Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandica extra Muros. Jaargang 1970 (1970)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandica extra Muros. Jaargang 1970
Afbeelding van Neerlandica extra Muros. Jaargang 1970Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandica extra Muros. Jaargang 1970

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandica extra Muros. Jaargang 1970

(1970)– [tijdschrift] Neerlandica extra Muros / Internationale Neerlandistiek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 55]
[p. 55]

Oprichting I.V.N.

Op maandagmiddag 7 september, één dag voor het Vierde Colloquium Neerlandicum, werd de Internationale Vereniging voor Nederlandistiek opgericht. Het was prachtig weer in Gent, veel te warm om te vergaderen. Hulde dus aan de ruim 30 aanwezige dapperen.

Voorzitter Thys stond voor een moeilijke taak. Het eerste probleem was al: wat komt nu eerst, de goedkeuring van de statuten of de oprichting van de vereniging? Collega Van Hoeken vond het een, collega Bulhof het ander. De heer Thomassen (die weinige uren later penningmeester zou zijn) bracht redding: deze vraag hoefde helemaal niet gesteld te worden, de voorzitter kon constateren dat de vereniging opgericht wás. Hetgeen de voorzitter deed, en de vergadering knikkend bevestigde.

Vaststelling statuten.

De behandeling van de statuten gaf uiteraard heel wat discussiestof. Het begon helemaal bovenaan: bij de naam. De intramurale neerlandici (aanwezig waren de professoren Gerritsen en Sötemann - en prof. Schultink, maar die wenste zich zeer uitdrukkelijk niet tot deze groep te rekenen) bleken toch wel grote bezwaren tegen de d in ‘nederlandistiek’ te hebben, en de extramuralen zijn dan niet zo dat ze zich daar niets van aantrekken. Na wat heen-en-weer-gepraat bleek echter bij een peiling (die geen stemming mocht heten) dat een grote meerderheid van de vergadering vóór de in onze kring ingeburgerde term nederlandistiek was. Voor een definitieve oplossing werd de kwestie naar een commissie verwezen. - Op het moment van schrijven is de beslissing over deze zaak nog niet gevallen, maar hopelijk kan op een andere plaats in dit nummer het definitieve besluit van het bestuur (na ingewonnen advies van de commissie Heeroma-Zaalberg) medegedeeld worden.

Ook de Engelse benaming van de vereniging, in de ontwerp-statuten vermeld als ‘International Association of Netherlandic Studies’, stuitte op bezwaren, wás al op bezwaren gestuit, met name van de collega's in (Brits-)Engelstalige landen, zoals gebleken was uit schriftelijke opmerkingen die de Werkcommissie had ontvangen. De Engelse naam werd uit artikel 1 geschrapt, om ‘de handen vrij te houden’. Advies van een commissie zou ook hierover worden ingewonnen. - Inmiddels is wel duidelijk geworden dat Australië, Groot-Brittannië en waarschijnlijk Zuid-Afrika tegen Netherlandic en vóór Dutch zijn, dat het in Canada andersom is, en dat er in de Verenigde Staten waarschijnlijk

[pagina 56]
[p. 56]

een voorkeur voor Netherlandic bestaat, maar hoe sterk en hoe algemeen die is, is nog de vraag. Omdat de raadpleging in dit geval schriftelijk moet geschieden en de kopij voor N.e.M. vroeg moet worden ingeleverd, kan de beslissing over deze kwestie helaas nog niet in dit nummer vermeld worden.

N.a.v. artikel 4 (Leden) ontspon zich een discussie over verschillende punten. Prof. Schultink ontwikkelde de gedachte aan een algemene vereniging van neerlandici intra en extra muros en vroeg zich af of aan een dérgelijke vereniging - áls ze zou ontstaan - niet eerder de naam ‘Internationale Vereniging voor Nederlandistiek’ en het uitgeven van een jaarboek zou toekomen, en of onze vereniging dan van dat grotere verband deel zou uitmaken. Verschillende aanwezigen betreurden het dat een dergelijke associatie van nederlandisten nog niet bestond. De voorzitter verklaarde dat de Werkcommissie de gedachte erg aantrekkelijk vond, maar toch gemeend had, dat een initiatief in deze richting niet van extramurale zijde moest komen. Voorgesteld werd hieraan een resolutie van het Colloquium te wijden. - Toen het echter zover was gekomen dat de resoluties werden opgemaakt, bleek een passende formulering voor deze wat delicate kwestie te moeilijk, ook al gezien de haast die er toen was. Zo verschijnt deze interessante gedachte dus alleen maar op schrift in een wat verscholen hoekje van ons blad, maar daar staat ze dan toch.

Collega Van Hoeken wilde de vereniging ruimer opvatten dan de statuten deden: ook niet-neerlandici die wel aan nederlandistiek deden, ook buitenlandse studenten zouden lid moeten kunnen worden. Het leek de voorzitter beter aan de oorspronkelijke opzet vast te houden: extramurale academische nederlandisten zouden gewoon lid zijn, intramurale buitengewoon lid. Het laatste punt van artikel 4 voorzag immers in de mogelijkheid ook anderen op te nemen?

 

Na een theepauze bleken we nog niet uitgepraat over de kwestie van het lidmaatschap. Het onderscheid in ‘gewone’ en ‘buitengewone’ leden was niet overal goed gevallen. Prof. Zaalberg had daarom voorgesteld de extramurale docenten in actieve dienst ‘gewone’ leden te noemen, de oud-docenten buitengaats ‘buitengewone’ en de binnenlandse nederlandisten ‘raadgevende’ leden. De aanwezige professoren bleken echter weinig voor deze titel te voelen, zodat besloten werd de oorspronkelijke tweedeling aan te houden.

Wel bestond er behoefte aan een formulering waardoor niet alleen binnenlandse hoogleraren en lectoren, maar ook wetenschappelijke medewerkers als buitengewoon lid zouden kunnen toetreden. Vooral omdat de universitaire terminologie in Nederland verschilt van die in België, was het moeilijk direct een nieuwe, sluitende redactie van het artikel voor te stellen. De vergadering liet het daarom aan prof.

[pagina 57]
[p. 57]

Schultink en de heren Thomassen en De Rooij over een geschikte formulering te zoeken. - Intussen is het artikel 4 in de definitieve statuten, die aan alle potentiële leden zijn toegestuurd, in deze zin gewijzigd.

Er ontstond een kleine discussie over artikel 5 (‘Het lidmaatschap eindigt: a. door opzegging b. door overlijden’) maar bij nader inzien bleek wijziging niet noodzakelijk.

Tenslotte kwam ook bij de behandeling van de statuten al enkele malen het door de vereniging uit te geven ‘Jaarboek’ ter sprake. Omdat dit echter een apart agendapunt vormde, wordt de discussie over deze zaak duidelijkheidshalve hieronder weergegeven. In de statuten werden de passages over het Jaarboek om praktische redenen geschrapt.

Bestuursverkiezing

Nadat de statuten aldus waren vastgesteld, kon de verkiezing van het dagelijks bestuur plaatsvinden. De voorzitter deelde mee dat prof. Rutten intussen bericht had zijn kandidaatstelling te aanvaarden, dat van prof. Schmitt nog geen bericht was ontvangen maar dat hij zeker akkoord zou gaan, en dat mej. De Vries en prof. Weevers slechts onder een zeker persoonlijk voorbehoud geaccepteerd hadden, wat echter hun verkiezing niet in de weg hoefde te staan.

Hij legde er de nadruk op dat, nu dr. Jalink terugtrad, hijzelf en de heer Thomassen zich kandidaat gesteld hadden terwille van de continuïteit in het dagelijks bestuur, maar dat de keuze natuurlijk aan de vergadering was.

Daarna kon echter geconstateerd worden, dat er geen tegenkandidaten waren ingediend, zodat het voorgestelde bestuur van de I.V.N. bij dezen was gekozen.

 

En wel in de volgende samenstelling:

 

Prof. dr. W. Thys, Rijsel, voorzitter;
Dr. J. de Rooij, vh. Stockholm, nu verbonden aan de Kon. Ned. Akademie van Wetenschappen, Amsterdam, secretaris;
Drs. F.P. Thomassen, Den Haag, adj. dir. nuffic, penningmeester;
Prof. dr. P. Brachin, Parijs;
Prof. dr. J.E. Loubser, Port Elizabeth, z.a.;
Prof. dr. M. Rutten, Luik;
Prof. dr. L.E. Schmitt, Marburg;
Mej. drs. G. de Vries, Kopenhagen;
Prof. dr. Th. Weevers, Londen;
Prof. dr. C.A. Zaalberg, Leiden.

 

De drie eerstgenoemden vormen met prof. Rutten en prof. Zaalberg het dagelijks bestuur.

[pagina 58]
[p. 58]

Bespreking Jaarboek.

Het plan tot uitgeven van een ‘Yearbook for Netherlandic Studies’ was voor het eerst ter sprake gekomen op het Derde Colloquium (Den Haag, 1967) en daar vermeld in de 10e resolutie. Tijdens de oprichtingsvergadering van de i.v.n. verwachtte men echter nogal wat praktische moeilijkheden. Mede daarom bood prof. Gerritsen de docenten extra muros gastvrijheid aan in het Jahrbuch für internationale Germanistik, dat graag tot een derde deel van zijn bladzijden beschikbaar zou stellen voor nederlandistische studies. De voorzitter was er echter niet voor het Nederlands zo helemaal te laten inkapselen door de germanistiek, en voelde meer voor een onafhankelijke publikatie, met als voertaal Engels, om een zo groot mogelijk internationaal publiek te bereiken. Enkele aanwezigen - bv. de heer Jalink, collega Borst - merkten op dat het Nederlands nu eenmaal aan de meeste buitenlandse universiteiten aan het Duits is opgehangen, maar niet iedereen was daar gelukkig mee. In ieder geval bleek bij een stemming (of was het een peiling?) dat er een grote meerderheid vóór Engels als voertaal was (zonder de mogelijkheid van artikelen in andere talen uit te sluiten), slechts twee aanwezigen wilden Duits, één Frans.

Er werden ook enkele praktische suggesties gedaan. Collega Meter stelde voor niet direct te denken aan een jaarboek, maar aan een onregelmatig verschijnende publikatie. Hij noemde als voorbeeld het historische tijdschrift Acta historica neerlandica. Collega Wethlij wees op het Niederdeutsches Jahrbuch en de Mitteilungen für niederdeutsche Sprachforschung. Van verschillende kanten werd gesuggereerd het kind een Latijnse naam te geven (Als de lezers van deze regels iets anders weten dan Neerlandica extra muros houden wij ons aanbevolen!). De voorzitter gaf nog in het kort weer hoe hij zich de inhoud van deze publikatie had voorgesteld. Omdat wel duidelijk was, dat er deze middag geen concrete besluiten over al de verschillende aspecten van deze zaak genomen konden worden, werd besloten ook de kwestie ‘Jaarboek’ naar een commissie te verwijzen.

- Zoals inmiddels al aan de potentiële leden van de i.v.n. is bericht, zijn de hoogleraren Heeroma en Weisgerber uitgenodigd om samen met het dagelijks bestuur deze commissie te vormen. De eerste vergadering is gepland voor half december.

Contributie.

Penningmeester Thomassen had tenslotte nog een heel praktisch punt: vaststelling van de contributie. Voorgesteld werd f 20, - per jaar, voorlopig voor een periode van drie jaren. Bezwaren waren er nauwelijks, wel een enkele vraag naar welke kosten hiermee gedekt moesten

[pagina 59]
[p. 59]

worden. De penningmeester lichtte toe, dat de grote administratiekosten (organisatie colloquia, uitgave N.e.M. enz.) naar alle waarschijnlijkheid verder door de Nederlandse en Belgische regeringen betaald zouden worden, maar dat er een extra potje nodig was, met name voor de drukkosten van N.e.M. De vergadering knikte begrijpend en aanvaardde het voorstel zonder hoofdelijke stemming.

 

Zo kon dan de eerste vergadering van de i.v.n. nog voor het avondeten worden gesloten. Er was rekening gehouden met de mogelijkheid ook 's avonds te moeten vergaderen, maar het bleek niet nodig te zijn. Des te beter, gezien het zware programma dat de deelnemers de volgende dagen te wachten stond.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken