Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Gids. Jaargang 54 (1939)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Gids. Jaargang 54
Afbeelding van De Nieuwe Gids. Jaargang 54Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Gids. Jaargang 54

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (12.84 MB)

Scans (202.37 MB)

ebook (11.28 MB)

XML (4.28 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Gids. Jaargang 54

(1939)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 1032]
[p. 1032]


illustratie

Lichtsignaaltjes

‘Een goede opvoeding’.

Is me dat niet een wijs woord, dat minister Steenberghe heeft gesproken in de Kamer? De 16e November heete in den vervolge de gloriedag van het Nederlandsche parlement. Toen immers was het, dat deze Minister de volgende wijze woorden der wereld kond deed:

‘Ik acht het van de grootste beteekenis, en ook onze grootste plicht dien wij tegenover dat nageslacht hebben, er voor te zorgen, dat wij het nageslacht nalaten een vrij Nederland, waarin een zoo groot mogelijke werkgelegenheid bestaat een goede opvoeding en goed onderwijs en een opleiding in christelijken zin.’ (Behoudens een e en een o, citeer ik letterlijk uit het Katholieke Schoolblad 23 Nov. j.l., blz. 359, welks redactie letterlijk de Handelingen schijnt te citeeren. Hier en daar mocht wel een komma of puntkomma tusschen, maar that is not my fault.)

Het gaat ons trouwens niet om de al of niet juiste interpunctie, het gaat ons slechts om de beteekenis dezer woorden. En wie, vraag ik, wie zou niet toegeven, dat deze Minister daar enkele desiderata stelt namens ons nageslacht, om van te watertanden. Wat kan ons nageslacht beter van ons eischen dan de zaken, hier zoo excellent opgenoemd?

Met al deze woorden trachtte mijn vriend, de u nog wel bekende Pietje Pieters, mij te bewegen tot onvoorwaardelijke trouw aan deze regeering en aan de democratie, die dan toch maar zulk een bewindsman naar voren had gebracht. En inderdaad, mijn oude schoolmeestershart klopte en trilde van aandoening, toen ik hem luidop hoorde voorlezen 's Minister's eisch: ‘een zoo groot mogelijke werkgelegenheid, goede opvoeding, goed onderwijs, en een opleiding in christelijken zin.’

[pagina 1033]
[p. 1033]

Mijn liefje, wat wil je nog méér, meende P.P. te kunnen opmerken.

Ach ja, en het was zoo jammer, dat ik mijn dierbaren vriend dat blad uit de handen nam, en zoodoende de rake woorden las, die de heer F. S(arneel) als opmerking hierachter liet volgen:

‘Aangezien de bezitters van de acte L.O. ook Nederlandse Staatsburgers zijn, mogen wij de veronderstelling wagen dat minister Steenberghe bij zijn pleidooi voor een “zoo groot mogelijke werkgelegenheid” ook aan de z.g. “kwekelingen met acte” en de werkloze onderwijzers in het algemeen gedacht heeft en deze groep van mensen niet uitsluit van gelegenheid tot werk, waarnaar bij hen trouwens niet eens lang gezocht hoeft te worden.

En aangezien goed onderwijs hier te lande allereerst verbetering der leerlingenschaal veronderstelt, mogen wij vertrouwen, dat deze weerbare minister zijn volle invloed zal aanwenden om in de schoot der Regeering het uur van die verbetering op een zeer nabije datum te helpen doen bepalen. De consequentie van zijn in de Kamer geuite opvatting laat niet anders toe.’

Ik vroeg Pietje P. wat hij van deze woorden meende. ‘Ja’, sprak P.P. - ‘dát is nou weer iets van een schoolmeester! Wel verdraaid; de Minister spreekt toch alleen maar van werkgelegenheid; en die is er toch genoeg. Dat er overbevolkte klassen zijn omdat een heele massa L.O.-acte-bezitters niet in die werkgelegenheid worden binnengelaten, dàt is een heel andere kwestie. En wat wil je - de kweekelingen-met-acte mogen zelfs ook werken; precies even veel als een gewoon onderwijzer. Dat ze met een hongerfooitje naar huis gestuurd worden, dááarvan spreekt deze excellente man immers niet.’

‘Accoord, P.P., zoover heb je gelijk. Maar ik blader hier eens verder, en zie op blz. 364 en 365 een stukje, dat ook wel interessant is. Het gaat over een onderwijzeres, die een meisje eenigen tijd op de knie liet zitten (ook ik heb die misdaad wel eens uitgehaald, barbaar dat ik ben), en die deswege met den rechter in aanraking kwam. Tot een veroordeeling toe.

Zie je, hoort dat ook bij een goede opvoeding, dat het kind zoo ongeveer de baas is. Dat een kind, als het een draai om de ooren krijgt, weet te vertellen, dat vader wel eens naar de politie zal gaan. Dito als het op de knieën gezet wordt.’

[pagina 1034]
[p. 1034]

‘Je moet toch ook wat “humaan” blijven; al dat slaan is maar niks. Je slaat het kwaad wel er in, maar niet er uit’, merkte P.P. op.

‘Ach ja, die Bijbel is toch heelemaal niet humaan, om nog al 'ns te herhalen dat, wie zijn kind liefheeft, de roe niet spaart. Het is veel meer in overeenstemming met een “christelijke opleiding”, dat de kinderen precies zoo brutaal mogen zijn, als ze maar willen, en dat de onderwijzer(es) hoogstens het recht heeft.... boos te worden, zooals de rechter nog genadiglijk toestond. Maar die boosheid mag niet getoond worden, terwille der “humaniteit”. Dat kinderen een onderwijzer(es) gewoonweg brutaliseeren, is niet tegen die humaniteit. Om dit te verdragen, wordt ons schoolpersoneel zoo rijk gesalarieerd!’

‘Jij bent net als alle schoolmeesters’, meende P.P., ‘en schoolmeesters zijn net als boeren. Nooit tevreden. Als er nu toch gezegd is, dat we werkgelegenheid en goed onderwijs moeten hebben, dan kun je toch zeker wel tevreden zijn. Jullie zijn echte ongeloovige Thomassen; je moet alles eerst zien gebeuren, aan zeggen heb je niet genoeg.’

Hetgeen een volkomen juiste opmerking zijdens mijn vriend was!

 

L.K.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken