Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 73 (1969)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 73
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 73Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 73

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 73

(1969)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 285]
[p. 285]

19e Conferentie der Nederlandse letteren

Op 3 en 4 oktober jl. vond te Antwerpen in het Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven de 19e Conferentie der Nederlandse letteren plaats, onder voorzitterschap van prof. dr. G. Stuiveling en prof. dr. J. Aerts (Albert Westerlinck).

 

In de openingsvergadering werd Rob de Vries, de bekende Nederlandse toneelspeler en -directeur, die zeer veel gedaan heeft voor de samenwerking op toneelgebied tussen Noord en Zuid en die een vooraanstaande rol speelde in de Conferentie der Nederlandse letteren, door prof. Stuiveling herdacht met enkele gevoelvolle woorden.

 

Vervolgens sprak Dirk de Jong over de aandacht die in de literaire kritiek in Nederland besteed werd aan het Vlaamse boek - dit bleek bijzonder mee te vallen - en handelde Frans van Isacker over het vraagstuk van de vrije meningsuiting. Een werkgroep had van de vorige conferentie opdracht gekregen dit vraagstuk te onderzoeken. De werkgroep had het vraagstuk echter niet onderzocht. De heer Van Isacker hield toen een betoog voor eigen rekening, waarin hij constateerde dat er voor een onderdrukking van de vrije meningsuiting in Nederland en in België niet zo heel veel gevaar bestond.

 

De belangrijkste werkzaamheden van de conferentie vinden plaats in de secties, te weten voor Letteren, Toneel, Radio en T.V., Uitgeverij en Boekhandel en Bibliotheekwezen. Ieder jaar worden er een groot aantal resoluties aangenomen, eerst in de secties, terwijl ze vervolgens besproken worden in de plenaire slotvergadering. Een groot aantal van deze resoluties betreffen zeer gespecialiseerde onderwerpen, zoals die voor het Bibliotheekwezen, waarin kredieten gevraagd worden voor een gezamenlijk project voor de microfilmering van middeleeuwse handschriften, en voor allerlei andere projecten. Hieronder willen wij dan ook slechts de algemene resoluties weergeven.

Een groot punt van discussie vormde op de plenaire slotvergadering een resolutie ingediend door de sectie Letteren om alle schrijvers uit Noord en

[pagina 286]
[p. 286]

Zuid die belangstelling mochten hebben voor het werk van de Conferentie, toe te laten in een vergadering van de sectie Letteren. Na een bijzonder verwarrende discussie, waarin een tegenvoorstel ingediend werd, werden zowel de resolutie als de tegenresolutie verworpen. Men kan aannemen dat de sectie Letteren het hierbij niet zal laten, maar in een of andere vorm zal pogen ook de letterkundige broeders, die niet voor het bijwonen van de conferentie een uitnodiging ontvangen - men wordt uitgenodigd door de ministers van Cultuur - bij het conferentiewerk te betrekken. De andere secties voelden niets voor een toevloed van buitenstaanders, omdat ze hierdoor, naar hun mening, alleen maar gehinderd zouden worden in hun praktische werk. Dit is natuurlijk een onvermijdelijke conflictsituatie: aan de ene kant is het wenselijk om zoveel mogelijk openbaarheid te betrachten bij alles wat ondernomen wordt voor de integratie van Noord en Zuid, aan de andere kant is het noodzakelijk, wil men praktische resultaten bereiken, dat veel werk in kleiner verband en dus onvermijdelijk in een meer gesloten verband geschiedt.

 

Hieronder volgen de algemene resoluties, door de plenaire vergadering aangenomen:

1.De Conferentie is van mening dat het voor de letterkunde van groot belang is dat alle uitingen, via welke media ook verspreid, vrij zijn van preventieve censuur en dat repressieve censuur slechts mogelijk mag zijn via de bevoegde rechter.
De Conferentie meent, dat deze waarborg in de wetten van beide landen vastgelegd dient te worden.
2.Door de groeiende invoer van televisieseries dreigt het Nederlandse taalgebied overwoekerd te worden door buitenlandse dramaprodukties. Door gebrek aan middelen kunnen de beeldomroepen in beide landen hier steeds minder grote eigen produkties al dan niet in serievorm tegenover stellen; ook niet door coproduktie. De Conferentie dringt daarom aan op spoedige aanpassing van het inkomstenniveau aan het sterk stijgend kostenniveau.
3.De Conferentie dringt er onder verwijzing naar het Belgisch-Nederlands cultureel akkoord op aan dat Nederland het voorbeeld van de omringende grote landen zal volgen, door te Brussel een orgaan in het leven te roepen voor een actieve propaganda voor de Nederlandse taal en cultuur.
4.De Sectie Uitgeverij en Boekhandel acht het van belang dat er een lijst wordt samengesteld en uitgegeven van gepubliceerde literaire teksten, die voor de studie van de Nederlandse letterkunde van belang zijn. Daarbij zou moeten worden aangegeven welke uitgaven op het ogenblik van de publikatie nog in de gewone handel verkrijgbaar zijn.
5.De sectie Letteren, constaterend dat de regeling van de uitleenvergoeding respectievelijk uitleenrecht, in Nederland door de werkzaamheden van het Fonds voor Letteren, de Vereniging van Letterkundigen, de Centrale Vereniging voor Openbare Bibliotheken en de Dr. E. Boekmanstichting, thans in vergevorderde staat van voorbereiding verkeren, dringt erop aan, dat in België voorbereidingen t.a.v. dit belangrijke recht met spoed ter hand worden genomen, dringt er verder op aan dat de uitvoering in België en in Nederland zoveel mogelijk gelijk zal zijn, en vooral dat de uitkering zoveel mogelijk op basis van wederkerigheid zou geschieden.

W.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken