Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 102 (1998)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 102
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 102Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 102

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 102

(1998)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 10]
[p. 10]

Extra muros
Mijn landgenoten in de Andes
● Peter Hattink

Een schilderij met de afbeelding van engel met een doelgericht geweer. Een andere engel, vriendelijk lachend met een schietwapen. En nog weer een andere engel, die trots zijn vuurwapen op zijn schouder heeft gelegd. Alsof met vuurwapens omgaan dagelijkse kost is voor vreedzame engelen!

 

Gechoqueerd en gefascineerd was ik. De eerste maal dat ik deze gemilitariseerde engelen zag was in een chique antiekwinkel in de Flóridastraat te Buenos Aires. De engelen met hun geweren waren geheel in de sfeer die ik proefde toen ik in Argentinië verbleef. Het was april 1982. Als correspondent voor de media in Nederland moest ik de Falklandoorlog verslaan.

Niemand in de chique antiekwinkel kon mij vertellen waarom deze engelen geweren droegen. Als welopgevoede Europeaan kon ik niet verder komen dan de aartsengel Gabriël die alleen met een zwaard streed tegen opstandige soortgenoten of tegen draken. De antiquair kon mij alleen vertellen dat het handgeschilderde kopieën waren van engelen uit het Andesgebergte. Blanke engelen, die heel lang geleden waren geschilderd.

Dank zij mijn engelbewaarder kwam ik de Falklandoorlog ongeschonden door.

De gewapende en mooi uitgedoste engelen uit Amerika bleven door mijn hoofd spelen, maar zij waren in de oude boeken uit Europa onvindbaar. Wel was er in de antiquariaten veel te vinden over de joodse, christelijke en af en toe ook islamitische engelen. Net zoals in Spaans-Amerika waren de originele afbeeldingen van deze engelen de voorloper van de huidige audiovisuele middelen, bedoeld om bepaalde facetten van de godsdienst uit te leggen. Dit om de verhalen, die zij voorstellen, begrijpelijker te maken en hiermee een acceptatie te bewerkstelligen.

Jaren later kwam ik de vriendelijke, maar gewapende engelen weer tegen in Latijns- Amerika: eerst in Lima, toen in Cusco (het oude Cuzco), Arequipa en later in La Paz. Ik deed toen een schokkende en toch aangename ontdekking: de engelen zijn mijn landgenoten van heel lang geleden!

Twee godsdiensten

De Spaanse geestelijkheid ontdekte in de zestiende eeuw

illustratie

dat de oorspronkelijke bewoners van Latijns-Amerika best bereid waren de nieuwe godsdienst -het christendom- aan te nemen, maar dat zij niet tegelijkertijd van hun eigen religieuze gedachtegoed konden loskomen. De franciscanen en de dominicanen -de laatste orde had de inquisitie in handen- stonden op het standpunt dat alle gedachtegoed uit Amerika heidens was en dus vernietigd moest worden. De jezuïeten en de augustijnen hadden een meer realistische benadering: zij legden het verband tussen het bestaande Amerikaanse gedachtegoed en de zon -geschapen door God- als een gepland ezelsbruggetje naar het christelijke geloof. Op deze manier moest de katholieke geestelijkheid in de Spaanse kolonie op religieuze afbeeldingen dikwijls interpretaties van begrippen toelaten, die in Europa verboden waren.

Een grappig voorbeeld is de Heilige Drie-eenheid: in de oude wereld waren dit afbeeldingen van God de Vader, God de Zoon en de Heilige Geest. De eerste was een oude man, de tweede een jongeling en de derde werd afgebeeld in de vorm van een duif. De bewoners van de Andes, die sommige dieren vereerden in hun eigen wereldbeeld van de Pachamama -hun eigen Moeder Aarde- dachten via de duif in de nieuwe godsdienst hun oude religieuze symboliek

[pagina 11]
[p. 11]

voort te kunnen zetten. Sommige Spaanse priesters hadden dit door en verboden hen daarom op godsdienstige werken dieren te schilderen. De inboorlingen, vindingrijk als altijd, lieten dit niet op zich zitten en kwamen met een duidelijk alternatief: de Heilige Drie-eenheid werd voorgesteld door één Christus met drie gezichten of drie identieke Christussen op een rijtje naast elkaar.

In Cuzco, de hoofdstad van het oude Incarijk, stichtten de Spanjaarden omstreeks 1570 een religieuze schilderschool. De schilders, die werkten volgens het leerlingenstelsel uit de Europese gilden, waren Spanjaarden, indianen en mestiezen. Vanaf het begin baseerde de ‘Escuela Cuzqueña’ haar werken op het religieus grafische materiaal van de Antwerpse drukkerij Plantijn, die tot 1844 -ver na de koloniale tijd- een importmonopolie van boeken en grafisch werk in het Spaanstalige Amerika had. Hierdoor kon deze schilderschool een groot aantal Vlaamse gravures van religieuze afbeeldingen verzamelen, die dienden als bron van inspiratie voor eigen interpretaties.

Aanvankelijk domineerden de voorschriften van de Spanjaarden op de Cuzqueense schilderschool. Alle leerlingen werden periodiek aan strenge examens onderworpen over het menselijke lichaam, de kneepjes van de architectuur en het perspectief. Afbeeldingen van de Maagd Maria bijvoorbeeld mochten alleen maar gemaakt worden als een meisje van een jaar of zestien in witte en blauwe kleding. De invloed van de indianen en de mestiezen in de ‘Escuela Cuzqueña’ werd op den duur enorm en leidde tot een scheiding met de Spaanse schilders. In 1683 sloegen de inheemse artiesten de weg in van de volksschilderkunst. Men zocht inspiratie in oude en archaïsche modellen uit de eigen ‘Pachamama’, het aangeleerde perspectief werd overboord gegooid, de gewoonte van de inboorlingen om alles te stileren kwam weer boven en dit alles werd gecombineerd met de Spaans traditioneel middeleeuwse voorkeur voor decoraties van goud.

Gevleugelde wezens

De verhalen over de joodse en christelijke engelen waren in de zeventiende eeuw in het Andesgebergte heel populair. De indianen waren onder de indruk van deze gevleugelde wezens, die in het geïmporteerde gedachtegoed de natuurverschijnselen en weersgesteldheden beheersten. Gevleugelde mensen, die in strikte hiërarchie leefden. Gevleugelde personen, die ook onderling gestreden hadden om de macht. Voor de inboorlingen leken de gevechten van deze engelen op die uit de tijd van hun voorvaderen, waarmee niet alleen de overwinnaars van vroeger, maar ook de indertijd overwonnen stammen zich konden identificeren. De Spaanse clerus was op de hoogte van de fascinatie van de Andesbewoners voor engelen. Ook wisten de geestelijken dat zij een groot ontzag hadden voor de donder en de bliksem. Natuurkrachten die de indianen zagen als afgeleide instrumenten van de Zon: de God van de Inca. Instrumenten, die de Zon gebruikte als Zij vertoornd was, want gebouwen waar de bliksem in was geslagen, werden door de inheemse bewoners gesloten en nooit meer gebruikt. Deze ‘donder en bliksem’ hadden de Europese soldaten in hun geweren. En deze soldaten gebruikten hun eigen ‘donder en bliksem’ als de Spaanse machthebber boos was op de indianen.

Volgens de Boliviaanse antropologe Teresa Gisbert, de onbetwiste autoriteit op het gebied van koloniale iconografie en het syncretisme tussen het indiaanse en het christelijke gedachtegoed, zocht de Spaanse geestelijkheid steeds naar hulpmiddelen om haar boodschap zo duidelijk mogelijk uit te leggen. Zo kwamen de jezuïeten op het pragmatische idee de oude donder en bliksem van de Inca om te buigen tot elementen in de wapens van een gevleugelde artillerie ter bescherming van de nieuwe godsdienst: het christendom, met als sterkste symbool Moeder en Kind. Om de gewapende engelen tot een goddelijk niveau in dienst van de Spaanse koning te verheffen, vonden deze priesters dat men de engelen op het niveau van bevelhebber in de barokke infanteriekleding van de Spanjaarden moest steken.

Na een uitgebreide discussie besloten de jezuïeten dat deze gewapende engelen niet afgebeeld konden worden met gezichten van Spanjaarden of inboorlingen. De beschermer moest een ‘nieuw’ wezen worden. Een van de geestelijken kwam met het voorstel hiervoor het type van de Vlaamse soldaten te gebruiken. Het voorstel werd aanvaard omdat Vlaanderen in die tijd Spaans was.

De Lage Landen in de Andes

Maar er is iets heel merkwaardigs aan de oorsprong van de houdingen van de engelen op de schilderijen. De manier waarop zij in die tijd met de wapens omgaan, is niet Spaans. De verschillende houdingen van de gewapende engelen uit de Andes zijn te danken aan het eerste instructieboekje voor exercitie uit de Lage Landen. Het Spaanse noord-west-Europa was in de zeventiende eeuw verdeeld door de strijd tegen het absolutisme van Madrid. In de Noordelijke Nederlanden, waar men bezig was het katholicisme te verruilen voor het protestantisme, streed men voor de onafhankelijkheid tegen de Spanjaarden. De katholieke Zuidelijke Nederlanden, met daarin Vlaanderen, zouden later tegen de dictatuur van Spanje in opstand komen. Veel Vlamingen vluchtten voor het Spaanse schrikbewind naar de Noordelijke Nederlanden.

Een van die gevluchte Vlamingen was Jacob van Gheyn uit Gent. Hij vestigde zich in Den Haag en kreeg van stadhouder Maurits van Nassau in 1607 de opdracht een prentenboek te maken van soldaten die exercitie-oefeningen

vervolg onderaan pag. 14....


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken