Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 98 (1994)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 98
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 98Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 98

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 98

(1994)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 128]
[p. 128]

ANV-nota over buitenlands cultuurbeleid
In mei verzonden t.b.v. de kabinetsformatie in Nederland

Het bestuur van het Algemeen-Nederlands Verbond ANV richt zich gaarne met het oog op de vorming van een nieuw Nederlands kabinet met het volgende tot u.

Cultuurbeleid als facetbeleid

Bevordering van de Nederlandse taal en cultuur in het buitenland en een daarop afgestemd actief taal- en cultuurbeleid behoren niet tot de sterkste onderdelen van het overheidsoptreden.

Toch is het voor de internationale positie van Nederland van wezenlijk belang dat Nederland een weloverwogen, actief buitenlands cultureel beleid voert dat meer is dan het onderhouden van culturele betrekkingen of beperkt blijft tot culturele exportbevordering per sector.

 

Bevordering van de eigen taal en cultuur extra muros is voor vele landen reeds lang een vanzelfsprekende zaak en daarmee een vast onderdeel van het buitenlands beleid geworden. Onze buurlanden Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk besteden ruime budgetten aan bijvoorbeeld organisaties als de Alliance française, het Goethe Institut en de British Council.

 

Zonder nu rechtstreeks te pleiten voor een dergelijke Nederlandse instelling en ons realiserend dat een belangrijke aanbeveling uit het ‘rapport Gevers’ door de scheidende minister van Cultuur wordt gesteund (de oprichting van een vereniging voor cultuurbevordering), bepleit het bestuur van het ANV een duidelijke mentaliteitsverandering inzake cultuurbeleid.

 

Tot dusverre wordt cultuur binnen het overheidsbeleid als sector beschouwd, naast de talloze andere sectoren van overheidsverantwoordelijkheid. Cultuur dient echter als facet te worden gezien zoals bijvoorbeeld milieu, dat - overigens pas na veel discussie - thans onderdeel uitmaakt van besluitvorming in welke sector dan ook. Op ongeveer vergelijkbare manier dient het aspect cultuur mee te wegen in de besluitvorming binnen verschillende sectoren van bijvoorbeeld ook het sociaal-economische aandachtsveld. Cultuur in brede zin opgevat, dus ruimer bepaald dan de kunstensector en tot uiting komend in het gehele doen en laten van de Nederlandse bevolking, behoort bij de belangenbehartiging een rol te spelen.

 

Overwegingen hierbij zijn:

a.behoud en ontplooiing Nederlandse identiteit;
b.bijdrage leveren aan de Europese pluriformiteit;
c.voldoen aan vraag uit het buitenland;
d.tweerichtingsverkeer bij internationalisering.

 

Om deze punten voldoende draagvlak te geven dient het onderwijs aan de Nederlandse scholen in de vakken Nederlandse taal, geschiedenis en aardrijkskunde van de Nederlanden (het historische begrip) sterk verbeterd te worden.

Deze punten worden overigens ook naar voren gebracht in de partijprogramma's die de verschillende politieke partijen voor de verkiezingen het licht deden zien. Bijlage I geeft daarvan voorbeelden.

Cultuurbeleid als deel van het buitenlands beleid

De Europese integratie oefent druk uit op de positie van de Nederlandse taal en cultuur, maar biedt ook kansen. Om deze druk te kunnen weerstaan en de kansen te kunnen onderkennen en grijpen, bepleit het ANV het formuleren en uitvoeren van een substantieel buitenlands cultureel beleid. Dit beleid dient een onderdeel te vormen van het algemeen buitenlands beleid, naast het traditionele veiligheidsbeleid, het beleid t.a.v. mensenrechten of de ontwikkelingssamenwerking. Een Nederlands buitenlands cultureel beleid is daarbij gericht op belangenbehartiging en sluit als zodanig aan bij het buitenlandse economische beleid, zonder evenwel tot louter exportbevordering van de verschillende cultuursectoren te vervallen. Optredens van toneel-, muziek- of balletgroepen en afzet van vertalingen van Nederlandse poëzie en proza in het buitenland is en blijft een typische taak voor de desbetreffende beleidssectoren van de vakministeries. Buitenlandse Zaken echter is verantwoordelijk voor Nederlands’ positie in het buitenland en behoort zich in te zetten voor bij voorbeeld:

a.behoud van de Nederlandse taal binnen de Europese instellingen;
b.Nederlands op bijsluiters en verpakkingen;
c.behoud van de radiozender Radio I op de middengolf;
d.accentverlegging bij internationalisering in het onderwijs naar landen waar Nederland vanouds bijzondere banden mee onderhoudt.

 

Deze voorbeelden (zie bovendien bijlage II) gaan de verantwoordelijkheid van een sectorminister te boven. Niettemin werd tot nu toe het algemeen-Nederlands cultureel belang bij de besluitvorming bij deze punten niet meegewogen. In tegendeel, uit puur economische overwegingen stemde Nederland tegen gebruik van de landstaal op verpakkingen, waardoor het Nederlands van het toneel verdwijnt.

Het ANV bepleit derhalve:

1.een duidelijk onderscheid te maken tussen cultuur in engere zin (sectoren) en cultuur in bredere zin (facet);
2.het sectorbeleid cultuur in engere zin, met inbegrip van de daarbij behorende exportbevordering aan vakministeries over te laten;
3.het facetbeleid cultuur in ruime betekenis als onderdeel van het algemene buitenlandse beleid aan de minister van Buitenlandse Zaken toe te wijzen, die daarbij over beslissingsbevoegdheden dient te beschikken;
4.als basisvoorwaarde het verbeteren van onderwijs in de vakken Nederlands, aardrijkskunde en geschiedenis.

 

Het bestuur moge u bij dezen verzoeken bovenstaande overwegingen bij de werkzaamheden tot vorming van een nieuw kabinet te betrekken en de toekomstige ministers van:

-onderwijs
-cultuur
-buitenlandse zaken

 

hiervan in kennis stellen.

 

Het bestuur van het Algemeen-Nederlands-Verbond


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken