Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 88 (1984)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 88
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 88Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 88

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 88

(1984)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Media

T.V.-serie geëxposeerd

Aan de tiendelige serie ‘Willem van Oranje’ hebben 61 acteurs en actrices uit Nederland en België meegewerkt. Bovendien verleenden ruim 1.400 figuranten hun medewerking. Het is bovendien nog niet eerder voorgekomen dat voor een televisieserie zoveel verschillende decors en kostuums ontworpen zijn.

Deze decors en kostuums, aangevuld met vele rekwisieten, zijn vanaf vrijdag 3 februari tentoongesteld in Museum Het Prinsenhof te Delft. Tegelijkertijd werden in Zeist en Slochteren soortgelijke tentoonstellingen gehouden.

De expositie in Het Prinsenhof omvat de uitbeelding van vier scenes: de troonsafstand van Karel de Vijfde, het huwelijk van Willem van Oranje en Anna van Saksen, een feestscene bij Margaretha van Parma en uiteraard de moord op Willem van Oranje. Er wordt tevens uitleg gegeven over de kap-, grime-, kostuum- en decorontwerpen en via een televisiescherm zijn een aantal scenes uit de serie te zien. Voorts wordt met behulp van maquettes, foto's en tekstpanelen een overzicht gegeven van wat er allemaal bij de productie van een dergelijke televisieserie komt kijken.

Aansluitend hierop is een educatieve tentoonstelling ingericht voor het Delftse basisonderwijs waarin een beeld wordt gegeven van het leven en werken van de 16e eeuwse mens.

De expositie is tot 4 september in Het Prinsenhof te bezichtigen.

Van 5 juni tot 27 augustus wordt in Het Prinsenhof onder auspiciën van het ‘Nationaal Comité Herdenking Willem van Oranje’ een expositie georganiseerd waarbij leven en persoon van Willem van Oranje centraal staan. Deze expositie is tot stand gekomen dank zij een nauwe samenwerking tussen Het Prinsenhof te Delft (de plaats waar Willem van Oranje in 1584 werd vermoord), het Rijksmuseum te Amsterdam en het Algemeen Rijksarchief te 's Gravenhage.

Het Prinsenhof is van dinsdag tot en met vrijdag tussen 10 uur en 17 uur geopend, op zon- en feestdagen tussen 13 uur en 17 uur.

B.R.T.-colloquium: “De toekomst van de omroep als openbare dienst”

Zaterdag 26 november 1983 had te Antwerpen een colloquium plaats, ingericht door de BRT, onder de titel: “De toekomst van de omroep als openbare dienst”.

[pagina 77]
[p. 77]

In de slottoespraak op tekst van Cultuurminister K. Poma, op dat ogenblik verblijvend in het buitenland, werden de principes aangegeven die volgens de minister het mediabeleid moeten bepalen:

-vrijheid van meningsuiting en -vorming;
-het recht op aanwezigheid in de media van de verschillende maatschappelijke en levensbeschouwelijke visies;
-de ontsluiting, ook op juridisch en organisatorisch vlak, van de media naar de enorme technologische evolutie toe.

 

Het overheidsbeleid moet eerder ‘voorwaardenscheppend’ en niet direct ingrijpend zijn, aldus de minister. De pers van haar kant moet de kans geboden worden in te spelen op de technologische vernieuwingen: ‘Als minister van Cultuur wens ik geen privaatrechtelijke omroep die uitsluitend op basis van winstbejag opgebouwd zou worden. Gaat de schrijvende pers hier niet op in, dan dient het dossier heropend’, aldus K. Poma.

Tevens pleitte hij voor de liberalisering van de kabel, zowel voor het open net als de betaaltelevisie.

Met betrekking tot de BRT zei de minister, dat hij voorstander is van een stelsel van gelijkwaardigheid, waardoor de BRT op een normale manier kan beschikken over de dotatie.

Het colloquium werd afgesloten met een krachtig pleidooi voor een doorzichtig mediabeleid en voor de oprichting van een mediaraad, samengesteld door kijkers en luisteraars.

(De oprichting van een dergelijke adviesraad is reeds bij wet vastgelegd in 1980, maar tot nu toe zonder resultaat).

Op 31 januari ll. lichtte de minister dan de krachtlijnen toe waaraan naar zijn idee de onafhankelijke TV-omroep moet voldoen:

-50% van de financiële inbreng afkomstig van de schrijvende pers;
-geen overheidsdotatie, de enige inkomsten zijn de reclamegelden.

 

Tevens verklaarde de minister dat er een werkgroep is ingesteld die op korte termijn (de minister sprak van 4 weken) moet onderzoeken of de pers principieel met dit voorstel kan akkoord gaan.

In deze gemengde werkgroep zetelen o.a. de Federatie van Informatieweekbladen en de Belgische Vereniging van Dagbladuitgevers (Vlaamse vleugel).

De Wereldomroep in 1984

In VIW-nieuws (het tijdschrift van ‘Vlamingen in de wereld’) deelde Julien Peeters, directeur Internationale Programma's en Betrekkingen bij de BRT, mee dat de wereldomroep in 1984 programmatisch heel wat nieuwigheden brengt:

-op 1 januari begint een bijkomend ochtendpakket voor het Verre Oosten (Nederlands van 7.30 u. tot 8.15 u. - Engels van 8.15 u. tot 9 u.). Zo krijgen de luisteraars in Azië en Australië een supplementaire kans om met Vlaanderen in contact te komen.
-Er komt een nieuw serviceprogramma op vrijdag voor Vlamingen die in het buitenland verblijven met opdrachten uit de industriële en de bedrijfswereld.
-Micro-cosmos (op zaterdag van 18 u. tot 18.50 u.) is een eigen programma dat een nauw contact met de luisteraars onderhoudt met plaatjes en praatjes.
-Te bed en niet te bed wordt elke zaterdagochtend integraal uitgezonden.
-De Belcanto van zondagmiddag wordt vervangen dor de overname van ‘De tijd van toen’.
-Een nieuwigheid op zondagochtend (van 8 u. tot 10 u.) is de overname van ‘Kramiek’.
-‘Vlaanderen mijn land’ dat een nieuwe naam krijgt: ‘Verlies het noorden niet’ en een nieuwe aanpak meteen, verschuift vanaf mei van zondagochtend naar een avond in de week.

Verschuivingen in Vlaamse pers

Vanaf 31 december ll. hield het Vlaamse weekblad Spectator op met bestaan. Dit weekblad werd uitgegeven door de directie van de NV Het Volk en is eigendom van het Algemeen Christelijk Werkverbond (A.C.W.). Deze maatschappij geeft ook het dagblad Het Volk uit (220.000 ex.).

De laatste jaren kavelde het abonneebestand van Spectator gestadig af, alhoewel het weekblad eigenlijk nooit heeft kunnen opboksen tegen de concurrentie, noch een eigen plaats wist te verwerven in haar toch uitgebreide doelgroep.

De directie liet daarom ook weten dat ‘de toestand in de weekbladenmarkt ons geen andere keuze liet, tenzij ingrijpende besparingen die zouden geleid hebben tot de afbouw van de identiteit en de redactionele kwaliteit van Spectator’.

Daarmee verliest de NV Het Volk een orgaan, maar startte tegelijkertijd met de nieuwe publicatie “Eos”. Dit nieuwe maandblad is het eerste Vlaams, populair wetenschappelijk tijdschrift. Het Nederlandse maandblad “Natuur en Techniek” (verkoopt - zonder veel aan promotie te doen - in Vlaanderen 12.000 nummers) stond hier als voorbeeld.

Eos wordt geen vakblad, maar is bestemd voor de geïnteresseerde leek die zich wil informeren over techniek, wetenschap, natuur, economie, cultuur...

Hoofdredacteur wordt voormalig-hoofdredacteur Jef Anthierens van het ter ziele gegane weekblad Spectator. Met hem komen overigens ook nog twee andere redacteurs over naar het nieuwe maandblad. Tenslotte is er het voornemen van Infotec, dochtervennootschap van de Vlaamse Uitgeversmaatschappij (V.U.M.), om medio 1984 te starten met een nieuw dagblad voor Vlaanderen. De V.U.M. geeft momenteel reeds drie titels uit: De Standaard en het Nieuwsblad (beiden nationale dagbladen) en De Gentenaar (regionaal voor Gent en omliggende).

Met dit nieuwe dagblad wil men een ander publiek bereiken dan de lezers van andere kranten, aldus de persmededeling. Wat hiermee precies wordt bedoeld is momenteel nog niet erg duidelijk, maar er mag van worden uitgegaan dat men mikt op de lagere klassen van de bevolking die momenteel geen krant lezen. Volgens de initiatiefnemers zou het niet de bedoeling zijn een Vlaamse Bild-Zeitung te maken.

De algemene leiding van het nieuwe dagblad wordt toevertrouwd aan Piet Anthierens (directeur van de commerciële diensten bij de V.U.M.) en de hoofdredactie wordt toevertrouwd aan een sportredacteur bij de V.U.M.-dagbladen, Norbert Claerhout.

Medianota gewijzigd door “gelegenheidscoalitie”

Verrassend, maar niet geheel onverwacht. Zo kun je de hele discussie rond de Medianota van minister Brinkman (WVC) samenvatten.

Toen minister Brinkman op 29 augustus 1983 zijn eigenhandig geschreven Medianota voorstelde, was volgens de specialisten de basis gelegd voor een door iedereen te aanvaarden compromis. Niet dat iedereen

[pagina 78]
[p. 78]

tevreden was, maar er was toch tegemoet gekomen aan de verlangens van de partijen van de meerderheid en de grootste oppositiepartij. De liberalen zouden hun slag thuishalen op het vlak van de abonnee-televisie (vrijspel voor het bedrijfsleven) en het CDA verkreeg dat de bestaande omroepen zouden beschermd worden. De PvdA van haar kant was tevreden met dit laatste resultaat maar bood enig weerwerk inzake de abonnee-televisie: zij wensten de bestaande omroepen erbij te betrekken.

Dat de NOS zou worden beknot in haar opdracht en middelen, leek vooralsnog geen probleem te vormen voor de politici en Kamerleden.

Tijdens de besprekingen van deze nota in de Vaste Tweedekamercommissie van Welzijn en Cultuur op 30 januari leek het er dan ook sterk op dat minister Brinkman zijn slag zou thuishalen. Er was door de CDA-fractie wel gepleit geworden voor de invoering van een derde net, maar dit werd afgewezen wegens de hoge kost die daaraan zou zijn verbonden. De VVD was overigens ronduit gekant tegen deze invoering en de PvdA “voelde er weinig voor”. De minister was verder bereid te onderzoeken of de bestaande omroepen konden betrokken worden bij de instelling van abonnee-televisie (eis van de PvdA).

Het pleit leek beslecht.

Tot medio februari bleek dat de wens van het CDA voor de instelling van een derde net groter bleek te zijn dan oorspronkelijk werd verwacht. Het kwam zelfs tot een conflict tussen de CDA-fractie en minister-president Lubbers (CDA). De premier was wel bereid om de zendtijd op de beide Nederlandse televisienetten uit te breiden.

Enkele groepen uit de samenleving bleken ook niet tevreden te zijn met de plannen van minister Brinkman inzake de toekomst van de NOS. De Federatie van Kunstenaarsverenigingen en de Stichting Derde Net hadden beiden plannen ontwikkeld voor de ingebruikneming van een derde televisienet naast Ndl. 1 en Ndl. 2, waarop uitsluitend programma's over kunst en cultuur zouden worden uitgezonden. Naast deze beide initiatieven kwam er een derde initiatiefgroep, onder aanvoering van D'66 Kamerlid Tiesinga, op de proppen met een eventuele aanvraag van zendtijd voor een nieuwe omroeporganisatie. Deze groep wilde daarmee bereiken dat aan het Nederlandse televisie-aanbod weer werd toegevoegd, wat door politieke beslissing dreigde te worden afgenomen van het NOS-programma.

Deze drie acties waren het logische gevolg van de begin '84 gestarte actie Behoud Zendtijd NOS. Deze actie kende groot succes doordat binnen de week 170 aangeschreven bekende Nederlanders hun adhesie betuigden.

Begin maart leek het er even op dat het kabinet bakzeil zou halen i.v.m. het CDA-verlangen voor een derde net. Op een discussiebijeenkomst over een derde net te Utrecht op 4 maart ll. zegden adviseurs van de regering toe dat het kabinet het voorstel van het CDA voor een derde net zou overnemen.

Met deze toezegging wilde de regering voorkomen dat het tot afspraken zou komen tussen CDA en oppositiepartij PvdA hetgeen de regeringsstabiliteit zou kunnen ondermijnen.

Op dezelfde avond lichtte PvdA-mediaspecialist A. Kosto toe hoe dat derde net er zou kunnen uitzien. Volgens hem zou dat derde net moeten worden toegewezen aan de zendgemachtigden die hun zendtijd niet krijgen op basis van een aantal leden, maar uit de wet. Dat zijn o.a. de NOS, Teleac, de Federatie Educatieve Omroep, Ikon,... Volgens Kosto zou dat derde net programma's over kunst en cultuur en programma's voor minderheden moeten uitzenden.

Enkele dagen later, op 8 maart, werd tot grote verontwaardiging van de VVD, bekend dat het CDA een overeenkomst met de PvdA had bereikt over het derde net. De beide formaties wilden dat in april 1987 een derde net zou worden ingesteld (eis CDA) en dat de omroepen zendtijd zouden krijgen op de abonnee-televisie (eis PvdA). CDA en PvdA willen dat voor 1 oktober a.s. door het kabinet een plan wordt voorgelegd waarin staat hoe het derde net kan worden ingericht. Zelf zijn ze van oordeel dat de programma's “in hoofdzaak” moeten verzorgd worden door NOS, Teleac, politieke partijen en kerkelijke, culturele en geestelijke organisaties die over een zendmachtiging beschikken.

Tevens werd afgesproken dat eerst de kabel moet worden opengesteld voor abonnee-televisie met deelname van de omroepen en dat pas daarna een derde net wordt geopend. Met deze paragraaf wilde de PvdA zich indekken tegenover een eventueel terugkrabbelen van het CDA.

De VVD was over dit “politiek overspel van eerste orde” van het CDA niet te spreken. Ook het bedrijfsleven was niet opgetogen met de afspraak om omroepen toe te laten op abonnee-televisie. Zij stelde dat wanneer abonnee-televisie in samenwerking met de omroepen moest gebeuren, deze zaak niet meer rendabel zou kunnen worden geëxploiteerd.

Minister Brinkman zette daarop CDA en PvdA voor het blok door te stellen dat een eventuele zendtijduitbreiding op de bestaande televisienetten zou gekoppeld worden aan het loslaten van de eis voor een derde net. Deze zendtijduitbreiding is noodzakelijk geworden doordat VPRO en EO de B-status verkrijgen in oktober. Als die zendtijduitbreiding er dan niet zou komen, betekent dit dat de andere omroepen zendtijd moeten inleveren (met daarbij de nodige ontslagen).

Tijdens het debat van 4 april tenslotte zegde minister Brinkman echter toe dat per oktober de televisiezendtijd overdag met 20 uur zou worden uitgebreid. Tevens kondigde hij aan dat het kabinet de mogelijkheid van een derde net zou laten onderzoeken. Hij hield wel vast aan het kabinetsstandpunt dat er van een derde net geen sprake kan zijn als het onderzoek zou uitwijzen dat de kosten daarvan hoger zullen liggen dan tien gulden per omroepbijdrage in 1987.

Tot daar de feiten.

Zo te zien staat er van de oorspronkelijke Medianota niet veel meer recht. De NOS krijgt misschien nieuwe mogelijkheden op het derde net, het bedrijfsleven krijgt geen vrijspel inzake abonnee-televisie en er komt misschien een derde net.

Het is echter niet uitgesloten dat dit alles een mooi politiek spel is waar een onverwacht slot aan vastzit. Het CDA is dan wel van oordeel dat de invoering van een derde net niet meer dan tien gulden zal gaan kosten per omroepbijdrage (CDA-woordvoerder Van der Sanden spreekt van 5 tot 7 gulden), maar dat is helemaal niet zeker. Prominenten van de NOS hebben laten verstaan dat het wel eens tot 20 à 30 gulden zou kunnen oplopen. In dat geval komt er geen derde net volgens minister Brinkman, daarbij gesteund door VVD, en eigenlijk ook door PvdA. Het is dus best mogelijk dat het CDA een Pyrrhusoverwinning heeft behaald doordat aan de voorwaarden voor het starten van een derde net niet kan voldaan worden.

Mocht anderzijds het derde net - onder welke vorm dan ook - toch onverhoopt kans op slagen maken, dan zou men er goed aan doen om het oude voorstel van BRT-administrateur-generaal Vandenbussche van stal te halen: produceren van gezamenlijke BRT-NOS producties, eventueel uit te breiden met een gezamenlijk Open School-project en tal van andere projecten...

[pagina 79]
[p. 79]

Het Nederlandse mediadebat kende tot nu toe interessante ontwikkelingen die zeker ruimte laten voor gezamenlijke projecten. Alleen valt af te wachten wat het najaar brengen zal als het onderzoek naar de mogelijkheden voor een derde net klaar zal zijn.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken