Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 73 (1969)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 73
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 73Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 73

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 73

(1969)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 282]
[p. 282]

Gesprek met Bert van Kerkhoven over Toneel in Vlaanderen



illustratie
Bert van Kerkhoven


Bert van Kerkhoven is onlangs heengegaan als directeur van de Koninklijke Nederlandse Schouwburg, de K.N.S., te Antwerpen, een functie, die hij zes jaar lang met waardigheid en succes heeft bekleed. Toen de dag naderde, waarop hij zich uit het toneelleven ging terugtrekken, had ondergetekende - die reeds vele jaren met hem bevriend is - het genoegen hem weer te zien. Van Kerkhoven heeft de reis van Antwerpen naar Nederland ondernomen om voor ‘Neerlandia’ een en ander over het toneel in Vlaanderen te vertellen.

 

In een publikatie van het Belgisch Instituut voor Voorlichting en Documentatie heeft Van Kerkhoven een boeiend historisch overzicht van ‘Het Nederlands Toneel in België’ gegeven. Nadat in de 16de eeuw Nederland zich van het Spaanse bewind had bevrijd, is, vier eeuwen lang, in de Vlaamse provincies van België de volkstaal niet meer tot ontwikkeling gekomen. Na het einde van de Tweede Wereldoorlog telde België drie Vlaamse schouwburgen: te Antwerpen, te Gent en te Brussel. Daarbij kwamen nog een paar kleine reisgezelschappen, die vooral op het platteland optraden. De Gentse schouwburg is echter spoedig - op verzoek van het Gentse gemeentebestuur - overgenomen door de Antwerpse K.N.S., die er sindsdien - tot in 1965 - geregeld voorstellingen heeft gegeven.

 

In 1945 werd op voorstel van de dichter Herman Teirlinck door de Belgische regering besloten een ‘Nationaal Toneel’ en een ‘Théâtre National’ op te richten met de bedoeling aan goed toneel een zo ruim mogelijke spreiding in België te geven. Voor het Vlaamse deel van het land viel toen de keuze op de Antwerpse K.N.S., die al bijna een eeuw bestond. In 1947 kwam er een Reizend Volkstheater (R.V.T.) bij. Dit gezelschap kreeg de taak op te treden in kleinere gemeenten, die slechts over bescheiden zalen beschikken.

[pagina 283]
[p. 283]

Hier bleef het niet bij. Op initiatief van Herman Teirlinck werd de ‘Studio van het Nationaal Toneel’ opgericht - eigenlijk een school voor opleiding van toneelspeelsters en -spelers. Antwerpen bezit bovendien ook nog een Jeugdtheater, dat uitsluitend voorstellingen voor jongeren geeft. Het Antwerpse gemeentebestuur steunt dit gezelschap, dat zich in zeer grote belangstelling kan verheugen: Een zaal met ruim duizend plaatsen is doorgaans geheel bezet.

Kamertoneel

Het Kamertoneel, aldus de heer Van Kerkhoven, is een specifiek Vlaamse verschijning. En het Vlaamse land telt niet minder dan negen van deze gezelschappen. Het eerste ontstond te Antwerpen onder de naam ‘Theater op Zolder’. Het dankt zijn bestaan aan Jan van den Broeck, die eerder tot de kleinkunst dan tot het eigenlijke toneel behoort en die, jaren geleden, samen met Tone Brulin ‘die schreef, wilde spelen en registreren’ dit theater oprichtte. Op Antwerpen volgde Gent met zijn ‘Studio 50’, dat zich, in tegenstelling tot het ‘Nederlands Kamertoneel’ te Antwerpen, vooral aan het avant-garde-toneel wijdt. Daarna ontstonden ook nog ‘Antigone’ te Kortrijk, het ‘Mechelse Miniatuurtheater’, het Brusselse ‘Toneel Vandaag’ - inmiddels kreeg Antwerpen er nog een ‘Experimenteel Werktheater’, een ‘Fakkeltheater’ en het alweer verdwenen ‘Laboratorium Vlaams Toneel’ bij. En ten slotte kreeg Brugge een toneelgezelschap met de zonderlinge naam ‘De Korrekelder’.

De schouwburgen beperken zich niet tot voorstellingen in eigen stad, maar treden doorgaans ook elders op. Zo is het mogelijk geworden, dat de Antwerpse K.N.S. niet minder dan 52 voorstellingen van ‘De Zaak Oppenheimer’ van Kipphardt heeft gegeven, evenveel van Miller's ‘Na de Zondeval’ en nog meer van ‘King Lear’ en van ‘Warenar’ heeft gegeven en Van Kerkhoven wijst er terecht op, dat dit aantal, gezien de beperkte omvang van de Vlaamse bevolking toch wel aanzienlijk is.

De schouwburg te Brussel bereikte een gelijk aantal voorstellingen van ‘Wie is bang voor Virgina Woolff’.

Toneelschrijvers

Van Kerkhoven herinnerde er ons aansluitend aan, dat heel wat Vlamingen zich als toneelschrijver verdienstelijk hebben gemaakt. Hij noemde in dit verband Gaston Martens, de auteur van ‘Paradijsvogels’, Jos Janssen, die ‘De Wonderdoktoor’ en ‘De brave Moordenaar’ schiep, en natuurlijk ook Herman Teirlinck en de tot jongere generaties behorende Herig Hensen en Johan Daisne en voorts Hugo Claus, Marcel Coole, Jozef van Hoeck en Tone Brulin en vele anderen. En dan zijn er nog Vlaamse toneelschrijvers, die zich op het experimentele en surrealistische toneel toeleggen en zulks niet zonder succes: want Piet Sterckx, een hunner, heeft door zijn werk de driejaarlijkse Staatsprijs verworven.

In 1963 werd de leiding van de Antwerpse K.N.S. aan Bert van Kerkhoven toevertrouwd en reeds in de drie volgende seizoenen zijn toen in die schouwburg werken van niet minder dan tien Vlaamse auteurs opgevoerd - daarvan vijf als première.

[pagina 284]
[p. 284]

In het buitenland

De Vlaamse toneelgezelschappen treden ook in het buitenland op, maar hier zijn hun mogelijkheden natuurlijk zeer beperkt. Het ligt voor de hand dat Nederland hier voorrang geniet. Reeds voor de Tweede Wereldoorlog trad de Antwerpse K.N.S. elke zomer op in het openluchttheater te Valkenburg bij Maastricht. Na de oorlog heeft de K.N.S. en ook de Brusselse K.V.S. in steeds toenemende mate voorstellingen gegeven in Nederlandse schouwburgen. Elk seizoen kan men deze gezelschappen te zien en te horen krijgen te Maastricht, Tilburg, Eindhoven, Rotterdam, soms ook te Amsterdam en te Middelburg.

Te vermelden is in dit verband nog, dat vooraleer de Congo een onafhankelijke staat werd, de K.N.S. voorstellingen in deze voormalige Belgische kolonie gaf en dan soms zijn reizen tot in Zuid-Afrika voortzette. Een enkele keer - in 1955 - heeft de K.N.S. in het Théâtre des Nations te Parijs voorstellingen gegeven van de bekende middeleeuwse werken ‘Elkerlyc’ en ‘De gekroonde Leerse’. Het Brusselse Kamertoneel is zijnerzijds te Berlijn en te Lissabon opgetreden.

De heer Van Kerkhoven herinnerde er ons ook nog aan, dat te Antwerpen sedert 1958 elk jaar een Internationaal Theaterfestival wordt gehouden, met toenemend succes. Dit jaar hebben er toneelgezelschappen uit Brussel, Keulen, Genève, Parijs en zelfs één uit Japan hun medewerking aan verleend.

 

Zes jaar lang heeft Bert van Kerkhoven de Koninklijke Nederlandse Schouwburg te Antwerpen geleid - maar voordien had hij gedurende zeventien jaar als radioverslaggever zijn toehoorders op de hoogte gehouden van de ontplooiing van het Vlaamse toneel. Als directeur van de K.N.S. heeft hij er (en dat vertelde hij ons niet zelf, maar dat lazen wij in Vlaamse kranten, die zijn verdiensten bij zijn afscheid zeer hebben geroemd) bijzonder naar gestreefd de kwaliteit van de voorstellingen te verhogen. Het ging hem er niet om elk seizoen een groot aantal toneelstukken in zijn programma op te nemen. Voor hem was de kwaliteit van de voorstellingen de belangrijkste factor. En men kan slechts hopen - en vermoedelijk ook verwachten - dat zijn opvolger, Lode Verstraete, eveneens een weg zal bewandelen, die het toneel in Vlaanderen en daarmede het Vlaamse land zelf ten goede zal komen.

M.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken