord en Zuid zich voor een belangrijk gedeelte beweegt op het gebied

[pagina 276]
[p. 276]

van het volksontwikkelingswerk. Op het werk van deze stichting hopen wij binnenkort in dit blad nog uitvoerig terug te komen. Tenslotte moge wel opgemerkt worden, dat ook in het kader van het volksontwikkelingswerk groot belang gehecht wordt aan de samenwerking in de gebieden langs de Nederlands-Belgische grens, het cultureel grensverkeer.

 

V. Eén van de belangrijkste sectoren voor een culturele integratie van Noord en Zuid is die van het onderwijs in al zijn geledingen. Veel voorbereidend werk is op dit gebied reeds gedaan. Tot het voorbereidende werk zouden wij willen rekenen de gelijkstelling van diploma's op het gebied van het middelbaar onderwijs en van het universitaire onderwijs. Al lang is een gelijkstelling van bv. Nederlandse gymnasium- en H.B.S.-diploma's en diploma's van Belgische athenaea tot stand gekomen. Men kan met een Belgisch athenaeumdiploma gaan studeren aan een Nederlandse universiteit en omgekeerd. Eveneens zijn reeds lang universitaire diploma's aan elkaar gelijk gesteld, zodat men bijvoorbeeld met een Nederlands kandidaatsexamen aan een Belgische universiteit het licentiaatsexamen kan gaan halen. Ook kunnen afgestudeerden in België promoveren aan een Nederlandse universiteit en omgekeerd. Maatschappelijke betekenis had deze gelijkstelling van universitaire diploma's tot voor kort nog niet. Immers aan de diploma's was niet het recht verbonden om in het andere land functies te kunnen uitoefenen. Er was geen effectus civilis. Dit probleem is, voor wat het onderwijs betreft, aan Nederlandse zijde opgelost, nu aan houders van Belgische universitaire diploma's onderwijsbevoegdheid gegeven is aan Nederlandse inrichtingen voor middelbaar en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs. Een soortgelijke Belgische maatregel zal toch wel niet al te lang meer op zich laten wachten. Juist dit effectus civilis-vraagstuk speelt het sterkste in de sector van het onderwijs. Het is deze effectus civilis, die een voorwaarde is voor iedere verdere integratie van het onderwijs van Nederland en Vlaanderen, met name van de onderwijsstelsels in beide landen. Het is precies op dit terrein, dat naar mijn mening het belangrijkste werk dient te geschieden voor een culturele integratie van Nederland en Vlaanderen. Hierbij zou begonnen moeten worden met een aanpassing van de structuren van hoger onderwijs in beide delen van het Nederlandse taalgebied aan elkaar. De voorwaarden hiertoe worden onder meer geschapen door de grotere mate van autonomie van de universiteiten, zowel in Nederland als in België. Door het besluit van de Nederlandse regering om een Medische Faculteit in Maastricht te vestigen, zijn er grote kansen geschapen voor geïntegreerd universitair onderwijs voor de beide Limburgen, dus voor een inter-Limburgse universiteit. Hierop komen we in een van de volgende afleveringen van dit blad nog uitvoerig terug. Het is met name de integratie op onderwijsgebied die van ingrijpende betekenis zal zijn voor de verhouding tussen Nederland en Vlaanderen.

 

Zoals gezegd, bovenstaande opsomming is niet volledig. Ze wil slechts een aanwijzing geven, dat er op zeer veel gebieden op dit ogenblik bijzonder vruchtbaar werk te doen is. Ik meen dat er ook mee aangetoond wordt, dat het, zeker op een wat langere duur, nodig zal zijn al deze los van elkaar, of vrijwel los van elkaar staande initiatieven, ondernemingen, plannen en mogelijkheden meer met elkaar in samenhang te brengen. Het gaat met andere woorden om de hele structuur van de integratie van Nederland en Vlaanderen.

 

W.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken