Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 77 (1973)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 77
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 77Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 77

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.92 MB)

Scans (69.53 MB)

XML (0.83 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 77

(1973)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 75]
[p. 75]

In Benelux-Middengebied is tegen 1980 geen werk voor 97.000 personen

In 1980 zal de werkgelegenheid in het Benelux-Middengebied 2.090.000 arbeidsplaatsen omvatten; dat is 11 procent meer dan in 1969-'70. Aangezien de aktieve bevolking in dezelfde tijdspanne sterker zal groeien dan de werkgelegenheid, en met name 13% tegen 11, zal het tekort op de arbeidsbalans stijgen naar ca. 97.000. Dat betekent dat dan of een groter aantal personen dan thans werkloos zal zijn, of dat een groter uitgaand pendelsaldo zal gaan optreden.

De werkgelegenheid in het Benelux-Middengebied en een prognose van de arbeidsbalans in dat gebied in 1980 zijn slechts twee van de vele objekten die worden behandeld in het syntese-rapport ‘Het Benelux-Middengebied’. Het rapport is samengesteld door de Studiegroep Benelux-Middengebied, de zgn. ‘Hasseltse Studiegroep’, die zich al sedert 1960 met dat probleem bezighoudt.

Arbeidsbalans

In het arrondissement Antwerpen, thans de streek in het Benelux-Middengebied met zowel absoluut als relatief het grootste vraagoverschot op de arbeidsmarkt, zal het tekort aan arbeidskrachten nog gaan toenemen. In 1980 zouden daar 433.000 arbeidsplaatsen kunnen bestaan, d.w.z. zowat 53.000 of 14 procent meer dan er aktieve personen wonen.

Het arrondissement Hasselt, waar het vraagoverschot in 1969-'70 weliswaar zeer bescheiden was, zal tegen 1980 zelfs een overschot aan arbeidskrachten kennen. In Zuidoost en Midden-Brabant zal zich een kleine daling van het vraagoverschot gaan voordoen; in Noordoost-Brabant zal de toestand zoals hij nu is nauwelijks worden gewijzigd. In de gebieden die nu al hebben af te rekenen met aanbodsoverschotten, zullen die moeilijkheden nog gaan toenemen. Voor het arrondissement Leuven wordt dat overschot in 1980 geraamd op 43.000, voor Turnhout op 32.000, Maaseik 26.000, Tongeren 19.000 en Mechelen 18.000. In Maaseik zal, volgens het syntesemodel, de werkgelegenheidsindex zelfs dalen tot 62.

In Nederlands-Limburg zal de verhouding tussen arbeidsvraag en -aanbod evenmin verbeteren. Met name Zuid-Limburg zal een sterke absolute toeneming van het aanbodsoverschot vertonen. In West-Brabant zal het huidige lichte aanbodsoverschot straks omslaan in een bescheiden overschot van de vraag naar arbeidskrachten.

Het Benelux-Middengebied is gelegen in het dichtst bevolkte deel van Europa, dat gevormd

illustratie
De grens deed een leeg ‘binnengebied’ ontstaan, zonder noemenswaardig verkeer.


wordt door België, Nederland, Duitsland en het noorden van Frankrijk. Begin 1970 telde het 5.355.000 inwoners, dat is 396 per vierkante kilometer en 23,7 procent van de totale bevolking van Nederland en België samen. Dat relatieve aandeel groeit gestadig.

Het centrale gedeelte van het Benelux-Middengebied, dat door de Noordbrabantse stedenrij en de rij Antwerpen - Leuven - Hasselt - Maastricht - Eindhoven kan worden afgebakend, bevat slechts enkele kleinere steden (Turnhout, Herentals, Geel, Mol, Weert). De belangrijkste steden van het Benelux-Middengebied vormen a.h.w. een gordel rond een vrij leeg centraal gedeelte.

Multifunktioneel

Op dit ogenblik - de cijfers van het rapport gaan niet verder dan 1970 - is de tewerkstelling in het Middengebied in totaal ongeveer 1.881.000 eenheden groot; daarmee zijn er 48.000 of 2,5% minder arbeidsplaatsen dan er aktieve personen zijn. De verhoudingen tussen aanbod en vraag zijn sterk uiteenlopend in de verschillende

[pagina 76]
[p. 76]

arrondissementen en deelgebieden. Antwerpen bv. heeft ca. 45.000 arbeidsplaatsen meer dan het aktieve personen telt. In het arrondissement Leuven daarentegen is er een tekort van ong. 36.000 arbeidsplaatsen.

Andere gebieden waar, zoals in het arrondissement Antwerpen, de plaatselijke werkgelegenheid groter is dan het lokaal aanbod, zijn: Noordoost-Brabant (12.000), Zuidoost-Brabant (11.000), Midden-Brabant (9.000) en het arrondissement Hasselt (2.000).

In alle andere arrondissementen en deelgebieden overtreft het arbeidsaanbod de vraag.

In de opstelling van een hiërarchie van kernen naar verzorgingsinstituties, zijn thans 57 kernen min of meer multifunktioneel te noemen. Dat zijn 17 dergelijke kernen meer dan in 1962. Vier kernen nemen duidelijk een eerste plaats in: Antwerpen en Leuven in België; Eindhoven en Tilburg van Nederlandse zijde. Eén niveau lager volgen dan vier kernen, alle in Nederland gelegen: Maastricht en Heerlen, Breda en 's-Hertogenbosch. Nog een niveau lager volgen dan het Nederlandse Venlo en Mechelen. In een daaropvolgende groep van vijftien kernen met een multifunktionaliteit van tweede orde gaan slechts zes Belgische gemeenten schuil: Genk, Hasselt, Tienen, Turnhout, Lier en Tongeren.

Het binnengebied bevat, van Belgische zijde, voorts nog Mol, Diest, Geel, Herentals, Aarschot, Leopoldsburg en Maaseik. Het blijkt dat, met name in dat achtergebleven binnengebied, een aantal kernen sedert 1962 ofwel in niveau zijn gestegen, ofwel een belangrijke industriële ontwikkeling hebben doorgemaakt, c.q. nog doormaken.

Hieruit volgt de veronderstelling, dat een impuls van werkgelegenheid mogelijk de trekker kan zijn voor het op gang brengen van een betere verzorgingsstruktuur.

‘Zoomweg’

Uitstekend werk werd verricht bij het opmaken van de inventaris van de geplande vervoer-infrastruktuur in het Middengebied. Tegen 1985 kan worden verwacht, dat door dat gebied de hiernavolgende E-wegen zullen lopen: Rijsel - Antwerpen - Eindhoven - Venlo - Oberhausen (E3); Brussel - Luik - Keulen (E5); Luik - Maastricht - Eindhoven - 's-Hertogenbosch - Utrecht (E9); Parijs - Brussel - Amsterdam (E10); Utrecht - Breda (E37); Antwerpen - Lummen - Aken (E39); Breda - Eindhoven (E38);

De plannen voor 1985 voorzien ook een aantal noordzuid-assen. Er zijn in de eerste plaats de plannen voor aanleg van de autoweg Antwerpen - Bergen op Zoom - Rotterdam (‘Zoomweg’). Daarbij aansluitend wordt in het Antwerpse havengebied een nieuwe vaste Schelde-oeververbinding, geprojekteerd ter hoogte van Doel.

In het verlengde van Antwerpen - Rotterdam denkt Openbare Werken de wegverbinding Antwerpen - Boom - Brussel uit te bouwen tot een volwaardige autoweg.

Eveneens in 1985 zal de A2 Lummen - Leuven - Mechelen - Brussel (d.i. het westelijk verlengstuk van de E39) een aantal middelgrote steden een passende infrastruktuur bezorgen. Rond hetzelfde jaar zou ook de noordzuid-verbinding Eindhoven - Hasselt berijdbaar kunnen zijn. Belangrijk kan ook worden de verbinding Eindhoven - Oss.

Op het vlak van de bouw van regionale wegen is te vermelden de nieuwe verbinding Venlo - Roermond - Bree - Beringen. Langs het Belgische deel van de Maasvallei komt een nieuwe wegverbinding die doorloopt over de steden Tongeren en Sint-Truiden. Belangrijk is ook de nieuwe wegverbinding tussen Hasselt en Genk; daardoor zal een dwarsverbinding ontstaan tussen de E39 en de Boudewijnautoweg.

De voorgestelde wegenplannen houden ook een aantal nieuwe vaste oeververbindingen in over Schelde en Maas. Ten Zuiden van Antwerpen wordt de autoweg Brussel - Antwerpen via Boom door een tunnel geleid onder achtereenvolgens de Rupel en het zeekanaal Rupel - Brussel. Ook de nieuwe vertakking van de E3 (Massenhoven - Hemiksem) krijgt ter hoogte van Kruibeke een nieuwe vaste verbinding over de Schelde.

Zoals gezegd zal op de Zoomweg, ter hoogte van Kapellen, een aftakking ontstaan naar het linker Scheldeoevergebied; ook daardoor zal een nieuwe oeververbinding over (onder?) de Schelde tot stand moeten komen.

De E39 vormt ten westen van Geleen een nieuwe vaste oeververbinding over de Maas. Ook is een oeververbinding voorzien tussen Roermond en Venlo, ter hoogte van Kessel in de wegverbinding Maastricht - Roermond - Venlo - Nijmegen.

Individuele welzijn

Het spoorwegnet in het Benelux-Middengebied zal tussen 1971 en 1985 geen al te grote infrastrukturele wijzigingen ondergaan.

In het door de NMBS voorgestelde investeringsprogram tot 1980 is voorzien het op dubbel spoor brengen en de elektrifikatie van de lijn Antwerpen - Lier - Aarschot - Diest - Hasselt - Tongeren - Montzen (verbinding tussen haven van Antwerpen, de Roer en het verdergelegen Duitse achterland). Die lijn is niet alleen goed voor goederenvervoer, maar zal ook een belangrijk interstedelijk reizigersvervoer afwikkelen.

In hetzelfde NMBS-program is een aansluiting voorzien van Genk met Hasselt, en op die wijze met een rechtstreekse verbinding met Brussel; ook die lijn wordt geëlektrificeerd.

In het vooruitzicht van de bouw van de Kanaaltunnel Calais - Folkestone, denkt de NMBS aan de bouw van een spoorwegverbinding Brussel - Parijs via Rijsel voor treinen met snelheden tot 300 km. per uur. Die lijn kan ooit het Benelux-Middengebied beïnvloeden als ze, zoals gepland, in oostelijke richting wordt doorgetrokken naar Keulen.

 

‘Nu de intragrens in de Benelux gaandeweg haar scheidend karakter gaat verliezen, is het gewenst te komen tot één gemeenschappelijke visie op de ontwikkeling van het grensgebied van het Benelux-Middengebied’, zo luidt het eerste uitgangspunt van het syntese-rapport. Tussen de vele doelstellingen, die, volgens het rapport, aanzetten een dergelijke visie te ontwikkelen, vermelden wij de meest markante: ‘De ekonomische ontwikkeling van het Benelux-Middengebied moet zodanig worden gestruktureerd, dat enerzijds een zo hoog mogelijk rendement wordt verkregen ten behoeve van de gemeenschappelijke welvaart en het gemeenschapplijk financieren ervan; en, dat, anderzijds, geen te grote regionale verschillen optreden in de inkomens en dus in het individuele welzijn’. En nog: ‘Voor een effectuering van ruimtelijke maatregelen in het Benelux-Middengebied dient zo snel mogelijk een harmonizering plaats te vinden van verschillende bestuurlijk-administratieve systemen. Dat geldt voor zowel de ekonomische, als de sociale en kulturele facetten’.

 

Ten slotte wordt milieuhygiëne, met name door bestrijding aan de bron, in het rapport gehanteerd als een essentiële eis bij de ruimtelijke planning. Dat geldt voor zowel lucht-, water- en explosiegevaar, als voor overige gevaren van straling, vergiftiging, verspreiding van ziektekiemen, verstoring van het natuurlijk milieu, e.d.m.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken