Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 98 (1994)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 98
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 98Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 98

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 98

(1994)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 160]
[p. 160]

Echtpaar Knecht-Drenth ontving uit handen van koningspaar hoogste Spaanse culturele onderscheiding

Donderdag 23 juni jl. was een grote dag voor het echtpaar dat mede aan de wieg stond van de Stichting ANV-Tijmen Knecht Fonds ter oprichting en instandhouding van buitengewone leerstoelen Cultuur der Nederlanden. De heer en mevrouw Knecht ontvingen beiden de ‘Medalla de Oro al Mérito en las Bellas Artes’, voor het gedurende ruim twintig jaar tijdens elk verblijf in Spanje - per jaar 3 à 4 maanden - voorgezette werk aan een collectie traditioneel Spaans aardewerk. De collectie werd verleden jaar voltooid. De gehele morfologie van tientallen verschillende soorten traditioneel aardewerk die Spanje historisch kende, was in een 3455 objecten tellende verzameling tesamen gebracht, gedetermineerd, beschreven, gefotografeerd en gecatalogiseerd. Eind 1993 werd de collectie overgedragen aan het Nationale Antropologisch Museum te Madrid, dat haar als ‘Knecht-Drenth Collectie’ zal conserveren en exposeren. Bij die gelegenheid had de direkteur van het museum, de heer Pedro Manuel Berges Soriano, het echtpaar voorgedragen voor de onderscheiding die als hoogste geldt op cultureel gebied. De uitreiking vond dit jaar plaats te Santa Cruz te Tenerife, feit waaraan de spreiding van allerlei manifestaties vanuit de hoofdstad Madrid naar de hoofdsteden van de verschillende ‘autonomías’ niet vreemd is.

 

Na de uitreiking door Koning Juan Carlos en Koningin Sofía, spraken de Koning en de minister van Cultuur, mevrouw Carmen Alborch, waarbij de laatste de verdiensten van ieder van de onderscheidenen speciaal belichtte. Duidend op het werk van de Nederlanders zei de minister dat die misschien, ‘omdat wij Spanjaarden er te dicht opstonden, beter bepaalde aspecten van wat (onze cultuur)

illustratie
Begroeting door koning Juan Carlos en koningin Sofia van de heer en mevrouw Knecht op de receptie na de plechtigheid.


tot stand bracht, konden signaleren en naar voren brengen’. ‘Het tot stand komen van deze collectie’, aldus de minister, ‘verdient zeer speciale erkentelijkheid’, ze vormt ‘een onschatbaar legaat waardoor de zeer rijke variëteit van het aardewerk, gemaakt door zo veel anonieme kunstenaars, kenbaar zal blijven’.

 

‘Wij zijn echt blij met deze erkenning’, aldus de heer Knecht: ‘ze kreeg nog meer accent toen wij uit de door het departement van Cultuur verschafte documentatie berekenden dat - afgezien van de befaamde flamenco-danseres María Hoyos Panadero en onszelf - de gemiddelde leeftijd van de gehuldigden uitkwam op 80 jaar. Treffend was ook dat de minister eraan refereerde dat ons werk zich ‘in stilte voltrok’. De meeste reacties van degenen die ons werk wel opmerkten varieerden van meewarigheid, via bevreemding tot afwijzing. Meewarigheid bij de ‘gewone man’, Spanjaard en buitenlander: hoe kon al dat - vaak ook nog geschonden! - aardewerk ook maar iets waardevols aan zich hebben? Maar ook dus bevreemding: waarom zouden Nederlanders - en nog wel mensen die zeggen zo veel zorg te hebben voor de eigen cultuur - zich bij elkaar tien mensjaren gaan wijden aan een stuk Spaans cultuurgoed?

‘Mijn reactie was steeds drievoudig’, aldus Tijmen Knecht. ‘Allereerst moet men leren dat respect, ja liefde voor de eigen cultuur, het hebben van dezelfde gevoelens voor de cultuur van anderen niet uitsluit. Goed bezien gaat het niet om contradictoire, maar om complementaire grootheden. Moeilijkheden ontstaan pas als cultuurelementen duidelijk botsen. Voorts: afgezien van het feit dat

[pagina 161]
[p. 161]

men best wat mag doen voor een land dat in zekere zin een tweede vaderland geworden is, waren wij ons steeds bewust met iets van wijder belang bezig te zijn. De - soms ook door buitenlanders in Spanje - geuite bevreemding, gaf blijk van onvoldoende kennis en inzicht. Door historische, geografische en economische oorzaken was het aardewerk van het Iberisch schiereiland qua vorm en samenstelling het rijkste van heel Europa. Een reeks van mediterrane volken, Grieken, Romeinen, Feniciërs, lieten hier hun sporen na; in de zuidelijke gebieden zijn Arabische en Berber-invloeden sterk; vanuit het noorden kwamen Kelten, Gothen, Vandalen en Vikingen het schiereiland binnen en ook zij lieten er nederzettingen met hun materiële cultuur na. Eeuwenlang bestonden vele typen aardewerk en andere handwerkprodukten naast elkaar; de verspreidingsgebieden afgegrensd door de vele bergruggen die het schiereiland rijk is. De moderne tijd brak dit alles open. Pas gedurende de laatste 60 jaar verdween de traditionele pottebakkerij; in sommige gebieden grotendeels, in andere geheel. Het ging erom het eeuwen-, soms duizendenjaren oude cultuurgoed vast te leggen voor het voorgoed zou verdwijnen. De taak die hier lag was des te urgenter daar bleek dat geen enkel Spaans museum een adequate verzameling op dit gebied bezat.

 

Wij zijn bezig ‘Europa te maken’. Sommigen denken hierbij aan een Europa van cultureel min of meer homogene vaderlanden, voor anderen moet het liever een ‘Europa van de multiculturen’ worden. ‘Onze ervaringen leerden ons ook op dit gebied een stap verder te denken dan vaak gebruikelijk is’, aldus T. Knecht. Waren Spaanse kennissen er uiteindelijk wel van overtuigd dat wij met iets van waarde bezig waren, velen bleven de idee zo'n verzameling aan een museum te schenken maar ‘zot en dom’ vinden. Gevraagd naar de achtergrond van de niet zonder felheid uitgesproken diskwalificaties, kregen wij het volgende te horen: ‘als een collectie dan zo waardevol is, dan geef je hem toch niet aan wat jullie noemt “de gemeenschap”, dus aan de staat, of aan een museum - toch ook van die staat! Zo iets laat je toch na aan je kinderen of, heb je die niet, aan je familie of desnoods aan je vrienden’. Rationele betogen hielpen hier niet. Het denken in termen van bredere gemeenschapsverbanden, waarvan de natonale staat er één is, is in vele landen slechts bij een minderheid ontwikkeld. In een land als Spanje kijkt zeker 80% van de bevolking vreemd aan tegen een samenleving als de Nederlandse, waarin het je inzetten - vrijwillig, onbetaald - voor gemeenschapstaken buiten de eigen - uitgebreide - familie voor honderdduizenden een normale zaak is. Steekt men de Middellandse Zee over dan zien wij deze diep ingrijpende culturele tegenstelling nog pregnanter. Daarom dreigt blijvende vestiging van hele volksgroepen met sterk afwijkende cultuurpatronen te voeren tot ontwrichtingsverschijnselen, waaronder mensen generaties lang zullen lijden, wanneer nu niet eindelijk een krachtig integratiebeleid wordt gevoerd. Grote groepen mensen die hier vreemd zijn, en vaak ook uitdrukkelijk vreemd willen blijven ten opzichte van de kern van ons cultuurpatroon, konden zich hier blijvend vestigen, zonder dat vooraf de te verwachten gevolgen grondig werden bestudeerd. Op de politici die hiervoor verantwoordelijk waren - en zijn - rust een zeer zware verantwoordelijkheid.

 

‘Dit was een van de lessen die ons, tijdens ons als zeer positief ervaren werk in Spanje, werd ingescherpt’, aldus Tijmen Knecht.

 

Redactie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken