Neerlandia. Jaargang 91

Leefmilieu

Slibeiland

Onlangs lekten plannen uit om voor de Vlaamse kust minstens één kunstmatig eiland te bouwen. Twee plaatsen leken daarvoor uitermate geschikt: de Trapegeerbank voor Koksijde-Oostduinkerke en de Wandelaar of Wenduinebank voor Zeebrugge. Op de eerste plaats zou het eiland bestaan uit een opeenhoping van slib, in een tweede fase wordt naar verluidt overwogen om er ook chemisch en radioactief afval op te stapelen en eventueel een verwerkingsinstallatie te bouwen.

Omdat men momenteel ook voor Rotterdam bezig is met de bouw van een slibeiland, vroeg het Algemeen-Nederlands Congres een samenvatting van het milieu-effectrapport van dit zogenaamde ‘Slufterproject’ aan. Dit bevatte heel wat interessante informatie en een delegatie van Bond Beter Leefmilieu, de overkoepelende milieu-organisatie in Vlaanderen, trok naar Nederland om daar het volledige MER-rapport (zowat een halve meter dik) in te kijken.

De tegenargumenten die in het Slufterdossier zijn opgesomd, worden nu gebruikt in de actie tegen het Belgische eiland.

Afspraken over nucleaire veiligheid

Op 13 maart werd op het provinciehuis te Antwerpen door de Nederlandse minister van Leefmilieu E. Nijpels en zijn Belgische ambtgenoot mevr. M. Smet het memorandum over nucleaire veiligheid tussen beide landen ondertekend.

België en Nederland zullen elkaar volgens de afspraken van het memorandum informeren over hun nucleaire installaties, de werking ervan, het alarmsysteem (rampenplan), de controle. Bij mogelijke incidenten in de centrales of bij verhoogde radioactiviteit in de omgeving van de centrales, zal het betrokken land het buurland onmiddellijk op de hoogte brengen.

Tot slot regelt het memorandum ook de oprichting van een ambtelijke Belgisch-Nederlandse commissie voor de nucleaire veiligheid.

N.a.v. de sociale onrust bij het personeel van de kerncentrale van Doel hebben de Nederlandse regering en de milieufederaties van Zeeland en Noord-Brabant om meer uitleg gevraagd over de werkomstandigheden van het niet-stakende personeel

[p. 79]

en over de veiligheid van de centrale. Door een staking van het personeel worden de centrales momenteel bemand door 150 personeelsleden, werkend in ploegen van 12 uur, i.p.v. het normale personeelsbestand van 800 personen.

Minister Nijpels verklaarde verder dat in een gelijkaardige situatie in Nederland de kerncentrales zouden worden stilgelegd. Overigens werd het Nederlandse verzoek tot internationale controle vanwege een inspectieteam van het Internationaal Atoom en Energie Agentschap door de Belgische overheid afgewezen.

Na 4 weken staking van het personeel, besloot de directie van de centrale om twee van de vier kerncentrales stil te leggen.

Mosselvissers ongerust

Mosselvissers in het Oosterscheldegebied zijn bezorgd over mogelijke gevolgen van scheepsrampen op de drukke vaarroute Rotterdam/Antwerpen-Gent. Met name is het aantal schepen met gevaarlijke lading in de laatste jaren sterk toegenomen. Het in de maak zijnde rampenplan voor de Oosterschelde zal volgens de vissersvereniging te Zierikzee onvoldoende garanties bieden. Zij ziet meer heil in het opleggen van beperkingen aan de scheepvaart.

De schippersorganisaties van hun kant kunnen zich niet verenigen met dit voorstel. Naar hun oordeel zouden beperkingen aan de scheepvaart in strijd zijn met de afspraken die door België en Nederland gemaakt zijn inzake de vrije doorvaart.

Onderhandelingen watertractaten

België en Nederland hebben besloten om de gesprekken over de in 1975 geparafeerde, maar nooit goedgekeurde, Watertractaten opnieuw te starten. Dat dit alles zo lang geduurd heeft, weet minister Tindemans aan de communautaire moeilijkheden in België. Tindemans wees er verder op dat Antwerpen een nationale haven is en blijft waardoor de onderhandelingen over de (nieuwe?) waterverdragen noodzakelijkerwijs ook nationale onderhandelingen zullen zijn.

Het eerste gesprek had plaats op 9 maart te Den Haag. Daar werden vooral afspraken gemaakt over de verdere procedure. Een volgende bijeenkomst is gepland op 27 april te Brussel.

Vervuiling De Dommel

Het Nederlandse Waterschap De Dommel wil maatregelen nemen om een nieuwe vervuiling van de rivier vanuit België te voorkomen. Het slib op de Dommelbodem is sterk verontreinigd met cadmium, afkomstig uit de Nederlandse Kempen en voor een gedeelte uit België. Met name is een zinkfabriek te Overpelt er oorzaak van dat grote hoeveelheden van het cadmium in De Dommel terecht komt.

Het Waterschap wil de baggerspecie verwijderen en zand- en slibvangers plaatsen om verdere vervuiling te voorkomen.

Bocholtse verontreiniging verontrust Noord-Brabant

Begin februari werd bekend dat de ondergrond van een Bocholts industrieterrein (in Belgisch Limburg, op 10 km van de grens met Nederland) verontreinigd is met 900 ton arsenicum. Het provinciebestuur van Noord-Brabant wil hierover meer uitleg van het provinciebestuur van Belgisch-Limburg.

Vlaanderen weigert Nederlands mest

In februari j.l. vaardigde de Vlaamse regering een decreet uit waarbij het voortaan onmogelijk wordt voor Nederlandse boeren om nog langer Nederlands drijfmest uit te rijden of op te slaan op Vlaams akkerland. Tevens wordt in dit decreet geregeld dat de eigen Vlaamse produktie van drijfmest moet worden beperkt.

De Nederlandse minister van Landbouw heeft verklaard n.a.v. deze beslissing overleg te zullen plegen met de Vlaamse regering.