Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 102 (1998)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 102
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 102Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 102

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 102

(1998)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 15]
[p. 15]

Geschiedenis
Wel en wee van het Wilhelmus
● Els Ruijsendaal

Het Wilhelmus staat in het Guinness Book of Records geboekstaafd als ‘de oudste muziek van alle volksliederen’ en kan, in de combinatie van muziek en tekst, als het oudste volkslied ter wereld worden beschouwd. Dat zal voor menigeen nog wel een verrassing zijn temidden van de recente discussies die de gevoelens van ‘het volk’ over ons ‘volkslied’ tot onderwerp hebben.

 

Bij grote veranderingen in de samenstelling van de bevolking en bij het opgaan in een groter verband - beide ontwikkelingen vinden nu in Nederland plaats - kan men zich afvragen of het bestaande volkslied nog ‘meekan’. Die vraag is bepaald niet nieuw en maakt deel uit van een grotere discussie over overgeleverde waarden en aanpassing aan nieuwe omstandigheden. Niet helemaal toevallig, lijkt het, werd dus op 25 april 1997 een door het P.J. Meertensinstituut georganiseerd symposium over Nationale hymnen* gehouden, waarvan het verslag dit jaar als bundel verscheen. De verschijning werd begeleid door publieke discussies over het Nederlandse volkslied, waarbij opviel dat het ondervraagde publiek het lied vaak slecht blijkt te kennen. Het belet overigens niemand er een stevige mening over te hebben. Een haastige rondgang met de microfoon en de vraag: ‘Wat vind jij van het Wilhelmus?’ levert kreten op als: ‘Duits bloed: belachelijk!’, kreten die vervolgens als een soort argumenten aan kijkers en luisteraars worden gepresenteerd. Daarmee is het kortstondig opgeklopte nieuws weer voorbij.

Dat is jammer, omdat naar het Wilhelmus zeer veel onderzoek is gedaan en het voor de publieke meningsvorming heel zinnig zou zijn als een aantal gegevens daaruit breder bekend zou raken. Het is in dit verband niet zo gek om een aantal zaken hieromtrent eens op een rijtje te zetten, als voer voor een nuchtere gedachtevorming.

Volkslied

Een staat zonder volkslied is niet zo gauw gevonden, het is dus heel normaal om een volkslied te hebben. De meeste officiële volksliederen stammen uit de ontstaansperiode van de nationale staat - in Europa in de 19e eeuw -, die een dergelijk symbool blijkbaar nodig heeft voor de buitenwereld (als ‘herkenningsmelodie’ van het land) en voor het binnenland (ter bevordering van de eenheidsgevoelens).

Eigenlijk is er op elk niveau wel een volkslied, tot en met het ‘Hand in hand, kameraden’ van de voetbalclub. In veel gevallen komt het volkslied ook voort uit een al bestaand (strijd)lied, als dat tenminste acceptabel kan zijn voor de bevolking als geheel.

Het Nederlandse woord volkslied valt op temidden van de benamingen in andere talen, waarin het lied meestal met (nationale) hymne wordt aangeduid. Onze aanduiding heeft waarschijnlijk met de geschiedenis van het lied te maken. Het Wilhelmus was eigenlijk al ‘volkslied’ voordat het de ‘hymne’ van het koninkrijk werd. Dat werd het pas in 1932, nadat in Nederland een eeuw lang het ‘Wien Neêrlandsch bloed’ bij officiële gelegenheden geklonken had! Dit lied (van Hendrik Tollens en J.W. Wilms) had namelijk de prijsvraag voor een officieel volkslied gewonnen die in 1815, kort na de aanvaarding van het koningschap door Willem, was uitgeschreven.

De tirannie verdrijven: het ontstaan van het Wilhelmus

Ondanks alle onderzoek ernaar zijn de precieze plaats en tijd van ontstaan van het Wilhelmus niet bekend. Tot voor kort was de oudst bekende vindplaats die in het Geuzenliedboek uit 1581 (Een nieu Geusen Lieden Boecxken). Inmiddels is daarvan een eerdere druk

[pagina 16]
[p. 16]

gevonden, die naar schatting uit 1577-78 stamt en misschien komt het lied dan ook voor in de oudste druk van 1573.

Het Wilhelmus is dus voor 1573 ontstaan, naar algemene schatting tussen 1568 en 1572, als propagandalied om geld los te kloppen voor een nieuwe expeditie van Willem ter bevrijding van de Lage Landen.

Het lied, op een bekende wijs, raakte snel verbreid in kringen van de prinsgezinden en ver daarbuiten. Het kwam niet voor niets voor in het genoemde Geuzenliedboek: ‘geuzen’ is de vernederlandste vorm van gueux, bedelaars of schooiers, waarvoor de oppositie in de Nederlanden werd uitgemaakt.

Er zijn talloze vermeldingen die getuigen van de brede bekendheid van het lied, ook in andere landen, waar de tekst vertaald werd of het lied zelfs een geheel eigen tekst kreeg. De eerste letterlijke vertaling stamt uit Duitsland (1573!); de oudst overgebleven versie op papier is dus een Duitse vertaling. Vermeldenswaardig is nog dat het Wilhelmus

Over Duytschen in ben ick van Duytschen bloed wordt meer gezucht dan nodig is. De prins gaf aan dat hij hiervandaan kwam: Duits was in de 16e en 17e eeuw het gewone woord voor Nederlands (en Duits overigens, die scheiding was nog niet zo scherp), vandaar dat de Engelsen het nog steeds over Dutch hebben als ze Nederlands bedoelen.
Ook getrouwe tot in den doet roept misverstanden op, want doet rijmt toch op bloed? Ja en nee: die oe gaf een lange, diepe, gesloten oo weer, die in sommige dialecten blijkbaar als onze ‘oe’ klonk. Nu valt het niet meer te rijmen en zingt men ‘dood’.
De Prins van Oranje stelt zich voor als vrij onverveert, dat ‘vrij en onvervaard, zonder vrees’ betekent.


in Luxemburg de hymne van het vorstenhuis is sedert dat land deel uitmaakte van het koninkrijk.

De tekst

De inhoud van het lied is, kort samengevat, als volgt. Willem, bescheiden, dapper, en diep gelovig, acht het zijn plicht het tirannieke bewind van de Spanjaarden uit ons land te verdrijven. Hij bidt God om succes en vraagt morele steun aan het volk. Men hoort zijn wettige vorst (dat was de Spaanse koning toen) te dienen, maar als diens bewind ontspoort, dan mag men op zo'n moment een beroep doen op de hoogste macht, op God.

In een werkelijk prachtige publieksuitgave van het Wilhelmus heeft Willem Wilmink* de tekst van alle vijftien strofen voor de jonge burger van een eenvoudige toelichting voorzien. Dit boekje zou bij iedereen in de kast moeten staan. De tekstdichter staat nog steeds niet vast. De twee grootste kanshebbers, de jurist Dirck Volckertsz. Coornhert (1522-1590) en de magistraat Marnix van St. Aldegonde (1540-1598), hebben er zelf nooit melding van gemaakt en de tekst lijkt ook niet bij twee zulke ervaren dichters te passen. Aan de vorm van de tekst is in ieder geval te merken dat de dichter thuis hoorde in de vormenminnende rederijkerstraditie, want het Wilhelmus is een prachtig naamdicht, d.w.z. dat de eerste letters van de strofen samen de naam Willem van Nassov opleveren.

Ook de verdere vorm van het lied lijkt zeer planmatig: duidelijk komen drie delen naar voren (Willem van Nassou: 6, 3 en 6 strofen). Het hart van het lied vormen de drie vanstrofen, waarin de schrijver zich wendt tot het hogere. Als men zou uitgaan van tweemaal zeven strofen plus een in het midden (de achtste strofe), dan heeft men evenzeer de (toegespitste) kern van het gedicht te pakken. Wie de hele tekst bezit, moet er maar eens rustig voor gaan zitten!

De eerste en zesde strofe dienen als ons (gezongen) volkslied. Zeker in oorlogstijd maken regels als ‘de tirannie verdrijven’ het oude geuzenlied weer helemaal waar. Geliefd wil nog niet zeggen gekend, want de meeste Nederlanders kunnen het volkslied niet (compleet) zingen. In 1813 was dat overigens niet anders, ook toen klaagde men erover dat niemand verder kwam dan de eerste twee regels.

Door de tijden heen heeft men de tekst telkens willen aanpassen of vernieuwen. Het tekent de populariteit van het lied, maar voor de oorspronkelijke tekst was het wel funest. Dat heeft in 1815 waarschijnlijk ook ‘Wien Neêrlands bloed’ een kans gegeven. In 1923 is de oorspronkelijke tekst in ere hersteld. Ook nadien zijn er weer parodieën gemaakt en niet zo lang geleden (1995 en daarna) zijn er zelfs prijsvragen uitgeschreven en wedstrijden gehouden ter vernieuwing of actualisering van de tekst, zoals de Wilhelmusdichtwedstrijd of het tv-programma van Jack Spijkerman.

Maar die geheimzinnige, niet geheel begrepen tekst, die bovendien ècht is, wordt uiteindelijk telkens weer verkozen boven bij de tijd gebrachte, maar van hun betovering ontdane teksten.

De melodie

Het Wilhelmus wordt gezongen Na de wijse van Chartres, een ooit bekend Frans soldatenlied. Men maakt vaker gebruik van een bekende melodie. En omdat de melodie mondeling en in verschillende streken werd overgeleverd,


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken