Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandica extra Muros. Jaargang 1972 (1972)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandica extra Muros. Jaargang 1972
Afbeelding van Neerlandica extra Muros. Jaargang 1972Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandica extra Muros. Jaargang 1972

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandica extra Muros. Jaargang 1972

(1972)– [tijdschrift] Neerlandica extra Muros / Internationale Neerlandistiek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 2]
[p. 2]

Van de IVN

Koninklijke goedkeuring. In N.e.M.-17, blz. 54, schreven wij dat de aanvraag tot koninklijke goedkeuring van onze vereniging binnen zeer afzienbare tijd zou worden ingediend. Dit is inmiddels gebeurd en het verheugt ons nu al te kunnen berichten, dat wij eind december van het ministerie van Justitie in Den Haag een stuk van de volgende inhoud ontvingen:

Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
20 december 1971 nr. 44
Beschikkende op de verzoekschriften ter bekoming van erkenning van de daarin genoemde, voor minder dan dertig jaren aangegane, verenigingen door goedkeuring van hare daarbij overgelegde statuten; Gelet op de voorschriften der wet van 22 april 1855 (Staatsblad no. 32) in het algemeen en op art. 6, tweede lid, dier wet in het bijzonder; Op de voordracht van de Staatssecretaris van Justitie van 13 december 1971 Hoofdafdeling Privaatrecht, Onderafdeling Rechtspersonen, nr. ver. 69.988;
hebben goedgevonden en verstaan
de overgelegde statuten der navolgende verenigingen goed te keuren en deze verenigingen mitsdien te erkennen, te weten:
1e. enz.
9e. Internationale Vereniging voor Nederlandistiek, gevestigd te 's-Gravenhage;
10e. enz.
Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Soestdijk, 20 december 1971
(get.) juliana
De Staatssecretaris van Justitie,
(get.) J.H. Grosheide.

Lidmaatschap en contributie. Nu de ivn door deze officiële erkenning in alle opzichten een volwaardige vereniging is geworden, kan het goed zijn iets te zeggen over een praktisch onderwerp, waarover sommige leden zich misschien al het een en ander hebben afgevraagd. Bij vele verenigingen is het gebruikelijk dat degenen die zich als lid opgeven een bewijs van lidmaatschap krijgen toegezonden, dikwijls

[pagina 3]
[p. 3]

met een vermelding omtrent betaalde contributie. Vooral dit laatste is van groot praktisch belang: velen zijn lid van een hele reeks verenigingen en hebben ook nog de nodige abonnementen, en niet iedereen houdt zijn administratie zo goed bij dat hij in één oogopslag kan zien of hij een bepaalde contributie al dan niet betaald heeft.

Het sturen van accept-girokaarten, een tegenwoordig veel toegepast systeem, is in het geval van de ivn, die haar gewone leden buiten Nederland en België heeft, praktisch onmogelijk. We zijn wel van plan lidmaatschapskaarten te verzenden, die tevens als bewijs van contributiebetaling dienst doen. Om allerlei technische redenen, die we hier niet uiteen kunnen zetten, zijn deze kaarten helaas nog steeds niet vervaardigd. Zodra ze klaar zijn, krijgen alle leden een dergelijke kaart, met daarop een aantekening of de contributie voor 1970 en/of '71 en/of '72 betaald is. Voorlopig willen wij alle leden verzoeken voor zich zelf na te gaan of ze de ivn nog iets schuldig zijn. Zoals bekend bedraagt de contributie voor gewone leden f 20,- per jaar, terwijl van buitengewone leden een jaarlijkse bijdrage van tenminste f 10,- gevraagd wordt. De penningmeester dankt u bij voorbaat voor uw medewerking.

 

Vergadering van het hele bestuur. De eerste vergadering van het ‘grote bestuur’, aangekondigd in N.e.M.-17, blz. 34, vond plaats op 19 november 1971. Met uitzondering van prof. Loubser uit Zuid-Afrika, was het bestuur voltallig aanwezig (prof. Schmitt en drs. Thomassen konden wegens verplichtingen elders maar een deel van de vergadering bijwonen). Mej. mr. E. Talsma vertegenwoordigde het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. De vergadering werd gehouden op ‘historische grond’, nl. in de Indonesische Zaal van de Nuffic, waar in 1961 het eerste Colloquium plaats had gehad.

Het hierna volgende verslag kan uiteraard slechts de voornaamste punten van bespreking noemen en de discussie erover zeer in het kort weergeven.

De vraag of men verandering wenste in de huidige bestuursconstructie - waarbij vijf leden buiten Nederland en België wonen en dus niet zo vaak en dan nog alleen schriftelijk geraadpleegd kunnen worden - en het buitenlandse deel van het bestuur bv. wilde vervangen door een adviesraad, werd voorlopig ontkennend beantwoord. Wel bleek het moeilijk een geschikt tijdstip voor een vergadering te vinden. Andere aspecten van de structuur van de ivn zullen de volgende keer besproken worden.

Over het ‘jaarboek’, aangeduid met zijn voorlopige naam Dutch Studies, ontwikkelde zich een vrij uitvoerige discussie. Prof. Weevers pleitte voor het gebruik van verschillende talen, waaronder ook het Nederlands. Verder had hij enkele suggesties inzake de naam van

[pagina 4]
[p. 4]

het periodiek. Een en ander zal voorgelegd worden aan de eerstvolgende vergadering van redactie en redactieraad.

De redactie van Dutch Studies werd als zodanig door het bestuur benoemd; samenstelling en benoeming van de redactieraad werden gedelegeerd aan de redactie en het dagelijks bestuur. Er werden nog enkele namen genoemd van personen die voor de redactieraad uitgenodigd zouden kunnen worden.

Het bestuur besloot evenals de voormalige Werkcommissie op te treden als ‘Editorial Board’ van Bibliotheca Neerlandica extra Muros.

Aan het dagelijks bestuur werd overgelaten een tentoonstellingscommissie en een filmcommissie in te stellen. De eerste commissie zal zich met name belasten met het samenstellen van een derde reizende tentoonstelling over de Nederlandse beschaving in de 17de eeuw.

Onderzocht zal worden of aansluiting van de ivn bij de ‘Fédération internationale des langues et littératures modernes (fillm) mogelijk en gewenst is.

De tijd ontbrak voor een meer uitgebreide discussie over het Vijfde Colloquium Neerlandicum. Het zal bij voorkeur gehouden worden aan een Nederlandse universiteit, over het meest geschikte tijdstip werd nog geen beslissing genomen. Ook dit punt zal in de volgende bestuursvergadering aan de orde komen.

 

Dutch Studies. Over ‘het jaarboek’, de ‘periodieke publikatie’ ‘Dutch Studies’, of welke naam we ook zullen gebruiken voor iets wat nog in statu nascendi is, valt op dit moment weinig concreets te melden, na de mededelingen die hierover gedaan zijn in N.e.M.-16, blz. 11 en N.e.M.-17, blz. 54-56. Dit wil niet zeggen dat er geen activiteiten ontplooid zijn, maar alleen dat de nieuwe ontwikkelingen nog niet in een zodanig stadium zijn gekomen dat er veel over gepubliceerd kan worden.

Aan twintig personen zijn uitnodigingen gestuurd om toe te treden tot de redactieraad, de zgn. advisory board. Van deze twintig hebben er twee personen de uitnodiging niet aanvaard, in hun plaats zijn twee anderen gevraagd. In totaal hebben tot op heden zeventien kandidaatleden zich bereid verklaard tot de redactieraad toe te treden. Van drie personen is nog geen antwoord ontvangen; het is mogelijk dat de uitnodiging hen door een of andere oorzaak niet bereikt heeft. Omdat de volledige en definitieve lijst van redactieraadsleden op dit moment nog niet gepubliceerd kan worden, zien we liever af van het noemen van de namen die al bekend zijn. Dit zal ongetwijfeld in het volgende nummer van N.e.M. kunnen gebeuren.

Aan de Nederlandse overheid is een subsidie gevraagd voor de vertaal- en reiskosten. Ook hierop is nog geen definitief antwoord ontvangen. Wel durven we in alle voorzichtigheid te zeggen, dat als

[pagina 5]
[p. 5]

de tekenen ons niet bedriegen, de vooruitzichten niet ongunstig zijn.

Er zijn enkele bijdragen aangeboden en suggesties daarvoor gedaan; de redactie beraadt zich daaromtrent.

Het is de bedoeling dat er voor of na het Filologencongres, dat dit jaar in Utrecht plaatsvindt in de week na Pasen, een vergadering zal worden gehouden van de redactie en de redactieraad, voorzover de leden hiervan bekend zijn en in staat zijn te komen. Hierop zullen enkele definitieve beslissingen moeten worden genomen over de opzet van het periodiek (waarbij rekening gehouden zal worden met wat op de vergadering van het hele bestuur (zie boven) hierover is besproken), en zal het eerste nummer meer gestalte moeten krijgen.

 

Neerlandica extra Muros. N.e.M. spreekt zelden of nooit over zichzelf, maar een enkele keer kan het toch zijn nut hebben dat wel te doen. De lezers van het eerste uur zullen zich herinneren dat de eerste twaalf nummers van dit blad in gestencilde vorm verschenen. Deze gestencilde uitgave werd gratis toegezonden aan meer dan duizend personen en instellingen. Deze filantropische handelwijze was mogelijk omdat de Nuffic apparatuur en mankracht voor het stencillen en verzenden beschikbaar stelde en dank zij het subsidie van de ministeries, en was zinvol omdat de nederlandistiek buitengaats een onderwerp was waar - zeker tien jaar geleden - niemand iets van wist, zodat alle kansen om haar bekend en mogelijk bemind te maken moesten worden aangegrepen. Wat dit laatste betreft is er in tien jaar gelukkig wel iets veranderd, al heeft N.e.M. zijn ‘propagandistische’ functie zeker nog niet verloren. Maar de mogelijkheden tot gratis verspreiding zijn natuurlijk veel minder geworden, toen dit blad zijn nieuwe, door de firma Van Gorcum zo keurig maar uiteraard niet gratis verzorgde, gedrukte gedaante kreeg. Toch werd met goedvinden van de subsidieverlenende ministeries in Nederland en België in beperkter mate nog doorgegaan met gratis toezending. Het is ook bijzonder nuttig en waardevol dat allerlei regeringsinstanties, waaronder met name de Belgische en Nederlandse ambassades, op de hoogte blijven van het reilen en zeilen der buitenlandse nederlandistiek. Hetzelfde geldt bv. voor de pers en de omroep.

Intussen bleven de prijzen stijgen, ook die van het druk- en verzendwerk van N.e.M. We zagen ons daarom genoodzaakt met ingang van de jaargang 1972 enkele maatregelen te nemen. Een daarvan is een drastische beperking van het aantal gratis abonnementen. Degenen die hiervan ‘het slachtoffer’ geworden zijn, hebben bericht gehad omstreeks de tijd dat ze N.e.M.-17 ontvingen.

Maar negatieve maatregelen alleen zijn niet voldoende, zijn zelfs veel minder effectief dan positieve. We moeten niet in de eerste plaats minder niet-betalende, maar vooral méér betalende lezers hebben.

[pagina 6]
[p. 6]

Om het nog maar weer eens te zeggen: er zijn twee manieren om betalend lezer van N.e.M. te worden, nl. door een lidmaatschap van de ivn (de contributies en bijdragen worden gedeeltelijk gebruikt om de onkosten van dit blad te dekken), of door een abonnement bij de fa. Van Gorcum of bij de boekhandel.

Om het aantal betalende lezers in Nederland en België uit te breiden zal binnenkort (waarschijnlijk al voor het verschijnen van dit nummer) door Van Gorcum en ivn een kleine actie ondernomen worden. Aan onze collega's extra muros hebben wij in verband hiermee nog een verzoek: zoudt u niet in overweging willen nemen u op N.e.M. te abonneren ten behoeve van uw instituuts- of afdelingsbibliotheek? Behalve het exemplaar dat u persoonlijk ontvangt, hebt u dan ook een exemplaar voor uw studenten - en misschien zal ook deze of gene collega er wel eens in bladeren. Bovendien steunt u er N.e.M. en de ivn mee!

Tenslotte een teer punt. Alle docenten extra muros ontvangen dit blad, ongeacht of zij lid van de ivn, betalend abonnee of geen van beide zijn. Wij willen hier graag mee doorgaan, want we beschouwen het als een soort ereplicht. Er kúnnen bovendien gevallen zijn waarin voor een bepaalde docent de betaling een reële moeilijkheid vormt. Maar voor de overgrote meerderheid zal dat niet zo zijn. Alle docenten extra muros die N.e.M. ontvangen en daar tot nog toe geen financiële bijdrage tegenover gesteld hebben, zouden we daarom dringend willen verzoeken: ófwel zich op te geven als lid van de ivn, ófwel - als men daar bezwaar tegen heeft - de abonnementsprijs van N.e.M. te betalen aan de firma Van Gorcum. Mocht u geen prijs stellen op verdere toezending van N.e.M., deelt u dat dan mee aan de ivn of aan de uitgever. Want ook daardoor draagt u, zij het op negatieve wijze, bij aan een gezonde exploitatie van dit blad.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken