Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 92 (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 92
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 92Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 92

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 92

(1988)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Vrede

Pleitwedstrijden te Breda

Op 12 maart 1988 organiseerde de Jonge Balie te Breda voor de 20ste keer de Zuidelijke Pleitwedstrijden.

Vertegenwoordigers van de Balies van Breda, Roermond, Middelburg, Den Bosch en Tilburg traden in het strijdperk tegen afgevaardigden van het Vlaams Pleitgenootschap te Brussel, van de Vlaamse Conferentie bij de Balies te Gent en te Antwerpen, en van de Jonge Balies te Leuven en te Turnhout.

De jury bestond uit een magistraat van de plaatselijke Arrondissementsrechtbank, deken Wynen uit Roermond en de oud-voorzitter van de Vlaamse Conferentie bij de Balie te Antwerpen, mr. Herman Dierckxsens.

Na rijp beraad werd mr. Vincent Coigniez, vertegenwoordiger van de Jonge Balie te Leuven, tot laureaat van de pleitwedstrijd uitgeroepen. Om enig evenwicht tussen Noord en Zuid te behouden, werd de pleiter uit Den Bosch als tweede gerangschikt. Mr. Ossieur, vertegenwoordiger van de Vlaamse Conferentie bij de Balie te Gent, werd na een vurig en geestig pleidooi tegen zijn Brusselse opponent, als derde winnaar aangewezen.

De prijsuitreiking had in een gemoedelijke sfeer plaats in Chaam, waar in het restaurant Albertville de geslaagde verbroederingsdag besloten werd met een diner dansant.

Eurorakettendebat in België en Nederland

In het Nederlands-Vlaamse bestuurswetenschappelijke tijdschrift Namens publiceerde Luk Vrijdaghs een dubbele bijdrage (in de nummers 88/3 en 88/4) over ‘Het Eurorakettendossier in het Belgische en het Nederlandse parlement (1979-1985)’. Vrijdaghs slaat daarmee dezelfde weg in als Bernard Tuyttens met zijn studie ‘Het Eurorakettendossier, een vergelijking België-Nederland’ (Sevi, 1985).

Vrijdaghs analyseerde de inhoud van alle plenaire parlementaire debatten waarin de rakettenkwestie werd besproken. Het onderzoek in België omvatte de periode van 6 december 1979 tot 22 maart 1985; voor Nederland liep de periode van 7 november 1979 tot 13 november 1985. De studie vangt dus aan met de eerste parlementaire debatten aan de vooravond van het dubbelbesluit van 12 december 1979 en loopt tot en met de debatten over de beslissing tot plaatsing van de kruisraketten (België: 15 maart '85; Nederland: 1 november '85). Wat het procentueel aandeel van de partijen in de debatten betreft, valt op dat

[pagina 247]
[p. 247]

het Nederlandse CDA meer betrokken was bij de rakettenkwestie dan de Vlaamse CVP (respectievelijk 33,33 en 22%). Bij de socialistische partijen is de verhouding net omgekeerd. De Nederlandse liberalen hechtten dan weer meer belang aan het dossier dan PVV en PRL in België. Voor België komt de VU met 8,60% op de vierde plaats, na CVP, SP en PS, maar voor KP/PC, AGALEV/ECOLO, PSC, PRL, PVV en FDR-RW.

 

Er zijn volgens Vrijdaghs een aantal belangrijke verschillen tussen de Belgische en de Nederlandse parlementaire behandeling. Het Nederlandse parlement nam vooral het (binnenlands) defensiebeleid van haar regering onder de loep. Het Belgisch parlement liet zich met deze discussie niet in, wel met de vraag wie nu eigenlijk beslissingsbevoegdheid had in deze materie.

Inhoudelijk legde Nederland een grotere zelfstandigheid aan de dag bij het bepalen van haar buitenlandse politiek. De Belgische diplomatie daarentegen onderscheidde zich door een volgzamer en meegaander houding. ‘De weinige regeringsinitiatieven waren in dat opzicht vaak niet meer dan een middel om de achterban gunstig te stemmen’, aldus Vrijdaghs.

Structureel zijn de verschilpunten in aanpak van het dossier markant. In Nederland werd het parlement bij het ganse dossier nauw betrokken. In België werd de bevoegdheid van het parlement zelfs betwist. Nederland pakte de rakettenkwestie ook op een realistischer en serener wijze aan; de discussies werden zakelijk gehouden. De Belgische debatten waren gevoelsmatiger en voltrokken zich bijwijlen in een sfeer van scheldpartijen.

Vrijdaghs wijst in zijn studie echter ook op een viertal overeenkomsten tussen België en Nederland: Er is de treffende gelijkenis op het vlak van de militair-technische aspecten: ‘De parlementaire meerderheid en de regering leggen vooral de klemtoon op de technische aspecten van de Sovjet-bewapening (SS-20 raketten); de oppositie heeft voornamelijk aandacht voor de technische aspecten van de nieuwe Amerikaanse wapens (Cruise, Pershing II)’. Beide parlementen beklemtonen verder (eenzijdig) de traditionele wijze van militaire verdediging. Op parlementair niveau vinden alternatieve defensievormen (sociale verdediging, e.d.) omzeggens geen weerklank.

Een derde globale overeenkomst is de gehechtheid aan het NAVO-bondgenootschap. Het NAVO-lidmaatschap wordt maar zelden in vraag gesteld.

Vervolgens noemt Vrijdaghs het opvallend ‘hoe weinig de regeringen van beide landen aandacht hebben besteed aan de publieke bewustwording die ten tijde van de rakettenkwestie begon te groeien, alsook voor de gevolgen van een eventuele kernoorlog’.

Vrijdaghs stelt dat de Nederlanders de rakettenkwestie op een zelfstandiger wijze aanpakten dan de Belgen dit deden: ‘Nederland stelde zijn eigen voorwaarden, eigen varianten en eigen voorstellen of initiatieven in de ganse problematiek’.

Hij geeft hierbij een viervoudige argumentatie. Allereerst heeft Nederland, in tegenstelling tot België, de mogelijke plaatsing van kruisraketten op haar grondgebied steeds gekoppeld aan het afstoten van een aantal nucleaire taken. Eveneens in tegenstelling tot België heeft de Nederlandse regering in haar buitenlands beleid meer aandacht besteed aan concrete voorstellen (in casu de zgn. nuloptie). Daarnaast maakte het Nederlands beleid steeds een onderscheid tussen de produktie van nieuwe kernwapens en de plaatsing ervan. In België kwam dit onderscheid nauwelijks aan bod. Ten slotte kan hier ook verwezen naar het chronologisch verloop van het dossier in beide landen. België volgde zonder afwijking de plaatsingskalender van de NAVO, Nederland niet.

Vredesopvoeding in humanistisch perspectief, een Belgisch-Nederlands samenwerkingsproject

Sedert voorjaar 1982 werken Belgische en Nederlandse humanisten samen op het gebied van vrede en veiligheid, alsmede op het terrein van vredesopvoeding in humanistisch perspectief. Aanvankelijk gebeurde dat in het Comité ter Voorbereiding van een Internationale Humanistische Vredesconferentie (CVIVC). Dit Comité bereidde de eerste internationale humanistische vredesconferentie voor, die van 26 tot 28 augustus 1983 plaatsvond te Zutphen (Nederland). Daarna werkte, gestimuleerd door inhoud en verloop van die conferentie, een Belgisch-Nederlands Comité voor Internationale Humanistische Vredes Activiteiten (CIVA) verder op het terrein van met name de vredesopvoeding. Het deed dit onder gezamenlijk mandaat van de Vlaamse Humanistische Werkgroep voor Conflictstudie (HUWECO) en het Nederlands Humanistisch Vredes Beraad (HVB).

Nu de twee achtereenvolgende maar samenhangende projecten (vredesconferentie en een meerfasenproject op het terrein van de vredesopvoeding) hun voorlopige afronding hebben gekregen, onder meer door het verschijnen van een publikatie over vredesopvoeding, werd in het maartnummer 1988 van Bindteken, de publikatie van de Vrijzinnige Koepel in Vlaanderen, en in het Nederlandse HVB-Kontakt een balans opgemaakt door Mettha de Nachtegaal en Joos Sinke.

In het artikel wordt eerst het probleem van het geweld geschetst en aangetoond dat vredesopvoeding voor humanisten een onontkoombare opdracht is. Vervolgens wordt kort aangegeven dat vredesopvoeding in het algemeen steeds meer aandacht krijgt en dat humanisten hier niet achter kunnen en mogen blijven. Beschreven wordt daarna hoe moeizaam de eerste internationale vredesconferentie tot stand kwam, maar dat die tevens de motor werd tot meer aandacht voor vredesopvoeding in humanistisch perspectief. Het is dan CIVA dat een vierfasenproject op het terrein van de vredesopvoeding starttte en tenslotte afrondde met een publikatie. Hoe dit proces verliep, wat er gebeurde en wie erin meewerkten, wordt kort beschreven. Het artikel wordt afgesloten met de vraag: Hoe nu verder?

 

Uit de samenwerking tussen de Nederlandse en Belgische/Vlaamse humanisten groeide inderdaad de eerste internationale humanistische vredesconferentie, die van 26 tot 28 augustus 1983 plaatsvond in het Nederlandse Zutphen.

Twee thema's waren daar aan de orde; humanisme en (kern-)bewapening; en vredesopvoeding in een humanistisch perspectief. Sprekers waren P. Deleu, J. Niezing, F. Barnaby, J. Kahl, W. van der Schaaf en G. Geeraerts. De toenmalige voorzitter van het Europees Parlement, Piet Dankert, opende de conferentie.

 

Op een evaluatie-bijeenkomst over de conferentie te Antwerpen op 10 december 1983. en op de vergadering te Rotterdam op 16 maart 1984, werd besloten op de ingeslagen weg verder te gaan en meteen ook de Nederlands-Vlaamse samenwerking te bestendigen.

Het nieuwe Comité kreeg de naam Comité voor Internationale Humanistische Vredes-activiteiten (CIVA). Er werd besloten tot

[pagina 248]
[p. 248]

een meerfasenproject over vredesopvoeding in humanistisch perspectief.

Op 23 februari 1985 werd te Antwerpen een eerste dagstudieconferentie gehouden. De Belgische CIVA-leden Walter Bastaerts en Eric Liukku hadden voordien een prikkelende stelling over vredesopvoeding aan de deskundigen toegestuurd. Dezen (de Vlamingen Henk van Daele, Jan Buelens, Paula Burghgraeve, Pierre Deleu, Walter Bastaerts en Eric Liukku en de Nederlanders Rob Tielman, Rob Buitenweg, Rob Aspeslagh en Dick de Vries) stuurden hun korte notities aan CIVA. Op de conferentie zelf vatte Joos Sinke de hoofdlijnen samen. Het totaal vormde een boeiend patroon van hoe het vraagstuk (theoretisch) kan worden doordacht. Aan werkers in de humanistische praktijk (afdelingen, gemeenschappen, raadslieden, lekenconsulenten, HVO- en moraalonderwijsgevenden...) werden vervolgens vijf discussievragen toegestuurd onder het motto: ‘Opvoeden tot weerbaarheid zonder geweld’.

Op 19 april 1986 werd te Utrecht dan de tweede dagconferentie belegd met het thema: ‘Als humanist in de praktijk van alle dag opvoeden tot weerbaarheid zonder geweld’. Het aantal deelnemers uit België en Nederland was vijftig. HUWECO-voorzitter Walter Bastaerts sloot de studiedag af met de conclusie: ‘Zonder zelf op enigerlei wijze aan monopolie-opeising te doen kunnen we zeggen dat nu in de openbaarheid is gebracht hoe vanzelfsprekend humanistische principes en humanistische opvoedingsprincipes verstrengeld zijn met de principes die ook aan vredesopvoeding ten grondslag liggen. (...) Dit is voor ons gemeenschappelijk taal- en cultuurgebied een niet te veronachtzamen gebeurtenis waaraan beide inrichtende verenigingen de nodige ruchtbaarheid zullen geven’.

Hoe dit laatste diende te gebeuren, was het onderwerp van een evaluatiebijeenkomst te Putte (Nederland) op 10 juni 1986. CIVA heeft inmiddels een publikatie voltooid met als titel: ‘Dagelijks werk: opvoeden tot vrede vanuit een humanistisch perspectief’. Deze publikatie is een eerste poging om onder woorden te brengen hoe een aantal humanistische uitgangspunten te verbinden is met de inhoud en vooral de praktijk van een humanistische opvoeding tot vrede. Met die laatste stap werd een geslaagd Vlaams-Nederlands project over vredesopvoeding in humanistisch perspectief afgesloten. De contacten en de samenwerking tussen de Humanistische Werkgroep voor Conflictstudie (Vlaanderen) en het Humanistisch Vredesberaad (Nederland) blijven voortbestaan en nieuwe plannen worden gesmeed.

Artsen tegen atoomoorlog bijeen

Om de 25ste verjaardag te vieren van het verdrag dat kernproeven in de atmosfeer, onder water en in de ruimte verbiedt, hielden de Benelux-afdelingen van de Vereniging van Artsen ter Preventie van een Kernoorlog (Nobelprijs voor de Vrede 1985) op 6 augustus in Brussel een colloquium onder de titel ‘De noodzaak van een algemeen teststopverdrag - 25 jaar na het partieel teststopverdrag’.

‘Op Wilfried Martens (...) en Gaston Geens (na), heeft geen enkel Vlaams politicus het nodig geoordeeld om in het debat over de Staatshervorming door te duwen naar de kernvragen: de plaats van Vlaanderen in België, onze relatie tot het andere Nederlandstalige land, onze toekomst in de Europese Unie’.
Manu Ruys, in hoofdartikel De Standaard 6-7 augustus 1988.

Gantois herdacht

Persoonlijke onkreukbaarheid, intellectuele eerlijkheid en gemeenschapsverbondenheid. Deze drie kenmerken van J.M. Gantois werden belicht tijdens een herdenking van de Frans-Vlaamse voorman op de Kortrijkse campus van de KU-Leuven. Feestredenaar was Jos Vinks, die voor de gelegenheid een brochure over Gantois uitgaf.

De herdenking werd georganiseerd door de Vereniging van Vlaamsnationale Auteurs in samenwerking met het KVHV-Kortrijk, n.a.v. de twintigste verjaardag van Gantois' overlijden. De plechtigheid werd muzikaal opgeluisterd met volksmuziek uit Frans-Vlaanderen door Tom Pauwels en Willy Cobbaut. Guido van der Meersch droeg gedichten voor. De bijeenkomst werd besloten met een rondgang in de ‘Bibliotheek der Franse Nederlanden’ die voor een groot deel bestaat uit de bibliotheek van Gantois zelf.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken